NIBUD Persbericht

Uitslag eurovakantie enquête

Nederlanders nog steeds niet blij met de euro.

31-8-2002: Uitkomsten eurovakantie-enquête van het NIBUD, De Telegraaf en RTL-nieuws

Uit de vorige euro-enquêtes van het NIBUD in samenwerking met respectievelijk Trouw (januari) en De Telegraaf (april) bleek dat Nederland nog lang niet gewend was aan de euro. Bovendien vond zon 97% van de deelnemers dat de prijzen gestegen waren. Hoe is dat nu? Heeft het gemak op vakantie nog invloed op de beleving van de euro? Via www.nibud.nl, De Telegraaf en de website van het RTL journaal werd opgeroepen de eurovakantie-enquête in te vullen. Het onderwerp leeft. Dat blijkt wel uit het enorme aantal deelnemers; tussen 18 juli en 25 augustus vulden bijna 4500 mensen de enquête in. Men is nog steeds niet blij met de euro. Wel begint men het geld te herkennen en ondervond men in het buitenland over het algemeen gemak van de nieuwe munt.

Een aantal cijfers:

- 98% vindt dat de prijzen gestegen zijn. In april was dat 97%
- 85% geeft meer uit. Ook ongeveer hetzelfde als in april
- 84% vergelijkt de meeste prijzen nog in guldens. Slechts 4% minder dan in april.

- 28% denkt eind dit jaar geheel in euros te denken. In april dacht 42% dit nog.

- 44% mist de gulden heel erg. Meer dan in april, toen wilde 38% de gulden terug.

- 36% herkent nu alle euromunten meteen. In april 21%
- 71% vond betalen in het (euro)buitenland makkelijker
- 54% maakte minder vergissingen in het (euro)buitenland
Hieronder volgen de uitkomsten van de gehele eurovakantie-enquête. Deze uitkomsten worden, waar zinvol en mogelijk, vergeleken met de enquêtes van januari en april. Ook is er gekeken naar verschillen op grond van geslacht, leeftijd, inkomen en opleiding

De deelnemers
In totaal 4431 mensen de enquête ingevuld. 4008 deden dat via het internet (dubbelen zijn verwijderd) en 423 op papier. De verdeling van de respondenten was als volgt:

Geslacht
Mannen 49%
Vrouwen 50%
Niet ingevuld 2%

Leeftijd
Jonger dan 20 9%
21-30 30%
31-40 24%
41-50 17%
51-60 11%
Ouder dan 60 8%
Niet ingevuld 2%

Opleiding
Lager 4%
Middelbaar 49%
Hoger 46%
Niet ingevuld 1%

Huishoudinkomen
Meer dan modaal 59%
Minder dan modaal 37%
Niet ingevuld 4%

Meer of minder uitgegeven De eerste vraag luidde of de deelnemers de afgelopen maanden meer of minder hadden uitgegeven dan normaal. 85% gaf aan meer te hebben uitgegeven, 13% gaf aan ongeveer hetzelfde te hebben uitgegeven en 2% gaf aan minder te hebben uitgegeven. Deze percentages zijn ongeveer gelijk aan de europeiling begin april, maar beduidend hoger dan in januari.

Vrouwen (88%) geven iets vaker aan dan mannen (82%) dat ze meer hebben uitgegeven dan normaal. Naar leeftijd, opleiding en inkomen is geen verschil te constateren.

Veel genoemde posten waar men meer is gaan uitgeven (meerdere antwoorden mogelijk, spontaan genoemd) Dagelijkse boodschappen 44% Voeding 16%
Groente, fruit 1%
Horeca 10%
Kleding 9%
Alles 5%
Uitgaan 4%
Bloemen, planten 1%
Vakantie 1%
Luxe artikelen, grote uitgaven 1%

Prijsstijgingen
Vrijwel alle deelnemers (98%) denken dat de prijzen in Nederland ten opzichte van vorig jaar gestegen zijn. 84% denkt dat de prijzen sterk gestegen zijn, 14% denkt dat de prijzen een beetje gestegen zijn en 1% denkt dat de prijzen gelijk zijn gebleven. Ten opzichte van de meting in april is het percentage dat denkt dat de prijzen sterk gestegen zijn verder opgelopen. Toen dacht 66% dat de prijzen sterk gestegen waren en 31% dacht dat de prijzen een beetje gestegen waren. In januari dacht 26% dat de prijzen sterk gestegen waren en 59% dacht dat ze een beetje waren gestegen.

Vrouwen (88%) denken meer dat de prijzen sterk gestegen zijn dan mannen (81%). Mensen met een lagere of middelbare opleiding (88%) denken ook vaker dat de prijzen sterker gestegen zijn dan mensen met een hogere opleiding (81%). Huishoudens met een inkomen onder modaal denken vaker dat de prijzen sterker gestegen zijn dan huishoudens met een inkomen boven modaal (87% om 83%). Leeftijd heeft geen relatie met de antwoorden op deze vraag.

Denken in euros
De precieze vraag luidde: Als u nagaat of een artikel duur of goedkoop is, vergelijkt u dan de prijs in euros of rekent u het bedrag eerst om?
Van de respondenten vergelijkt 16% de prijs in euros en 84% vergelijkt de prijs in guldens. Dat is maar iets meer dan in april, toen 12% in euros prijzen vergeleek. Nog steeds is de gulden prominent in de hoofden van de mensen aanwezig.

Jongeren denken vaker in euros. Bij de jongeren onder de 20 denkt 29% in euros, terwijl dat bij de ouderen boven de 60 op 8% ligt. Mannen (21%) denken meer in euro´s dan vrouwen (12%). Datzelfde geldt voor mensen met een hogere opleiding (20%) ten opzichte van mensen met een lagere opleiding (13%). Naar inkomen is geen verschil te constateren.

Er zijn duidelijke verschillen naar het soort product of men in euros of guldens denkt. Voor sommige producten noemt men al een europrijs, voor andere nog een guldenprijs. Over de gehele linie is maar een lichte stijging in het eurodenken te constateren in vergelijking met april. Bij de benzine en het salaris denkt nu bijna de helft in euro`s.

Hoeveel procent noemt een prijs in euros?

Ook bij deze vraag komt hetzelfde patroon naar voren als bij de vorige vraag. Jongeren, mannen en hoger opgeleiden denken vaker in euross.

Wanneer denken we volledig in euros? Ondanks die kleine opmars van het eurodenken, zijn de mensen pessimistischer geworden over wanneer ze mentaal volledig gaan overschakelen op de euro. In april dacht nog 14% dat dat voor de zomer zou zijn, maar dat bleek maar bij 7% ook echt het geval. In april verwachtte 42% voor het eind van het jaar volledig omgeschakeld te zijn op de euro; nu denkt nog maar 28% dat te kunnen. Ook het percentage dat nooit op de euro zegt over te schakelen is gegroeid: van 12% in april tot 21% nu.

Volledig denken in euros

Ook bij deze vraag zijn jongeren en mannen meer eurominded dan ouderen en vrouwen. Qua opleiding en inkomen is opvallend dat de hoger opgeleiden en degenen met hoge inkomens meer volgend jaar of later noemen, terwijl middelbaar opgeleiden en lagere inkomens meer nooit noemen.

Missen we de gulden?
Het pessimisme komt ook tot uitdrukking in de vraag of men de gulden mist. In april miste 38% de gulden nog heel erg, nu is dat gestegen tot 44%.

Mist u de gulden?
Augustus April
Heel erg 44% 38%
Een beetje 37% 39%
Helemaal niet 19% 21%

Ook bij deze vraag het patroon dat jongeren, mannen, hoger opgeleiden en bovenmodale inkomens de gulden minder missen.

De munten
Het herkennen van de munten gaat een stuk beter dan in april. In augustus verklaarde 34% de muntjes net zo goed te herkennen als de oude dubbeltjes en kwartjes. Dat was in maart 21%. 46% van de deelnemers (in april 52%) herkent een paar muntjes en 20% (in maart 25%) moet nog elk muntje omdraaien om te kijken welke het is.

Ook hier zijn jongeren eerder om. Van de jongeren onder de 20 zegt 55% de munten net zo snel te herkennen als de dubbeltjes en kwartjes. Bij de respondenten boven de 60 is dat maar 17%. Mannen (37%) geven iets vaker aan dan vrouwen (32%) dat ze alle muntjes herkennen. Zowel onder mannen als onder vrouwen moet een op de vijf nog elk muntje omdraaien.

Qua opleiding geven mensen met een hogere opleiding vaker aan alle muntjes te herkennen, terwijl mensen met een lagere of middelbare opleiding vaker aangeven alle muntjes om te moeten draaien. Naar inkomen is een interessant beeld te ontdekken. Mensen met een bovenmodaal inkomen geven vaker aan een paar muntjes te herkennen. Huishoudens met een beneden modaal inkomen geven vaker aan ofwel alle muntjes te herkennen ofwel daar grote moeite mee te hebben.

Problemen
Het antwoord op de vraag of men door de komst van de euro in problemen is gekomen hangt sterk af van wat de respondent onder problemen verstaat. Voor de een is het een probleem als men minder kan sparen dan voorheen, voor een ander begint er pas een probleem te ontstaan als de maximale kredietlimiet overschreden wordt.

Op deze (open) vraag antwoordde 54% eenvoudigweg met nee of zeker niet. 4% gaf aan nog niet in de problemen te zitten. Een half procent van de ondervraagden had loonsverhoging of promotie gekregen en was dus niet in de problemen gekomen. Een aantal huishoudens stelde alleen de diagnose: 5% gaf aan dat de prijzen waren gestegen, maar dat het salaris hetzelfde was gebleven. 3% bracht een variant van de zegswijze dat ze bij elk salaris een stuk maand overhouden. Verder gaf 2% aan dat ze zich vaak vergisten, omdat alles goedkoper lijkt dan het in werkelijkheid is. 1% had het idee dat het geld de portemonnee uitvloog. Een aantal mensen was niet in de problemen gekomen, omdat ze steeds goed opletten (3%) of hun uitgavenpatroon hadden veranderd (2%).

Verder werden als min of meer problematisch genoemd:
- Minder geld voor leuke dingen (2,8%)
- Minder sparen (1,2%)
- Het spaargeld aanspreken (1,3%)
- Minder geld op de lopende rekening (0,3%)
- Rekeningen laten liggen (0,3%)
- Rood gaan staan (1,2%)
- Meer/vaker/eerder rood staan (2,7%)
- Een lening afsluiten (0,3%)
0,3% vertelde al chronische problemen voor de euro te hebben.

De buitenlandse vakantie Bij het uitzoeken van de vakantiebestemming of de route daarheen is nauwelijks rekening gehouden met het feit of men daar met de euro kon betalen. Van de buitenlandse vakantiegangers had dat bij 88% geen enkele rol gespeeld. Bij 8% had de euro een beetje invloed en bij 4% had dat veel invloed. Van de respondenten is 45% in Nederland gebleven. 43% heeft vakantie gevierd in een ander euroland en 11% is op vakantie geweest in een niet-euroland.

Top-20 van vakantiebestemmingen: %
1 Spanje 11,9
2 Frankrijk 11,0
3 Italië 4,5
4 Griekenland 4,2
5 Duitsland 3,9
6 Turkije 3,6
7 België 2,1
8 Oostenrijk 2,0
9 Portugal 1,8
10 USA 0,9
11 Luxemburg 0,8
12 Groot-Brittannië 0,7
13 Zwitserland 0,5
Thailand 0,5
15 Tsjechië 0,4
Ierland 0,4
17 Nederlandse Antillen of Aruba 0,3 Zweden 0,3
Denemarken 0,3
Hongarije 0,3

Aan de vakantiegangers is gevraagd aan te geven of ze de prijzen in het vakantieland wilden vergelijken met het prijspeil in Nederland. Frankrijk werd over het algemeen duur gevonden, Turkije goedkoop.

Prijspeilvergelijking met Nederland (top-10)

+ is duurder dan in Nederland 0 is even duur als in Nederland - is goedkoper dan in Nederland

De meeste vakantiegangers vinden het buitenland dus goedkoper dan of even duur als Nederland. Benzine en het openbaar vervoer vindt men overal goedkoper dan hier. Opvallend is dat men ook boodschappen, kleding en schoeisel vaak in het buitenland goedkoper vindt.

Betalen in het buitenland Voor 43% van de respondenten was de afgelopen vakantie er een in een ander land, maar wel met dezelfde munt als in Nederland. 52% van deze gezinnen vond betalen in het buitenland dan ook veel makkelijker dan in andere jaren; 19% vond het een beetje makkelijker en 28% maakte het niets uit. Bij de huishoudens die naar een niet-euroland op vakantie gingen, zei slechts 9% dat betalen veel makkelijker ging en 4% dat het een beetje makkelijker ging.

Ruim de helft (54%) van de vakantiegangers in een euroland had het idee dat ze minder vergissingen maakten bij het betalen in het buitenland dan voorheen. Bij de vakantiegangers naar een niet-euroland lag dit percentage op 22%.

De respondenten konden ook een aantal vergissingen noemen die ze hadden meegemaakt:

Top 10-vergissingen
1. De prijzen op terrasjes 2. Veel te veel fooi gegeven 3. In euros lijkt het wel goedkoop, maar in guldens.(net als in Nederland)
4. In de lokale valuta (niet euro) lijkt het goedkoop, maar in euros..Overigens blijken veel mensen de lokale valuta in hun hoofd eerst om te rekenen naar euros en dan nog eens een keer naar guldens. Dan is het risico twee keer zo groot. 5. De prijzen op de menukaart in restaurants 6. Te weinig wisselgeld terugkrijgen 7. De prijzen in de lokale supermarkt. 8. Proberen te betalen met de verkeerde muntjes 9. De prijzen in de disco. 10. Souvenirs die duurder waren dan verwacht.

Andere zaken waar men vond dat belachelijk hoge prijzen voor worden gevraagd:

- voor excursies, voor kledingstukken, voor autohuur, in de campingwinkel, voor strandstoelen, op de markt, in het hotel, voor tolwegen, landkaarten en fotorolletjes, wegrestaurants, taxis, parkeren, ansichtkaarten, het openbaar vervoer en een campingplaats.

Verder maakten respondenten gewag van falende cassières, obscure wisselkantoren die foute koersen berekenen, obers die met onverklaarbare rekeningen komen en alleen de lokale taal spreken, de noodzaak om af te dingen, BTW die niet teruggegeven wordt, betalen voor de verkeerde benzinepomp, meer betalen naar gelang het uitzicht op het terras beter is.

Maar er wordt ook aangegeven dat winkeliers in het buitenland nog minder bedreven zijn in het gebruik van de euro, zodat die fouten maken in hun eigen nadeel. Vooral Italianen zijn nog niet gewend aan de in hun ogen kleine bedragen en ronden alles af op hele euros.

Mist men buitenlands geld? In tegenstelling tot de gulden, worden de buitenlandse muntjes niet gemist. 9% van de respondenten mist de buitenlandse muntjes heel erg, 27% mist ze een beetje en 64% helemaal niet.

Lenen voor de vakantie
Van de vakantiegangers die naar het buitenland gingen, heeft 2% daarvoor een lening afgesloten. Dit komt het vaakst voor onder jongeren. Van degenen onder de 20 jaar heeft 4% een lening afgesloten.

Algemene opmerkingen
We hebben de invullers de ruimte geboden nog algemene opmerkingen te maken. Deze zijn vervolgens gecategoriseerd in een aantal groepen.

Prijzen
Veel genoemde opmerkingen gingen over de gestegen prijzen; dat de prijzen wel degelijk waren gestegen, dat winkeliers naar boven hadden afgerond; waarom eindigen alle prijzen weer op ,95?, dat de winkeliers misbruik hebben gemaakt van de euro en dat sommigen het guldenteken eenvoudigweg hadden vervangen door het -teken.

Genoemd werd verder dat de prijzen bevroren moeten worden of dat ze omlaag moeten, dat er een onderzoek moet komen naar de gestegen prijzen en dat ondernemers die de prijzen extra verhoogd hadden aan de schandpaal moeten worden genageld. Er wordt geroepen om compensatie en om een kopersstaking of meer algemeen dat er iets gedaan moet worden en waarom de politiek niets doet.

Ongeveer 10% gaf spontaan aan dat de euro weg moest en dat de gulden terug moest komen. De schuld van de inflatie werd gegeven aan de politiek, de banken, De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank, de media en het Kapitaal. Veel mensen vonden het vreemd dat er geen referendum over de euro is gehouden. Ook werd aangegeven dat de euro te snel is ingevoerd of dat de koers tussen euro en gulden niet goed is vastgesteld en dat de informatievoorziening slecht was.

Munten en bankbiljetten
Verder werd er geklaagd over de hoeveelheid kleingeld, het bestaan van de muntjes van 1 en 2 eurocent, de lelijke, verkleurende en stinkende munten, de lelijke bankbiljetten en het feit dat de grote coupures slecht geaccepteerd werden. Gepleit werd voor biljetten van 1 en 2.

Het gebruik van de euro blijft onwennig. Je moet constant opletten, je maakt veel vergissingen (mensen zijn vakantiegangers in hun eigen land), je koopt dingen die goedkoop lijken, maar duur zijn. Het opnieuw invoeren van dubbel prijzen is een advies. Veel mensen komen er zelf uit, maar denken dat ouderen veel moeite hebben met de euro. Ook zijn ze bang dat door de invoering van de euro er een recessie komt of dat mensen in de financiële problemen gaan komen.

Voordelen
Toch worden er ook voordelen genoemd. Geen gewissel meer als je naar het buitenland gaat (hoewel dat wel zijn charme had) en niet meer noodgedwongen je laatste buitenlandse geld opmaken op het eind van de vakantie.

Bovendien is met de euro een betere vergelijking met het buitenland mogelijk. Mensen die vlak bij de grens wonen geven aan dat ze meer over de grens winkelen dan voorheen en dat ze niet meer met twee of drie portemonnees hoeven te werken. Daarmee komt dan meteen de vraag naar boven waarom de prijzen in de verschillende landen nog zo verschillen. En waarom de benzine in Nederland zo duur is..Ook geven anderen aan dat de euro ook maar snel moet worden ingevoerd in de niet-eurolanden.

Ook tevreden is men met het feit dat het pinnen in het buitenland nu gratis is. Maar dan is de klacht dat dat niet overal kan.

Als voordeel werd tevens genoemd dat je je nu meer Europeaan voelt. Dat was voor een aantal inzenders ook een nadeel; deze waren bang dat Nederland moest opdraaien voor de tekorten van de Zuid- en Oost-Europese landen.

Maar je hebt ook de respondenten die zeggen dat de meeste mensen te veel klagen en dat alles uiteindelijk wel went.

En dan waren er nog de gelukkigen: Als ik op vakantie ben, denk ik niet aan geld.