College Bescherming Persoonsgegevens


3 september 2002

Nefarma-Gedragscode goedgekeurd door CBP

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft de Gedragscode van de Nederlandse Vereniging van de Research-georiënteerde Farmaceutische Industrie (Nefarma) voorzien van een goedkeurende verklaring. Het CBP stelt dat de Nefarma-Gedragscode een juiste uitwerking vormt van de WBP en andere wettelijke bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens. Het CBP is verheugd deze eerste gedragscode onder de WBP bekend te kunnen maken, de verklaring van geen bezwaar en de gedragscode zijn vandaag gepubliceerd in de Staatscourant.

In de Gedragscode stelt Nefarma dat 'de innoverende farmaceutische industrie er groot belang aan hecht dat een zorgvuldig evenwicht wordt bewaard tussen de verantwoordelijkheden die zij draagt bij de ontwikkeling en begeleiding op de markt van geneesmiddelen enerzijds en de bescherming van persoonsgegevens anderzijds'. Al onder de Wet persoonsregistraties (WPR), in 1992, stelde Nefarma Privacy Gedragsregels op, die nu zijn vervangen, geactualiseerd en aangepast aan de WBP.

Over gedragscodes
Organisaties die een bepaalde sector vertegenwoordigen, kunnen voor hun leden een gedragscode vaststellen. In de gedragscode wordt aangegeven hoe die leden met persoonsgegevens zullen omgaan. Er bestaat geen verplichting tot het vaststellen van een gedragscode. Het CBP kan op verzoek van de organisaties de conceptgedragscode toetsen en verklaren dat de gedragscode voldoet aan de WBP. De verklaring van het CBP is ten hoogste vijf jaar geldig.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.