Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Dopinggebruik in Nederland daalt licht

Van alle Nederlanders van twaalf jaar en ouder hebben naar schatting 93.300 mensen ooit doping gebruikt. Dit blijkt uit het afgelopen maandag gepubliceerde onderzoek van het Centrum voor Drugsonderzoek (CEDRO). De cijfers gaan over het jaar 2001 en laten zien dat het aantal mensen dat ooit doping heeft gebruikt licht is gedaald ten opzichte van 1997.

Het onderzoek is uitgevoerd onder een steekproef van in Nederland woonachtige mensen van twaalf jaar en ouder. Deze deelnemers waren representatief voor de gehele Nederlandse bevolking. In totaal hebben meer dan 17.000 mensen antwoord gegeven op vragen die betrekking hebben op hun rook- en drinkgedrag en op het gebruik van drugs en "prestatie bevorderende middelen". Met deze laatste term worden met name anabole steroïden bedoeld, maar ook groeihormoon, EPO, clenbuterol en stimulantia. Met andere woorden: het gaat hierbij over doping.

Uit het onderzoek bleek dat 0,7% van de Nederlanders ooit middelen heeft genomen om de sportprestatie te verbeteren of om een gespierder lichaam te krijgen. Op basis hiervan wordt het totaal aantal dopinggebruikers onder de Nederlandse bevolking geschat op 93.300. Dit is echter slechts een ruwe schatting. Het is veiliger om te zeggen dat het totaal aantal gebruikers tussen de 78.100 en 111.400 ligt (het zogenaamde "95%-betrouwbaarheidsinterval").

In vergelijking met het vorige CEDRO-onderzoek (met cijfers over 1997) is dit een lichte daling. Toen werd het aantal mensen dat ooit doping heeft gebruikt geschat op 116.000, met als ondergrens 100.000 en als bovengrens 134.500. Door de onzekerheden die met zulke schattingen gepaard gaan, is het te vroeg om te zeggen dat het dopinggebruik ook daadwerkelijk daalt.

Naast het totaalcijfer geeft het onderzoek ook informatie over de kenmerken van de respondenten. Het gebruik van doping komt met name voor bij 16- tot 34 jarige mannen. Maar het gebruik komt voor over de gehele range van leeftijden, van 12-jarigen tot en met de categorie 70 jaar en ouder. De gemiddelde leeftijd wanneer met dopinggebruik wordt begonnen steeg licht, van 24 naar 27 jaar. Uit de gegevens blijkt tevens dat het percentage "ervaren gebruikers", gedefinieerd als mensen die minstens 25 keer doping hebben genomen, is toegenomen van 31 naar 44%. In steden is dit percentage zelfs 62%. De middelen werd meestal gekocht bij trainers of bij de instantie waar gesport wordt. Dit is een opvallend verschil met vier jaar geleden, toen verreweg de grootste groep gebruikers de middelen bij vrienden en kennissen kocht.

Bijna de helft van de gebruikers (46%) zegt ook het afgelopen jaar doping gebruikt te hebben. Dit gaat om 42.500 mensen. Een kwart (26% of 24.000) heeft ook de afgelopen maand gebruikt.

De gegevens uit het CEDRO-onderzoek vormen een goed overzicht van het dopingprobleem zoals dat nog steeds in Nederland bestaat. Het geeft echter geen informatie over de verschillende groepen die zijn te onderscheiden onder dopinggebruikers, zoals daar zijn topsporters, georganiseerde breedtesporters en bezoekers van sportscholen en fitnesscentra. Ook gaat het niet in op de motieven die aan het gebruik ten grondslag liggen. Om dit soort specifieke vragen te beantwoorden heeft het NeCeDo inmiddels enkele onderzoeken lopen en gepland. Het uitvoeren en initiëren van dopinggerelateerd onderzoek is één van de kerntaken van het NeCeDo.

Bron:
Abraham, Manja D., Hendrien L. Kaal, & Peter D.A. Cohen (2002), Licit and illicit drug use in the Netherlands 2001. Amsterdam: CEDRO/Mets en Schilt.
Het rapport is te lezen via http://www.cedro-uva.org