CBS
CBS: Institutionele beleggingen nauwelijks gestegen
Institutionele beleggingen door koersverliezen nauwelijks gestegen.
De institutionele beleggingen zijn in de eerste helft van dit jaar met slechts één procent toegenomen, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Forse koersverliezen ten bedrage van 27,5 miljard euro hebben het effect van de aankopen van nieuwe beleggingen bijna geheel tenietgedaan. De positie van de buitenlandse beleggingen in de totale beleggingsportefeuille is ongewijzigd gebleven.
Koersverliezen bepalen beeld
De institutionele beleggers hebben in het eerste halfjaar van 2002
forse koersverliezen geleden op hun aandelen: 32 miljard euro oftewel
een verlies van ruim 10 procent. Een aanvankelijke koerswinst in het
eerste kwartaal van 15 miljard euro is in het tweede kwartaal volledig
tenietgedaan door een koersverlies van 47 miljard euro. De
pensioenfondsen moeten hiervan 36 miljard euro dragen en de
verzekeraars 11 miljard euro. Alleen in het derde kwartaal van vorig
jaar werd er een groter koersverlies op aandelen geleden (ruim 53
miljard euro). De CBS koersindex voor aandelen liet over het eerste
halfjaar een daling van 11 procent zien, terwijl de MSCI wereldindex
ruim 17 procent afnam.
Op de obligaties is over het eerste halfjaar een positief
koersverschil gerealiseerd van ruim 4 miljard euro (+2 procent). De
CBS koersindex voor obligaties stond aan het eind van het eerste
halfjaar bijna even hoog als aan het begin van het jaar (-0,3
procent). Zowel pensioenfondsen als verzekeraars hebben veel
obligaties gekocht en verkocht.
Institutionele beleggingen nauwelijks gestegen
In het eerste halfjaar van 2002 zijn de institutionele beleggingen met
bijna één procent gestegen. Zij bereiken hiermee een hoogte van 709
miljard euro. De toename is geheel terug te leiden tot de beleggingen
van de verzekeraars, die zijn gestegen tot 276 miljard euro. De
beleggingen van de pensioenfondsen zijn met 434 miljard euro bijna
even hoog als ultimo 2001. De stijging van de totale institutionele
beleggingen met ruim 5 procent die in het eerste kwartaal nog was te
constateren bij de institutionele beleggers, is in het tweede kwartaal
nagenoeg verdwenen.
Binnen de beleggingsportefeuille vindt er bij de pensioenfondsen een
verschuiving plaats van aandelen naar obligaties. De verzekeraars
daarentegen steken meer geld in aandelen en minder in obligaties.
Belang buitenlandse beleggingen onveranderd
Van de totale beleggingen is 53 procent belegd in het buitenland. Dit
is evenveel als ultimo vorig jaar. In geld bedragen de buitenlandse
beleggingen 376 miljard euro. Binnen de effectenportefeuille is het
buitenlandse deel in het eerste halfjaar licht toegenomen. Deze
stijging is voornamelijk terug te vinden bij de obligaties; bij de
aandelen trad een lichte daling op.
Pensioenfondsen hebben aan het eind van het tweede kwartaal van dit
jaar bijna 84 procent van hun aandelenportefeuille in buitenlandse
aandelen gestoken; bij verzekeraars ligt dit percentage op bijna 35
procent. Ook van de obligatieportefeuille beleggen pensioenfondsen een
groter deel in buitenlandse obligaties dan verzekeraars: bijna 79
procent tegen bijna 55 procent.
Technische toelichting
Met ingang van het eerste kwartaal van 2002 is de statistiek
uitgebreid, teneinde aan nieuwe internationale verplichtingen te
kunnen voldoen. De in tabel 1 gepresenteerde cijfers voor ultimo
2001-IV zijn nog niet aangepast aan de nieuwe opzet. Om deze reden kan
het zijn dat de standgegevens niet volledig op elkaar aansluiten. De
in het persbericht genoemde cijfers zijn wel zo veel mogelijk
aangepast aan de nieuwe opzet.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het
CBS.
Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
04 sep 02 09:30