Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Sub-sahara Afrika Afdeling Midden- en Oost-Afrika Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 22 augustus 2002 Behandeld Fons Gribling
Kenmerk DAF-578/02 Telefoon 070 3485196

Blad /1 Fax 070 3486607

Bijlage 1 E-Mail fons.gribling@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Koenders over de massamoord in Kisangani en de rol van de VN-vredesmissie (MONUC). Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over de massamoord in Kisangani en de rol van de VN-vredesmissie (MONUC). Deze vragen werden ingezonden op 24 juli 2002 met kenmerk 2010212910.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamen-werking, op vragen van het lid Koenders over de massamoord in Kisangani en de rol van de VN-vredesmissie (MONUC)

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het rapport van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Mary Robinson over het bloedbad van 14 mei jl. in Kisangani?

Vraag 7

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onafhankelijk onderzoek onder verantwoordelijkheid van de speciale gezant van de EU, Ajello, waarmee alle partijen hadden ingestemd?

Antwoord

De speciale EU gezant voor de Grote Merenregio, Aldo Ajello, heeft eind mei tijdens zijn bezoek aan de regio alle betrokken partijen om opheldering gevraagd over de gebeurtenissen en instemming kunnen verkrijgen van alle partijen voor een onafhankelijk onderzoek. Dit onderzoek heeft onder verantwoordelijkheid van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten plaatsgevonden.

Het rapport, opgesteld door de speciale VN rapporteur voor buitengerechtelijke en willekeurige executies, is goed onderbouwd en evenwichtig. Het onderzoek geeft inzicht in hetgeen op 14 mei jl. en de periode daarna in Kisangani is gebeurd. Hoewel toegang tot informatie soms moeilijk bleek, met name omdat bepaalde personen te bang waren in het gezelschap van de rapporteur te worden gezien, heeft zij het onderzoek in voldoende vrijheid kunnen uitvoeren. Haar conclusie wijst op volledige verantwoordelijkheid van de Rassemblement Congolais pour la Démocratie (RCD/Goma) voor in ieder geval 163 standrechtelijke executies in Kisangani op en na 14 mei. Daarnaast concludeert zij dat het hardhandig optreden van de RCD/Goma de spanningen en polarisatie tussen de verschillende etnische groepen in Kisangani heeft doen toenemen.

Vraag 2

Bent u het met de Hoge Commissaris eens dat de VN maatregelen moeten nemen om verder geweld tegen de burgerbevolking te voorkomen en er in ieder geval voor moeten zorgen dat vluchtelingen die nu zonder hulp zitten weer bereikt kunnen worden? Zo ja, welke initiatieven neemt u ter zake?

Vraag 3

Bent u gezien de humanitaire noodsituatie bereid een krachtig pleidooi te houden voor een versterking van het mandaat van de Mission de l'Organisation des Nations Unies en République démocratique du Congo (Monuc), zodat gedemilitariseerde gebieden en toegangsroutes voor humanitaire hulp effectief beschermd kunnen worden, vooruitlopend op terugtrekking van alle buitenlandse troepen en het staken van de strijd door de rebellen? Wat is de exacte Europese positie op dit punt?

Antwoord

Ik onderschrijf de conclusies en aanbevelingen van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten. Zij roept de VN Veiligheidsraad op druk uit te oefenen op alle partijen om mensenrechten te respecteren en een einde te maken aan straffeloosheid. Ook vraagt zij de Veiligheidsraad om MONUC en de OHCHR (Office of the High Commissioner for Human Rights) te steunen bij de voorgestelde maatregelen om met name de burgerbevolking te beschermen. De voorzitter van de Veiligheidsraad heeft de conclusies en aanbevelingen van het rapport verwelkomd.

Versterking van het mandaat van MONUC zal niet automatisch leiden tot effectievere bescherming van burgers, gedemilitariseerde gebieden en toegangsroutes voor humanitaire hulp. Het huidige mandaat, zoals neergelegd in Resoluties 1279 (1999) en 1291 (2000) zou daarvoor toereikend moeten zijn. Effectiever optreden van MONUC onder het huidige mandaat is vooral afhankelijk van de politieke wil van de landen in de regio om tot een vreedzame oplossing van het conflict in het Grote Meren gebied te komen. De op 30 juni jl. getekende overeenkomst tussen de presidenten van de DRC en Rwanda ten aanzien van de ontwapening van ex-FAR en Interahamwe in de DRC en terugtrekking van de Rwandese troepen uit het grondgebied van de DRC is een hoopgevende ontwikkeling en opent de weg voor een effectiever optreden van MONUC. Ik heb de regeringen van beide landen mijn waardering laten overbrengen voor het bereikte akkoord en opgeroepen volgens het overeengekomen tijdschema voort te gaan met de implementatie van het Lusaka-akkoord.

Ook de EU onderschrijft in haar verklaringen de noodzaak voor een realistische, geïntegreerde en coherente benadering van de problematiek aanzien van MONUC beklemtoont de EU eveneens de wenselijkheid van effectiever optreden van MONUC.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de VN paal en perk moeten stellen aan de manier waarop de Rassemblement Congolais pour la Démocratie (RCD) blijft volharden in het frustreren en teniet doen van de recente inspanningen gericht op daadwerkelijke naleving van het staakt-het-vuren? Zo ja, welke drukmiddelen zijn daarbij mogelijk in bilateraal en Europees verband?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het van zeer groot belang is dat de internationale gemeenschap dit deel van de wereld niet nogmaals op een cruciaal moment in de steek laat en dat alles in het werk moet worden gesteld om een bittere, langdurige strijd om het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) tussen de door Congolese regering in Kinshasa gesteunde milities en de troepen onder controle van Rwanda en Uganda te voorkomen? Zo ja, aan welke concrete acties denkt u in dit verband?

Antwoord

Het frustreren en teniet doen van inspanningen gericht op naleving van het staakt het vuren door de RCD/Goma zijn het directe gevolg van het feit dat deze na de besprekingen in Sun City in april jl. geen deel heeft willen uitmaken van het akkoord gesloten tussen de door Uganda gesteunde MLC (Mouvement de la Libération du Congo)en de DRC-regering. De meest effectieve manier om de situatie te verbeteren is er voor te zorgen dat de rebellengroepering, de DRC-regering en de door Uganda gesteunde MLC, komen tot een alomvattend akkoord. De laatste weken vinden ontwikkelingen plaats die wijzen op vooruitgang in de besprekingen daarover zoals de overeenkomst tussen Rwanda en de DRC en de bereidheid om de RCD/Goma leider Jean-Pierre Bemba de functie van vice-president in de overgangsregering van de DRC te geven.

De EU(-landen) en de VN zitten op dezelfde lijn als het gaat om steun aan bemiddelingsinitiatieven. De volledige implementatie van de Lusaka-akkoord blijft het uitgangspunt. De politieke dialoog beschouw ik als een belangrijk drukmiddel op de partijen om het bloedvergieten te helpen staken. In dit kader past ook het bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan de regio van 13 tot en met 24 mei jl..

Vraag 6

Kunt u aangeven welke resultaten de speciale gezant van de VN heeft geboekt op het terrein van demobilisatie en kunt u daarbij ook aangeven of de middelen die Nederland beschikbaar heeft gesteld voor dit doel inmiddels worden aangewend, waarvoor deze middelen precies worden aangegeven en met welk effect?

Antwoord

Er zijn inmiddels twee speciale VN gezanten aangesteld voor de Grote Meren: de heer Moustapha Niasse in het bijzonder voor het vredesproces en de heer Ibrahima Fall voor de Grote Meren in het algemeen. De aandacht van beide gezanten richt zich nu voornamelijk op vredesbesprekingen en op het bereiken van een akkoord tussen alle strijdende partijen.

Concrete resultaten op het gebied van demobilisatie en reïntegratie (DDR) in Oost-Congo zullen op zich laten wachten zo lang gewapende groepen nog geen drijfveer hebben de wapens vrijwillig neer te leggen. Wel worden nu reeds voorbereidingen getroffen om de DDR programma's uit te kunnen voeren. Nederland hecht er aan dat binnen het 'Multi Country Demobilisation and Reintegration Programme' (MDRP) van de Wereldbank prioriteit wordt gegeven aan DDR programma's in het oostelijk deel van de DRC. Een succesvolle uitvoering van de eerder genoemde overeenkomst tussen Rwanda en de DRC zal zeker bijdragen aan het begin van uitvoering van de DDR programma's.

Voor een overzicht van de wijze waarop de middelen die Nederland beschikbaar heeft gesteld zullen worden aangewend, verwijs ik naar het antwoord op de vragen 6, 7 en 8 van de Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2002 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota ) .

Vraag 8

Welke follow-up wordt concreet gegeven aan de onder leiding van Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Solana, opgezette strategie voor het Grote Merengebied?

Antwoord

Op basis van het door de Hoge Vertegenwoordiger gepresenteerde rapport 'Conflicts in Africa. Discussion paper on the crisis in the Great Lakes region' zijn door de Algemene Raad van de EU van 22 mei 2000 Raadsconclusies aangenomen. Heel belangrijk is de gegroeide bereidheid om het beleid van de lidstaten beter op elkaar af te stemmen. Zo zijn Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nader tot elkaar gekomen. Voorts is op meerdere fronten steun verleend aan vredesinitiatieven en vredesbevorderende maatregelen zoals steun aan het DDR-programma van de Wereldbank, aan MONUC en aan de bijeenkomsten in Addis Abeba en Sun City van de Inter- Congolese dialoog. Tevens zijn middelen in het vooruitzicht gesteld om te komen tot duurzame vrede en wederopbouw.

Vraag 9

Welke concrete maatregelen worden nu genomen om de illegale winning van diamanten en delfstoffen in Congo, in het bijzonder ook in RCD-gebied, tegen te gaan? Welke initiatieven onderneemt u ter zake?

Antwoord

Illegale winning van grondstoffen is een probleem dat moeilijk aangepakt kan worden zolang de conflicten in het oostelijk deel van de DRC doorwoeden, toegang tot de regio moeilijk is en er geen sprake is van staatsstructuren die controle op grondstoffenwinning kunnen uitoefenen. Eventuele maatregelen om dit soort handel structureel tegen te gaan, dienen in multilateraal verband te geschieden. Op initiatief van België is met enkele Europese landen een informeel overleg gestart, waarbij gezamenlijk gekeken wordt naar mogelijkheden om dit probleem aan te pakken. Nederland neemt aan dit overleg actief deel. Naar verwachting zal het eindrapport over de exploitatie van grondstoffen in de DRC van het VN-Expert Panel onder leiding van de heer Kassem binnenkort uitkomen en aanbevelingen ter zake bevatten.


Kenmerk

Blad /1
O.a. 'Robinson: bloedbad in Congo', Trouw, 18 juli jl.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 28 299, nr.3

===