Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 september 2002

Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de staatssecretaris van Defensie over de zaak Ovaa/Spijkers.

1.

Kunt u aangeven wanneer u aan KPMG heeft laten weten dat u het door hen uit te brengen advies in de zaak Ovaa/Spijkers alleen maar bindend zou achten indien het advies naar uw oordeel voldoende zou zijn gemotiveerd?

2.

Indien u deze voorwaarde tevoren aan KPMG heeft gesteld, waarom heeft u hierover de Kamer dan niet geïnformeerd, aangezien u eerder liet weten u onvoorwaardelijk gebonden te achten aan het advies? Zult u KPMG in gebreke stellen voor het niet voldoen aan de eisen gesteld in de opdracht?

3.

Indien u echter pas na verschijnen van het advies de aanvullende voorwaarde heeft gesteld, maakt u zich dan niet schuldig aan woordbreuk tegenover mevrouw Ovaa-van den Broek en de heer Spijkers? Welke zwaarwegende motieven heeft u om op een eerder gemaakte afspraken terug te komen?

4.

Deelt u de mening dat het Ministerie van Defensie deze zaak veel te lang heeft laten slepen? Voelt u zich niet moreel verplicht tegenover mevrouw Ovaa-van den Broek en de heer Spijkers om de kwestie spoedig tot een voor hen bevredigend einde te brengen?