B2485
Ouderen op de arbeidsmarkt
Resultaten van aanvullende analyse op het
Hoe Zoeken Werkzoekenden?-bestand
Eindrapport
Dit onderzoek is uitgevoerd door Research voor Beleid in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
drs. P. Plooij
drs. R.P. Kop
drs. D.H. Grijpstra
B2485
Leiden, 4 september 2001
VOORWOORD
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs de nota "Bevordering
arbeidsdeelname ouderen" uitgebracht. In het kader daarvan is er onder andere discussie over
het (opnieuw) vaststellen van de sollicitatieplicht van uitkeringsgerechtigde ouderen. Naar aan-
leiding van de nota is er daarom behoefte aan een overzicht van de arbeidsmarktkansen van
ouderen.
Om daarin meer inzicht te krijgen heeft Research voor Beleid aanvullende analyses uitgevoerd
op de databestanden van het onderzoek "Hoe Zoeken Werkzoekenden?" (HZW). Research
voor Beleid voert in opdracht van Arbeidsvoorziening sinds 1992 het veldwerk voor HZW uit.
Dit genereert informatie over de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. In het kader van HZW
worden er jaarlijks in totaal 40.000 Nederlandse huishoudens telefonisch benaderd. Nagegaan
wordt wie er op zoek is naar (ander) werk dan wel recent (ander) werk heeft gevonden dan wel
ingeschreven staat bij het arbeidsbureau of het CWI.
Arbeidsvoorziening heeft toestemming gegeven de HZW -bestanden voor deze analyses te
gebruiken, waarvoor dank.
De analyses zijn uitgevoerd door Peter Plooij en Robert-Paul Kop onder begeleiding van on-
dergetekende. Van de zijde van de opdrachtgever is het onderzoek begeleid door Joyce van
der Smitte en Ton Janusch.
Hoofdstuk 1 geeft een algemeen beeld van de ontwikkeling van het aantal werkzoekenden en
werkvinders naar leeftijd. Ook wordt inzicht gegeven in de groep ingeschrevenen bij de ar-
beidsbureaus die niet naar werk zoeken. Vervolgens gaat hoofdstuk 2 in op een aantal achter-
grondkenmerken van deze drie groepen (werkvinders, werkzoekenden en "formeel ingeschre-
venen") in relatie tot hun leeftijd. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op het zoekproces. Eerst
komt aan de orde hoe oudere werkzoekenden hun kansen op de arbeidsmarkt inschatten,
vervolgens is er aandacht voor de mate waarin men bepaalde banen accepteert en ten slotte
komen de kanalen die werkzoekenden van verschillende leeftijd gebruiken in hun zoektocht
naar werk aan de orde.
De opmerkingen uit de verschillende hoofdstukken worden ondersteund door een groot aantal
tabellen, die in de bijlagen zijn opgenomen.
Douwe Grijpstra
Research manager arbeidsmarktonderzoek
Leiden, 4 september 2001
INHOUDSOPGAVE
Pag.
Samenvatting i
1 Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders 1
1.1 Werkzoekenden 2
1.2 Werkvinders 3
1.3 Formeel ingeschrevenen 5
2 Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders 9
2.1 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar sexe 9
2.2 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar opleidingsniveau 9
2.3 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar functie 10
2.4 De inkomenspositie van (oudere) werkzoekenden en werkvi nders 11
3 Het zoekgedrag van oudere werkzoekenden 15
3.1 Inschatting van kansen op de arbeidsmarkt 15
3.2 Selectiviteit van het zoekgedrag 15
3.3 Zoekkanalen 16
Bijlage 1 Aantallen werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar leeftijd 19
Bijlage 2 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar geslacht 21
Bijlage 3 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar opleiding 23
Bijlage 4 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar gezochte en gevonden functie 25
Bijlage 5 Werkzoekenden naar subjectieve concurrentiepositie en inschatting aantal banen 27
Bijlage 6 Werkzoekenden naar selectief zoekgedrag 29
Bijlage 7 Werkzoekenden en werkvinders naar zoekkanalen 33
Bijlage 8 Werkvinders naar vindkanalen 35
Bijlage 9 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar momenteel betaalde baan 37
Bijlage 10 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar eigen inkomen moment enquête 39
Bijlage 11 Werkvinders naar uitkering, baan en duur werkloosheid voor baanvondst 43
Bijlage 12 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar soort uitkering 45
Bijlage 13 Begrippenlijst 47
---
SAMENVATTING
In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Research voor
Beleid aanvullende analyses uitgevoerd op de bestanden van het onderzoek "Hoe Zoeken
Werkzoekenden? (HZW)". Voor HZW benadert Research voor Beleid jaarlijks 40.000 huishou-
dens met een vragenlijst over het arbeidsmarktgedrag.
De analyses richtten zich op de arbeidsmarktpositie van ouderen op grond van de gehele po-
pulatie.
De centrale vraagstelling luidde: Wat zijn, uitgaande van de gegevens van het HZW onder-
zoek, de kansen van ouderen op de Nederlandse arbeidsmarkt? Achtergrond voor deze
vraagstelling was het voornemen tot het opnieuw invoeren van de sollicitatieplicht voor oude-
ren (57,5-plussers).
Op grond van de analyses kan het volgende worden geconstateerd:
1. Ouderen worden actiever op de arbeidsmarkt. Zowel het aantal werkzoekenden van boven
de 45 jaar als dat van boven de 55 jaar stijgt. Het laatste aantal ligt nu net boven de
50.000. Ongeveer de helft van deze werkzoekenden zoekt vanuit een baan.
2. Ouderen vinden ook vaker werk. In 2000 vinden tegen de 150.000 personen van boven de
45 jaar (ander) werk, waarvan ongeveer een vijfde meer dan 55 jaar oud is. Dat is een
stijging van ongeveer 13% ten opzichte van het voorgaande jaar.
3. Tegelijkertijd stijgt ook het aantal oudere werklozen dat ingeschreven staat bij de arbeids-
bureaus, maar niet naar werk zoekt.
4. Oudere werkzoekenden zijn vaak laag opgeleid, al is het aandeel oudere werkzoekenden
met een opleiding tot en met VBO/MAVO-niveau in 2000 sterk gedaald. Oorzaak is de
toename van het totaal aantal oudere werkzoekenden.
5. Wanneer oudere werkzoekenden een baan vinden, is dat vooral in witte boorden-
beroepen.
6. Van de oudere werkzoekenden heeft ongeveer de helft een salaris, waarvan weer 15%
met een aanvullende uitkering. Ongeveer een derde van deze werkzoekenden heeft alleen
een uitkering. De rest heeft geen eigen inkomen.
7. Het aantal werkvinders van boven de 45 jaar met een uitkering voor de baanvondst is
daarentegen vorig jaar gedaald: van ruim 40.000 in de jaren daarvoor naar 25.000 in
2000. Hiervoor kunnen twee redenen zijn. Dit kan zowel komen doordat de kansrijke uitke-
ringsgerechtigden inmiddels werk hebben als doordat een kleine groep de arbeids-
verplichting heeft. Dat laatste lijkt in eerste instantie niet te kloppen met het gestegen aan-
tal werkzoekenden van 45 jaar en ouder. Echter, het aantal oudere werkzoekenden met
een baan is gestegen (van 40% in 1999 naar 48% in 2000) en het aantal oudere werkzoe-
kenden met een uitkering is procentueel gedaald ten opzichte van 2000. Tevens is het
aantal oudere ingeschrevenen die niet zoeken in 2000 gestegen ten opzichte van 1999
(zie bijlage 12).
8. Van de werkzoekende uitkeringsgerechtigden van boven de 45 jaar heeft de helft een
werkloosheidsuitkering, de rest is ongeveer gelijk verdeeld over bijstand en WAO.
9. Van de formeel ingeschreven uitkeringsgerechtigden van boven de 45 jaar heeft de helft
ABW. De rest is ongeveer gelijk verdeeld over WW/wachtgeld, WAO/AAW en overige uit-
keringen zoals ANW, VUT e.d.
ii Samenvatting
10. Werkzoekenden van boven de 45 jaar oordelen negatiever over hun arbeidsmarktkansen
dan jongeren. Hun inschattingen zijn echter de laatste jaren wel veel optimistischer ge-
worden.
11. Ouderen dan 45 jaar zijn op het gebied van het inkomen minder selectief in het aanvaar-
den van een baan dan jongere werkzoekenden. Ongeveer de helft van hen wil zelfs wel in
inkomen achteruit gaan.
12. Steeds vaker vinden ook ouderen werk zonder daarnaar te hebben gezocht. Ze worden
vaak gevraagd door werkgevers.
13. Ouderen gebruiken niet veel andere intermediairs om naar werk te zoeken dan jongeren,
en blijken vervolgens in grote lijnen ook op dezelfde manier werk te vinden.
Aan de hand van deze gegevens mogen we concluderen dat de kansen van ouderen op de
arbeidsmarkt er anno 2000 een stuk rooskleuriger uitzien dan aan het begin van de jaren ne-
gentig. Dat kan twee redenen hebben:
- Ten eerste moeten de werkgevers het meer van ouderen hebben. Uit HZW blijkt dat de
werkgevers de ouderen vaak zelf vragen of ze bij hen aan slag willen.
- Ten tweede kan het ook zijn dat ouderen denken meer kansen te hebben en meer gaan
zoeken.
De vraag blijft of het vooral bepaalde, kansrijke ouderen zijn die werk vinden. Opvallend is dat
het aantal uitkeringsgerechtigden van boven de 45 jaar, dat werk vindt, in 2000 afneemt.
Daarom is ook niet eenduidig vast te stellen wat er aan de hand is. Mogelijk vinden nu nog
werkloze en uitkeringsgerechtigde ouderen juist geen werk omdat ze niet hoeven te zoeken.
Ook is het mogelijk dat nu alleen kansrijke ouderen werk vinden en zouden niet-kansrijke ou-
deren ook geen werk vinden als ze daar wel naar moeten zoeken.
Op grond van deze cijfers alleen is geen conclusie te trekken over de gevolgen van het instel-
len van een sollicitatieplicht. Wel maakt de toename van de kansen van ouderen op de ar-
beidsmarkt plausibel dat zo'n maatregel enige positieve effecten op de arbeidsparticipatie van
ouderen zou hebben.
1
1 ONTWIKKELING VAN AANTALLEN OUDERE WERKZOEKENDEN
EN WERKVINDERS
De vergrijzing in Nederland zorgt de komende jaren voor een tekort aan arbeidskrachten. Door
de arbeidsdeelname van ouderen te vergroten wil het kabinet dit tekort terug dringen. Een on-
derdeel van het bredere ouderenbeleid is de heroverweging van de ontheffing van de sollicita-
tieplicht voor 57,5-plussers. Voor deze heroverweging is het van belang inzicht te krijgen in de
arbeidsmarktkansen van deze groep, in het bijzonder in die van de uitkeringsontvangers. De
reële arbeidsmarktkansen van uitkeringsontvangende 57,5-plussers kunnen echter niet afge-
leid worden, juist omdat ze geen sollicitatieplicht hebben. Binnen dit onderzoek kijken we
daarom naar de ontwikkelingen in het arbeidsmarktgedrag van andere groepen om daaraan,
voor zover mogelijk, aanwijzingen te ontlenen over de arbeidsmarktkansen van uitkeringsont-
vangende 57,5-plussers. Enerzijds zijn dit de niet-uitkeringsontvangers in de betreffende leef-
tijdscategorie, anderzijds de jongere leeftijdsgroepen. Volgens de Enquête Beroepsbevolking
(EBB) van het CBS is de (netto) arbeidsparticipatie van ouderen de laatste jaren gestaag ge-
stegen1. In 1994 was er een participatiegraad van 61%, in 1999 participeert 69% van deze
groep op de arbeidsmarkt. Wat betreft de groep van 55 tot 64 jarigen is er ook sprake van een
stijging tussen 1992 en 1999. In 1992 was er sprake van 25% participatie. In 1999 was deze
gestegen naar 31%. De vraag die voor dit onderzoek gesteld is, is of de gegevens van het
HZW-onderzoek ook een stijging van het aantal werkvondsten onder ouderen laten zien.
Naast het aantal werkvondsten is verder ook het zoeken naar werk interessant. Immers, als
ouderen niet zoeken, zullen ze meestal ook niet vinden (al worden er ook mensen rechtstreeks
door werkgevers benaderd).
De EBB laat verder ook zien dat het werkloosheidspercentage onder ouderen (vooral in de
groep tussen de 45-54 jaar) is afgenomen. Het bedroeg 5% in 1992, 6% in 1994 tot en met
1997, 5% in 1998 en 3% in 1999. In de groep van 55-64 jaar is het werkloosheidspercentage
redelijk stabiel gebleven. Het bedroeg 3% in 1992, 4% in 1994 tot en met 1997 en in zowel
1998 als 1999 3%. Dit is een tweede aanwijzing dat de arbeidsmarktpositie van ouderen ver-
beterd is. Het roept echter wel verdere vragen op wat nou precies de kansen van ouderen zijn
om een baan te vinden.
Het werkloosheidspercentage van de EBB is echter wat moeilijk te vergelijken met HZW -
cijfers, omdat in de definitie behalve de werkloosheid en het zoekgedrag ook de beschikbaar-
heid en de inschrijving bij het arbeidsbureau zijn opgenomen.
In dit hoofdstuk zijn voor een deel van de tabellen, voor de helderheid, alleen de gegevens
over 1999 en 2000 weergegeven. De volledige tabellen zijn in bijlage 9 en 11 terug te vinden.
Omdat HZW in 1996 slechts in beperkte mate is uitgevoerd, worden over dit jaar geen cijfers
gepresenteerd. Op de getallen, genoemd in de tabellen, zit een marge waar bij het lezen ervan
rekening gehouden dient te worden. Voor een verklaring van de in dit rapport gebruikte be-
grippen verwijzen we naar bijlage 13.
1 De rapportage ouderen 2001 van het Sociaal Cultureel Planbureau is gebaseerd op cijfers uit de EBB en laat derhal-
ve eenzelfde beeld zien.
2 Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders
1.1 Werkzoekenden
In HZW is het totaal aantal werkzoekenden al enkele jaren nagenoeg stabiel. In het jaar 2000
was er sprake van ongeveer 850.000 werkzoekenden, een stijging van 4% ten opzichte van
1999.
In figuur 1 is te zien dat er in de laatste jaren van de jaren negentig ten opzichte van de eerste
jaren van het decennium sprake is van een stijging van het aantal oudere werkzoekenden.
Figuur 1 Werkzoekenden naar leeftijdscategorie ouder dan 45 jaar
werkzoekenden
250000
200000
150000
100000
50000
0
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
45-54 55-64
Tabel 1 Procentueel aantal werkzoekenden naar leeftijdscategorie
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000 % % % % % % % % 15-24 27% 26% 26% 24% 18% 12% 13% 17% 25-34 34% 35% 35% 34% 35% 32% 32% 29% 35-44 27% 26% 24% 25% 27% 31% 31% 26% 45-54 11% 11% 13% 14% 16% 21% 19% 22% 55-64 2% 2% 2% 2% 4% 4% 4% 6% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Uit tabel 1 blijkt in de eerste plaats dat er in de groep werkzoekenden van tussen de 55 en 64
jaar wel een stijging zit, maar dat deze groep maar een klein deel van het totaal aantal werk-
zoekenden blijft uitmaken. De groep werkzoekenden tussen de 45 en 54 jaar laat een verdub-
beling in 2000 ten opzicht van 1992 zien. De oudere (vanaf 45 jaar) werknemers maakten in
1992 nog 13 procent uit van de totale groep werkzoekenden hetgeen in 2000 meer dan twee
keer zoveel is geworden (28%). De vraag is of het toegenomen aantal oudere werkzoekenden
nu betekent dat zij een slechtere arbeidspositie hebben (zij gaan immers meer op zoek naar
werk) of dat hun arbeidspositie juist verbeterd is (ze zoeken meer omdat ze denken dat ze een
kans hebben).
Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders 3
Het aantal jongeren van 25-44 jaar dat (op enig moment) op zoek is naar werk laat in het jaar
2000 een daling in omvang zien ten opzichte van 1999. Dit is mogelijk te verklaren aan de
hand van de gunstige economische situatie en de bijkomende arbeidskrapte. Jonge werkne-
mers zijn zo gewild op de arbeidsmarkt, dat ze heel snel de baan kunnen krijgen die ze graag
willen hebben; daardoor dalen de benodigde zoekperiode en het gemiddelde aantal werkzoe-
kenden.
Tabel 2 Aantal werkzoekenden 45+ met en zonder een betaalde baan (x1000)
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000 Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Ja 39 39 44 42 71 107 93 124 Nee 74 76 93 102 113 130 96 115 Totaal 112 116 136 144 185 237 189 239
Tabel 3 Percentage werkzoekenden 45+ met en zonder een betaalde baan
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000 % % % % % % % % Ja 34% 34% 32% 29% 39% 45% 49% 52% Nee 66% 66% 68% 71% 61% 55% 51% 48% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Tussen oudere werkzoekenden die vanuit een baan zoeken en werkloze oudere werkzoeken-
den zijn trendmatige verschillen te zien. De omvang van de eerste groep laat tussen 1992 en
2000 een aanzienlijke stijging zien, bij de tweede groep is de stijging kleiner (zie tabel 2). Meer
werkende ouderen gaan vanuit een baan op zoek naar een andere baan. Kennelijk zijn zij
steeds optimistischer gestemd over hun kansen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De
daling in 1999 is geen enquêteartefact maar betreft de juiste waarden zoals waargenomen
door HZW.
Bij werkloze werkzoekenden boven de 45 jaar is het beeld wezenlijk anders. Het aantal werk-
loze werkzoekenden in deze leeftijdsgroep ligt in 2000 op nagenoeg hetzelfde niveau als in
1997. Dat de groei van het aantal werkloze werkzoekenden van boven de 45 jaar wat lager
ligt, kan komen doordat toch steeds meer alleen de groep `moeilijke' werklozen overblijft. Dat
de `moeilijke' werklozen overblijven zou betekenen wel dat de `betere' werklozen nu wel goede
arbeidsmarktkansen heeft en een baan vind.
1.2 Werkvinders
Het aantal personen dat op zoek is naar werk is een indicatie voor de arbeidsmarktkansen.
Het is voor de inschatting van deze arbeidsmarktkansen echter ook belangrijk of de betrokke-
nen ook daadwerkelijk een baan vinden. Over deze `werkvinders' biedt HZW ook de nodige
informatie. Het totaal aantal werkvinders volgens HZW is vanaf 1998 redelijk constant geble-
ven (1,14 miljoen in 1998, 1,18 miljoen in 1999 en opnieuw 1,14 miljoen in 2000). Het aantal
oudere werkvinders stijgt de afgelopen jaren aanzienlijk (figuur 2 en tabel 4). In 2000 waren er
ruim 120.000 werkvinders in de leeftijdsgroep 45-54 jaar. In de leeftijdsgroep 55-64 jaar zijn er
4 Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders
in 2000 circa 26.000 werkvinders. Opvallend aan deze gegevens is verder de afname van het
aantal werkvinders in de jongste categorie (15-24 jaar). Een verklaring hiervoor is opnieuw dat
jongeren na het verlaten van school sneller een aantrekkelijke baan vi nden en dan niet meer
verder zoeken.
Figuur 2 Werkvinders naar leeftijdscategorie.
werkvinders
140000
120000
100000
80000
60000
40000
20000
0
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
45-54 55-64
Tabel 4 Procentueel aantal werkvinders naar leeftijd.
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
15-24 47% 46% 46% 43% 33% 32% 31% 28%
25-34 31% 32% 34% 36% 38% 37% 35% 37%
35-44 17% 17% 14% 15% 19% 21% 22% 22%
45-54 5% 5% 6% 6% 8% 9% 9% 11%
55-64 1% 1% 1% 0% 2% 1% 2% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Op basis van deze gegevens (plus de absolute aantallen in bijlage 1) valt te concluderen dat de arbeidsmarktkansen van ouderen de laatste jaren verbeterd zijn ten opzichte van het begin van de jaren negentig. In tijden van economische groei is dat ook logisch. Door de arbeids- krapte die de economische groei met zich mee brengt zijn er minder jonge werknemers voor- handen (deze willen de werkgevers als eerste hebben). Dat geeft de ouderen meer kansen op de arbeidsmarkt. Door het `gat' in 1996 lijken de cijferreeksen niet geheel vergelijkbaar. De stijging tussen 1995 en 1997 is echter de stijging zoals door HZW waargenomen.
Opgemerkt dient te worden dat het bij de 45- tot 55-jarigen om substantiële aantallen baan-
vondsten gaat (tussen 1995 en 2000 vinden per jaar ruim 80.000 meer personen een baan),
terwijl bij de 55- tot 65-jarigen de groei in absolute aantallen aanzienlijk lager ligt. Vergeleken
met 1995 hebben van deze groep 23.000 extra personen een baan gevonden. Het feit dat
voor het merendeel van de uitkeringsontvangers onder hen geen sollicitatieplicht geldt, kan
daaraan wellicht debet zijn.
Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders 5
De tabellen 5 en 6 (zie ook bijlage 11) geven inzicht in de mate waarin werkvinders van boven de 45 jaar reeds een baan hadden voordat ze de nieuwe baan wisten te vinden.
Tabel 5 Aantal werkvinders 45+ met een betaalde baan voor baanvondst (x1000) Baan voor baanvondst 1999 2000 Aantal Aantal Ja 62 61 Nee 67 85 Totaal 129 146
Tabel 6 Percentage werkvinders 45+ met een betaalde baan voor baanvondst Baan voor baanvondst 1999 2000 % % Ja 52% 42% Nee 48% 58% Totaal 100% 100%
Uit de tabellen is af te leiden dat er in de jaren 1992 tot en met 1995 nauwelijks werkloze ou-
deren waren die een baan wisten te vinden. In het jaar 2000 hebben 85.000 personen ouder
dan 45 jaar vanuit werkloosheid een baan weten te vinden. Dit is een stevige toename ten op-
zichte van het jaar daarvoor. Uit nadere analyse (zie bijlage 11) blijkt dat dit vooral gaat om
langer dan één jaar werklozen. Het aantal langdurig werklozen dat een baan vindt is ongeveer
tweemaal zo groot als in 1999.
1.3 Formeel ingeschrevenen
Een laatste interessante categorie is die van de ingeschrevenen die niet op zoek zijn naar be-
taald werk. HZW hanteert daarvoor de term "formeel ingeschrevenen". Deze categorie is inte-
ressant omdat hier wellicht een groep ouderen onder valt die nog wel aan het arbeidsproces
kan deelnemen, maar dit niet doen omdat ze niet verplicht worden tot het zoeken naar werk.
Figuur 3 Formeel ingeschrevenen naar leeftijdscategorie
Formeel Ingeschrevenen
80000
70000
60000
50000
40000
30000
20000
10000
0
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
45-54 55-64
6 Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders
Tabel 7 Procentueel aantal formeel ingeschrevenen naar leeftijd
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
15-24 34% 30% 24% 26% 23% 29% 29% 26%
25-34 22% 24% 27% 27% 27% 19% 21% 17%
35-44 21% 20% 24% 21% 20% 23% 21% 24%
45-54 15% 18% 17% 17% 20% 19% 20% 22%
55-64 9% 8% 9% 8% 11% 10% 9% 11%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Bij de formeel ingeschreven zien we een duidelijke stijging vanaf 1992 van het aantal oudere
ingeschrevenen dat niet naar werk zoekt. In 2000 zijn er ruim 77.000 formeel ingeschrevenen
tussen de 45 en 54 jaar. In de groep daarboven zijn er ruim 36.500 ingeschrevenen die niet
naar werk zoeken.
Tabel 8 Aantal formeel ingeschrevenen 45+ met en zonder een betaalde baan (x1000)
Momenteel betaalde baan 1999 2000 Aantal Aantal Ja 61 44 Nee 51 70 Totaal 116 114
Tabel 9 Procentueel aandeel formeel ingeschrevenen 45+ met en zonder een betaalde baan
Momenteel betaalde baan 1999 2000 % % Ja 54% 38% Nee 46% 62% Totaal 100% 100%
Het aantal formeel ingeschrevenen met een baan is in 2000 ten opzichte van 1999 afgeno-
men, terwijl het aantal formeel ingeschrevenen zonder baan is gestegen. De reden van het
laatste zou kunnen zijn dat de arbeidsbureaus worden omgebouwd tot centra voor werk en
inkomen (CWI). De instantie waar de werklozen ingeschreven staan worden dan ook verant-
woordelijk voor het betalen van de uitkeringen. Hierdoor kan het zijn dat de ouderen verplicht
worden zich vaker in te schrijven. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de ouderen die
eerst ingeschreven stonden en wel zoekend waren nu aangeven niet langer naar werk te zoe-
ken. Ondanks de goede economische situatie en de krapte op de arbeidsmarkt is het deze
groep nog niet gelukt een baan te vinden. Hierdoor zijn ze moedeloos geraakt over de eigen
situatie en hebben besloten, omdat het zoeken toch niet lukt, de zoektocht naar werk te beëin-
digen. Een derde verklaring voor de stijging van formeel ingeschrevenen zonder baan kan ge-
legen zijn in het feit dat er op 1 juli 1999 voor de 57,5-plussers een inschrijfplicht is gaan gel-
den. Omdat die inschrijfplicht op dit moment zonder sollicitatieplicht is, vallen deze personen
onder de formeel ingeschrevenen.
Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders 7
In de hierop volgende hoofdstukken komen meer specifieke variabelen aan de orde. Het gaat om de achtergrondkenmerken van de ouderen en de manier waarop ze een baan zoeken of vinden. Er is een indeling in twee leeftijdscategorieën gehanteerd (jonger dan 45 jaar en 45 jaar of ouder), dit, omdat anders de celvulling te klein zou worden.
8 Ontwikkeling van aantallen oudere werkzoekenden en werkvinders
9
2 ACHTERGRONDKENMERKEN VAN OUDERE WERKZOEKENDEN
EN WERKVINDERS
Uit hoofdstuk 1 is gebleken dat personen ouder dan 45 jaar in toenemende mate naar werk
zoeken en ook vinden. Daarmee is nog niet de vraag beantwoord of deze blijkbaar toegeno-
men kansen op een baan ook gelden voor uitkeringsontvangers die momenteel geen sollicita-
tieplicht hebben en, zo ja, of dat voor deze groep in zijn geheel geldt of slechts voor bepaalde
groepen daaruit. Derhalve gaat dit hoofdstuk in op een aantal achtergrondkenmerken van ou-
dere werkzoekenden en werkvinders, en de ontwikkelingen die deze kenmerken door de jaren
heen laten zien. Achtereenvolgens gaat de aandacht uit naar:
- sexe
- opleidingsniveau
- aard van de gezochte en gevonden functie
- inkomen.
2.1 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar sexe
Bijlage 2 bevat een aantal analyses van werkzoekenden en werkvinders naar geslacht. Uit
deze tabellen komt het volgende naar voren:
- Door de jaren heen is de totale groep werkzoekenden ongeveer gelijk verdeeld over man-
nen en vrouwen. Binnen de werkzoekenden van boven de 45 jaar zijn echter tot 1994 de
vrouwen en vanaf 1997 de mannen oververtegenwoordigd.
- Onder alle werkvinders zijn door de jaren heen de mannen licht oververtegenwoordigd.
Laat de groep werkvinders boven de 45 jaar tot en met 1994 een oververtegenwoordiging
van vrouwen zien, de jaren daarna lijken ouderen qua samenstelling naar sexe meer op
de totale groep werkvinders. Alleen in het jaar 2000 is er sprake van een lichte oververte-
genwoordiging van vrouwen.
- Onder de niet-zoekende ingeschrevenen bij de arbeidsbureaus ("formeel ingeschre-
venen") is er in het algemeen jarenlang sprake geweest van een oververtegenwoordiging
van vrouwen. Die is in het jaar 2000 verdwenen. Bij de oudere ingeschrevenen zien we die
oververtegenwoordiging van vrouwen nog wel, al kent de verhouding tussen mannen en
vrouwen in de leeftijdscategorie boven de 45 jaar een vrij grillig verloop.
2.2 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar opleidingsniveau
Bijlage 3 bevat analyses van werkzoekenden en werkvinders naar opleidingsniveau, zowel
met als zonder uitkering.1 Daarbij geldt het volgende beeld:
- Door de jaren heen is het aandeel werkzoekenden met ten hoogste een VBO/MAVO-
opleiding steeds sterker afgenomen (vanaf 1997 iets meer dan een kwart van alle werk-
zoekenden). Bij de werkzoekenden van boven de 45 jaar is tot en met 1999 het aandeel
1 De percentages tellen in dit geval niet altijd op naar 100% doordat van een deel van de respondenten geen oplei-
dingsniveau was vast te stellen (bijvoorbeeld omdat het om buitenlandse opleidingen ging).
10 Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders
lager opgeleide werkzoekenden steeds aanzienlijk groter geweest (in 1997-1999 ongeveer
40%) dan in de gehele werkzoekendenpopulatie. In het jaar 2000 is dat aandeel opeens
sterk gedaald, vooral door een toename van het totale absolute aantal oudere werkzoe-
kenden.
- Voor de werkvinders geldt ongeveer hetzelfde beeld, al is daarin over de hele linie het
aandeel laag opgeleiden nog iets lager. Bij de oudere werkvinders is in 1994 het aandeel
laag opgeleiden het hoogst; destijds was ook het totaal aantal oudere werkvinders het
laagst. Vanaf dat jaar stijgt niet alleen het absolute aantal oudere werkvinders, maar ook
het aandeel hoog opgeleiden daarin.
- Zoals uit het eerste hoofdstuk van dit rapport blijkt, is de groep formeel ingeschrevenen
samengesteld uit een groep personen, die reeds werk heeft gevonden aan de ene kant, en
een groep die, hoewel nog steeds werkloos, niet of niet langer op zoek is naar werk, bij-
voorbeeld omdat zij ontmoedigd zijn. Dat verklaart mogelijk het grillige verloop van het op-
leidingsniveau binnen deze totale groep. Tot 1997 stijgt het aandeel hoger opgeleiden, in
1998 valt het aandeel daarvan opeens sterk terug, waarna het weer langzaam stijgt. Bij de
oudere formeel ingeschrevenen zien we door de jaren heen een stijging van het aandeel
hoger opgeleiden. Dat zijn werkvinders, die zich nog niet hebben uitgeschreven. Opval-
lend is dat het aantal lager opgeleide formeel ingeschrevenen al jarenlang rond de 50.000
ligt. De groep formeel ingeschrevenen bevat ook degenen van 57,5 jaar die vanaf 1 juli
1999 wel een sollicitatie- en acceptatieplicht hebben, maar van wie niet verwacht wordt dat
zij actief naar werk zoeken.
2.3 (Oudere) werkzoekenden en werkvinders naar functie
Bijlage 4 geeft weer welke functies werkzoekenden zoeken, en welke werkvinders hebben ge-
vonden. Ter wille van de overzichtelijkheid zijn ze ingedeeld in twee groepen: blauwe en witte
boorden beroepen. Onder witte boorden beroepen worden alle beroepen verstaan waarbij
geen fysieke inspanning vereist is (bijvoorbeeld administratieve functies). Blauwe boorden be-
roepen zijn daarentegen beroepen waarbij wel een fysieke inspanning vereist is (bijvoorbeeld
beroepen in de bouw). Bij de werkzoekenden komt daar nog een categorie zonder bepaalde
voorkeur bij. Overigens lijkt deze groep in het verleden vaak in een blauwe boordenberoep zijn
terecht gekomen.
- Bij de werkzoekenden neemt het aandeel van de zoekers naar een blauwe boordenberoep
steeds verder af. Dat betekent overigens niet dat het aandeel personen op zoek naar witte
boordenberoepen erg toeneemt. Wat vooral toeneemt is het percentage personen zonder
bepaalde beroepsvoorkeur.
- Dat speelt ook bij de groep van boven de 45 jaar, al gaat daar de ontwikkeling wat minder
snel. Van hen heeft in het jaar 2000 een kwart geen voorkeur, en wil 13% een blauwe
boordenberoep.
- Bij de werkvinders zien we een afname van het aandeel vondsten in blauwe boordenbe-
roepen van ruim een derde naar een kwart. Overigens is het absolute aantal baanvond-
sten in blauwe boordenberoepen door de jaren heen niet erg veranderd. Van 1998 tot
2000 is een lichte daling waar te nemen. Verklaring is waarschijnlijk dat er geen gekwalifi-
ceerde werkzoekenden voorhanden zijn. Zowel het aandeel als het aantal werkvondsten in
witte boordenberoepen is toegenomen.
Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders 11
- Bij de werkvinders van boven de 45 jaar is de ontwikkeling praktisch dezelfde. Het aandeel
werkvinders in blauwe boordenberoepen is gedaald van ruim een derde naar ongeveer
een kwart. In absolute zin is het aantal oudere werkvinders in blauwe boordenberoepen de
laatste vier jaar iets gestegen. Het aantal werkvinders van boven de 45 jaar in witte boor-
denberoepen stijgt gestaag; van 60.000 in 1997 naar ruim 100.000 in het jaar 2000.
2.4 De inkomenspositie van (oudere) werkzoekenden en werkvin-
ders
Soort inkomen: salaris en uitkering
Bijlagen 10 en 11 bevatten gegevens over de inkomenspositie van werkzoekenden en werk-
vinders. Uiteraard is hier sprake van sterke samenhang met de mate waarin men al dan niet
een baan heeft (werkzoekenden, formeel ingeschrevenen) danwel een baan had voordat men
een baan vond (werkvinders).
- Van de werkzoekenden in het algemeen heeft dan ook een steeds groter deel een salaris.
Door de jaren heen is het percentage jongere werkzoekenden met een salaris gestegen
van 56% in 1992 via 51% in 1994 naar 65% in 2000. Daarvan heeft in 2000 een klein deel
(bijna 10%) ook nog een aanvullende uitkering. Het aandeel uitkeringsgerechtigden onder
de werkzoekenden neemt zowel in aandeel als in aantal af. Onder de jongere werkzoe-
kenden is het sinds 1994 aanzienlijk meer dan gehalveerd (van 280.000 naar 100.000).
Een veel stabieler beeld laten het aantal en het aandeel personen zonder eigen inkomen
dat op zoek is naar werk zien (in 2000 ongeveer 80.000; 13%).
- Van de werkzoekenden van boven de 45 jaar heeft in het jaar 2000 iets meer dan de helft
een salaris, waarvan 15% met ook nog een aanvullende uitkering. Het aandeel oudere
werkzoekenden met een salaris is sinds 1992 bijna verdubbeld. In absolute aantallen is de
stijging nog veel groter, het aantal is driemaal zo groot. Het aandeel oudere werkzoeken-
den met alleen een uitkering ligt na een stijging rond 1995 in 2000 ongeveer op een derde.
In absolute zin ligt het aantal werkzoekenden van boven de 45 jaar met alleen een uitke-
ring al sinds 1994 stabiel op ongeveer 80.000. Het aantal oudere werkzoekenden zonder
eigen inkomen ligt al jaren rond de 20.000.
Tabel 10 Inkomensverdeling voor werkzoekenden ouder dan 45 jaar (x1000)
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000 Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Alleen salaris 29 30 32 26 55 74 69 112 Alleen uitkering 45 49 77 84 90 93 69 84 Salaris + uitkering 14 12 12 17 15 37 21 16 Salaris + iets anders 3 5 4 3 Geen eigen inkomen 23 22 12 14 18 20 18 17 Weet niet/geen antwoord .4 2 3 3 1 2 0 .1 Anders 4 6 9 4 Totaal 112 116 1366 1446 185 237 189 236
12 Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders
Of werkvinders een uitkering hadden voor de baanvondst, is pas de laatste drie jaar van HZW
(1998-2000) vastgesteld. Opvallend is dat zowel het aandeel (op het totaal aantal werkvinders)
als het aantal uitkeringsgerechtigden dat werk weet te vinden in deze periode aanzienlijk is
gedaald. Van de werkvinders onder de 45 jaar had in 1998 24% een uitkering en in 2000 15%.
De reden hiervoor kan zijn dat de `beste' uitkeringsgerechtigden inmiddels al aan de slag zijn
(of bij de huidige arbeidsmarkt niet uitkeringsgerechtigd worden) danwel dat er te weinig uitke-
ringsgerechtigden naar werk zoeken. Er is dus geen eenduidig antwoord te geven op de vraag
of ouderen juist geen werk vinden omdat ze niet hoeven te zoeken of dat de kansrijke ouderen
inmiddels werk hebben gevonden, terwijl de anderen, ook wanneer ze wel naar werk moeten
zoeken, geen werk zullen vinden.
Tabel 11 Uitkering voor baanvondst (x1000)
Uitkering voor baanvondst 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Ja 45 43 25
Nee 72 87 120
Totaal 117 129 146
- Bij de oudere werkvinders daalde het aandeel uitkeringsgerechtigden van 38% naar 17%.
In 2000 vonden ongeveer 25.000 uitkeringsgerechtigden van boven de 45 jaar werk.
- Zoals eerder gesteld zijn de formeel ingeschrevenen (niet-zoekende ingeschrevenen) in
grote lijnen in te delen in twee groepen: een groep die al een baan gevonden heeft en een
groep die om andere redenen (bijvoorbeeld vanwege gepercipieerde slechte arbeids-
marktkansen) niet actief op zoek is naar werk. Van de formeel ingeschrevenen van onder
de 45 jaar had tot 1997 iets minder dan de helft een salaris als inkomen, vanaf 1998 ligt
dat percentage op 55-60%. Opmerkelijk is wel een daling van het aandeel formeel inge-
schrevenen met een combinatie van salaris en uitkering in 2000 naar 10% van de groep.
Het aandeel formeel ingeschrevenen van onder de 45 jaar met alleen een uitkering
schommelt rond de 30%. In aantal ligt het de laatste jaren redelijk stabiel op ongeveer
75.000. Ten slotte heeft een dalend percentage van de formeel ingeschrevenen tot 45 jaar
geen eigen inkomen (in 2000 10%).
- Van de formeel ingeschrevenen van boven de 45 jaar heeft in 2000 ruim de helft alleen
een uitkering. Daarmee is het percentage weer terug op het "normale niveau" na een da-
ling in 1999; in dat laatste jaar was het percentage formeel ingeschrevenen met een com-
binatie van loon en uitkering erg hoog (24%). Dat ligt in 2000 relatief laag met 12%. In ab-
solute zin ligt het aantal formeel ingeschrevenen van boven de 45 jaar met alleen een uit-
kering het jaar 2000 wel erg hoog, namelijk op bijna 60.000; van 1997-1999 lag het in de
40.000, terwijl het voor 1995 steeds in de 20.000 zat. Het aantal formeel ingeschrevenen
boven de 45 jaar met geen eigen inkomen is de laatste jaren wel iets gestegen, maar ligt
nog steeds onder de 10.000.1 Ten slotte laat ook het aantal formeel ingeschrevenen van
boven de 45 jaar met een salaris weliswaar door de jaren heen een stijging zien, maar is
nog steeds niet erg hoog: het ligt in het jaar 2000 iets boven de 25.000 (23% van de totale
groep formeel ingeschrevenen boven de 45 jaar).
1 Het verschil is dan ook niet statistisch significant.
Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders 13
Soort uitkering
Van werkzoekenden en formeel ingeschrevenen is bekend wat voor soort uitkering ze hebben.
Bijlage 12 verdeelt deze groepen in naar de volgende categorieën:
- personen zonder uitkering met werk
- personen zonder uitkering zonder werk
- personen met een gemeentelijke uitkering (ABW, IAOW, IAOZ)
- personen met een werkloosheidsuitkering (WW, wachtgeld)
- personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (AAW, WAO, invaliditeitspensioen)
- personen met overige uitkeringen (studiefinanciering, AOW, VUT e.d.).
Bij meer uitkeringen hebben we geprobeerd mensen in te delen bij de uitkering waar ze het
grootste deel van hun inkomen aan ontleenden.
- Van de werkzoekenden onder de 45 jaar zijn de aandelen personen met de verschillende
soorten uitkeringen verrassend gering. Wel zien we duidelijke trends: het aandeel werk-
zoekenden met een WW(-achtige) uitkering is dalend, dat van de WAO-ers en overige uit-
keringen stijgt. Bij de ABW-ers e.d. is het beeld wisselend. Mogelijk houdt dat ermee ver-
band dat in 1999 de meest kansrijke ABW-ers door gemeenten en Arbeidsvoorziening zijn
opgepikt, zodat er in 2000 vooral de fase 4-uitkeringsgerechtigden overbleven.
- Van de niet-zoekende ingeschrevenen onder de 45 jaar met een uitkering heeft de helft
een bijstandsuitkering. Er is een stijgend aantal jongere formeel ingeschrevenen met een
WAO-uitkering.
- Van de werkzoekenden boven de 45 jaar heeft een kwart een werkloosheidsuitkering
(60% van de uitkeringsgerechtigden in deze groep). Dat aandeel daalt licht. In absolute
aantallen gaat het in 2000 om ongeveer 55.000 personen. Bij de overige werkzoekenden
met een uitkering in deze leeftijdsgroep gaat het ongeveer in gelijke mate om bijstandsge-
rechtigden als WAO-gerechtigden.
- Van de formeel ingeschrevenen boven de 45 jaar met een uitkering heeft de helft een bij-
standsuitkering, de rest is ongeveer gelijkelijk verdeeld onder WW-ers, WAO-ers en per-
sonen met overige uitkeringen. Het aantal formeel ingeschreven boven de 45 jaar met een
bijstandsuitkering is in 2000 gestegen van ongeveer 25.000 naar ongeveer 35.000.
14 Achtergrondkenmerken van oudere werkzoekenden en werkvinders
15
3 HET ZOEKGEDRAG VAN OUDERE WERKZOEKENDEN
In dit hoofdstuk komt achtereenvolgens aan de orde hoe (oudere) werkzoekenden hun kan-
sen op de arbeidsmarkt inschatten, in welke mate waarin men bepaalde banen accepteert en
de kanalen die werkzoekenden van verschillende leeftijd gebruiken in hun zoektocht naar werk
aan de orde.
3.1 Inschatting van kansen op de arbeidsmarkt
Inschatting van de relatieve concurrentiepositie
Bijlage 5 geeft weer hoe werkzoekenden van onder en boven de 45 jaar oordelen over hun
concurrentiepositie ten opzichte van andere werkzoekenden die dezelfde baan zoeken. Daar-
uit komt het volgende beeld naar voren:
- Van de jongere werkzoekenden denkt door de jaren heen 40 tot 50% dat hun kansen op
de arbeidsmarkt relatief goed zijn. Vanaf 1997 is het optimisme toegenomen. Het percen-
tage jongere werkzoekenden dat de kansen positief inschat ligt de laatste jaren op 50%.
- Oudere werkzoekenden zijn altijd duidelijk minder positief geweest. De gemiddelde score
positievelingen ligt in de jaren 1992-1999 op 25%. In het jaar 2000 is echter sprake van
een opmerkelijke toename van het optimisme onder oudere werkzoekenden. Dat jaar oor-
deelt 37% van de oudere werkzoekenden positief over hun kansen.
Inschatting van het aantal beschikbare banen
Bijalge 5 biedt ook informatie over het aantal geschikte banen dat men beschikbaar denkt op
de arbeidsmarkt:
- De werkzoekenden tot 45 jaar zijn vanaf 1994 steeds positiever geworden over het aantal
beschikbare banen. In 2000 oordeelt 57% dat er veel banen in hun richting beschikbaar
zijn, terwijl 23% weinig kansen ziet.
- De werkzoekenden boven de 45 jaar worden ook steeds optimistischer. Daarvan is in het
jaar 2000 44% positief over het aantal beschikbare banen, terwijl 33% weinig mogelijk-
heden ziet.
3.2 Selectiviteit van het zoekgedrag
Door de jaren heen zijn verschillende vragen gesteld over de mate waarin werkzoekenden
onder bepaalde condities bereid waren een baan te accepteren. De laatste twee jaar (1999 en
2000) hebben de vragen zich met name gericht op het inkomen, op de verhuisbereidheid en
op de reistijd waartoe men bereid was. Bijlage 6 bevat de antwoorden op die vragen.
Inkomen
- Als het inkomen zou afnemen wanneer men een baan zou krijgen, dan denkt de helft van
de oudere werkzoekenden dat zij die baan toch nog zouden aannemen. Zij handelen
daarmee minder selectief dan de werkzoekenden onder de 45 jaar, waarvan het grootste
deel (57%) in 2000 zei een dergelijk aanbod af te zullen slaan.
- Bij een gelijkblijvend inkomen neemt tweederde van de oudere werkzoekenden de baan
aan. Van de werkzoekenden van onder de 45 jaar zegt 59% dat te doen.
16 Het zoekgedrag van oudere werkzoekenden
Tot 1998 is ook gevraagd of men de baan alleen zou aanvaarden bij een inkomensstijging van
200,- en bij minder niet. Die mening is door de jaren heen een steeds kleinere groep toege-
daan. In 1998 zou 16% van de werkzoekenden een werkaanbod aanbod afslaan als ze daar-
mee niet tenminste 200,- meer zouden gaan verdienen. Het beeld voor personen boven en
onder de 45 jaar is vrijwel vergelijkbaar.
Afstand tot het werk
- Werkzoekenden van boven de 45 jaar zijn over het algemeen minder bereid te verhuizen
voor het werk dan jongere werkzoekenden. Het verschil is minder groot dan men mis-
schien zou denken (ouderen hebben immers vaker een eigen huis): in 2000 is 63% van de
werkzoekenden onder de 45 jaar niet bereid te verhuizen tegen 68% van de werkzoeken-
den van boven de 45.
- De reistijd waartoe werkzoekenden bereid zijn, is bij de onder en boven 45-jarigen vrijwel
vergelijkbaar. Van de werkzoekenden van boven de 45 jaar is in het jaar 2000 41% slechts
bereid tot een half uur reizen, nog eens 45% wil maximaal een uur onderweg zijn, terwijl
10% ook tot een langere reistijd dan een uur bereid is.
In het HZW-onderzoek voor 2001 wordt een groot aantal extra vragen over de bereidheid van werkloze werkzoekenden om onder bepaalde condities een baan te aanvaarden opgenomen.
3.3 Zoekkanalen
Zoekkanalen van werkzoekenden
In bijlage 7 staat hoe oudere en jongere werkzoekenden op zoek zijn naar werk:
- De antwoorden van de werkzoekenden ouder dan 45 jaar laten net als de jongere werk-
zoekenden in het jaar 2000 een fikse groei zien in de categorie anders. Zij zoeken dus
steeds meer via kanalen als internet, teletekst/de kabelkrant of een stage.
- Advertenties blijven over de jaren het belangrijkste medium om een baan te zoeken. Vanaf
1994 is echter een procentuele daling in het gebruik van advertenties te zien. In 1994
zocht 91% van zowel de jongeren als de ouderen via advertenties. In 2000 is dat aandeel
gedaald naar respectievelijk 70% en 73%. Absoluut gezien is het aandeel van de adver-
tenties bij de oudere werkzoekers verdubbeld in 2000 ten opzichte van 1992, terwijl het
absolute aantal advertenties bij de jongere werkzoekenden bijna gehalveerd is. Dit is ui-
teraard verklaarbaar door het stijgende aantal oudere werkzoekenden en het afnemende
aantal jongere werkzoekenden.
- In het gebruik van bureaus (zowel uitzendbureaus als arbeidsbureaus) zien we een stij-
ging tot 1999 waarna we zowel bij de ouderen als de jongeren een flinke daling zien (res-
pectievelijk 22% en 16%).
- Informele kanalen worden voor beide groepen ook steeds minder belangrijk. Waar in 1994
nog 69% van de oudere werkzoekers via informele kanalen zocht, gebruikt in 2000 nog
maar 45 % van deze groep informele kanalen als zoekkanalen. Bij de jongere werkzoe-
kers is het percentage informele kanalen vanaf 1994 nog iets harder gedaald (van 74% in
1994 tot 44% in 2000).
Het zoekgedrag van oudere werkzoekenden 17
Succesvolle zoekkanalen: hoe vinden werkzoekenden werk?
Bijlage 8 bevat informatie over de manier waarop werkvinders zeggen hun baan te hebben
gevonden:
- De antwoorden van werkvinders van boven de 45 jaar laten (net als hun jongere soortge-
noten) een fiks percentage (een derde van alle werkvinders in deze leeftijdscategorie) zien
van mensen die via "overige kanalen" aan het werk zeggen te zijn gekomen.1 Dit zijn
vooral mensen die voor de baanvondst niet actief hebben gezocht. Ze zijn vaak door
werkgevers rechtstreeks benaderd. Verder vindt in 2000 bijna een vijfde van de werkvin-
ders van boven de 45 jaar de baan via een personeelsadvertenties, 17% via het uitzend-
bureau en 13% via informele kanalen (kennissen en familie), nog eens 13% via spontane
sollicitaties en 5% via het arbeidsbureau of CWI.
- Door de jaren heen is het aandeel van de "overige kanalen" sterk gestegen. Dat gaat
vooral ten koste van de informele kanalen. Een mogelijke verklaring is dat men eerder
door een werkgever gevraagd wordt, dan dat daar nog de tussenschakel van een familielid
of kennis tussen zit. Het aandeel van de personeelsadvertentie is over het algemeen sta-
biel. Het aandeel van de uitzendbureau is in de jaren 1997-2000 groter dan in het begin
van de jaren negentig.
- Het beeld bij de oudere werkvinders verschilt niet veel van dat bij de jonger dan 45-jarigen.
Die vinden relatief gezien wat minder vaak via uitzend- of arbeidsbureau, personeelsad-
vertenties en via spontane sollicitaties werk, en vaker via informele en overige kanalen.
- Een blik op de absolute aantallen werkvondsten via de verschillende kanalen laat zien dat
het bij alle kanalen toch vooral om onder de 45-jarigen gaat, en dat alle kanalen de laatste
jaren steeds meer ouderen aan het werk helpen.2
1 Het is de bedoeling in HZW 2001 meer aandacht te besteden aan de uitsplitsing van deze kanalen.
2 Al moet wel rekening worden gehouden met relatief kleine aantallen respondenten.
18 Het zoekgedrag van oudere werkzoekenden
19
BIJLAGE 1 AANTALLEN WERKZOEKENDEN, WERKVINDERS EN FOR- MEEL INGESCHREVENEN NAAR LEEFTIJD
Op de getallen genoemd in de tabellen in de bijlage zit een marge. Deze dienen derhalve niet
zo exact gelezen te worden als ze zijn vermeld.
Aantal werkzoekenden naar leeftijdscategorie
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
15-24 239213 226629 237423 211869 166492 119148 109108 140710
25-34 297961 312749 318463 297920 328503 307168 261194 248646
35-44 236737 227581 215376 218319 256715 293103 254630 221636
45-54 93799 98731 115774 123082 151331 196344 152564 187479
55-64 18547 16892 20690 21040 33226 40535 36296 51064
Totaal 886257 882520 907726 872231 936267 956298 813792 849535
Aantallen werkvinders naar leeftijd.
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
15-24 407652 370819 293958 280802 320446 363421 369621 314518
25-34 263165 257324 214453 234519 374806 421423 415293 421318
35-44 143893 136017 89004 97931 189414 235708 261400 255919
45-54 40209 37926 36123 36902 83319 106106 106271 120041
55-64 4495 7149 4982 3008 15023 10890 22822 26044
Totaal 859414 809235 638520 653162 983008 1137548 1175406 1137840
Aantal formeel ingeschrevenen naar leeftijd.
Leeftijd 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
15-24 59074 56681 45016 55770 63061 86069 88250 79320
25-34 37754 45595 49816 56041 75268 54556 64380 53140
35-44 35329 38863 43883 44752 54855 66415 63940 73731
45-54 25093 34379 31745 36553 55979 56371 61791 67036
55-64 14799 15012 16113 17696 30999 30676 27885 34542
Totaal 172049 190529 186573 210812 280162 294087 306246 307768
20 Bijlage 1 Aantallen werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar leeftijd
21
BIJLAGE 2 WERKZOEKENDEN, WERKVINDERS EN FORMEEL INGE-
SCHREVENEN NAAR GESLACHT
Werkzoekenden
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 383186 381519 392584 379731 354498 359663 307283 315952
Vrouw 390724 385440 378677 348377 397213 359757 307283 295041
Werkzoekenden
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 50% 50% 51% 52% 47% 50% 50% 52%
Vrouw 50% 50% 49% 48% 53% 50% 50% 48%
Werkzoekenden 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 51308 56625 65775 72846 103813 134168 100172 133403
Vrouw 61039 58935 70690 71276 80744 102710 88687 105140
Werkzoekenden 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 46% 49% 48% 51% 56% 57% 53% 56%
Vrouw 54% 51% 52% 49% 44% 43% 47% 44%
Werkvinders
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 418891 396903 333097 357980 489391 529458 531692 501418
Vrouw 395819 367256 264318 255271 395275 491094 514622 490338
Werkvinders
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 51% 52% 56% 58% 55% 52% 51% 51%
Vrouw 49% 48% 44% 42% 45% 48% 49% 49%
22 Bijlage 2 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar geslacht
Werkvinders 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 21486 20997 18418 20570 55111 59591 66558 69685
Vrouw 23218 24078 22687 19340 43231 57406 62534 76400
Werkvinders 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 48% 47% 45% 52% 56% 51% 52% 48%
Vrouw 52% 53% 55% 48% 44% 49% 48% 52%
Formeel ingeschrevenen
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 58635 63635 51209 61532 75566 94650 90031 100823
Vrouw 73522 77504 87505 95030 117618 112391 126538 105368
Formeel ingeschrevenen
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 44% 45% 37% 39% 39% 46% 42% 49%
Vrouw 56% 55% 63% 61% 61% 54% 58% 51%
Formeel ingeschrevenen 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Man 21447 23742 18469 22798 40428 50697 35659 43747
Vrouw 18444 25649 29389 31452 46550 36350 54018 57831
Formeel ingeschrevenen 45+
Geslacht 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Man 54% 48% 39% 42% 46% 58% 40% 43%
Vrouw 46% 52% 61% 58% 54% 42% 60% 57%
23
BIJLAGE 3 WERKZOEKENDEN, WERKVINDERS EN FORMEEL INGE-
SCHREVENEN NAAR OPLEIDING
Werkzoekenden
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 285283 264758 260436 236837 210799 174417 177184 149436
Hoger opgeleid (havo +) 477880 486835 495954 476027 525213 516072 430709 418894
Werkzoekenden
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 37% 35% 34% 34% 29% 25% 29% 26%
Hoger opgeleid (havo +) 62% 65% 64% 66% 71% 75% 71% 73%
Werkzoekenden 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 53912 48795 64637 71555 72950 91239 75099 58164
Hoger opgeleid (havo +) 56077 63681 68108 66263 105537 137646 111089 161764
Werkzoekenden 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 48% 43% 47% 50% 41% 40% 40% 26%
Hoger opgeleid (havo +) 50% 57% 50% 46% 59% 60% 60% 73%
Werkvinders
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 300156 269139 202511 195685 227412 247474 263441 207350
Hoger opgeleid (havo +) 505414 485348 384568 402300 629765 746583 767285 701944
Werkvinders
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 37% 36% 34% 32% 27% 25% 26% 23%
Hoger opgeleid (havo +) 62% 64% 64% 66% 73% 75% 74% 76%
24 Bijlage 3 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar opleiding
Werkvinders 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 17755 17223 18737 17631 33717 41456 47551 44273
Hoger opgeleid (havo +) 26558 26362 21893 21286 61119 72593 77125 83451
Werkvinders 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 40% 40% 46% 44% 36% 36% 38% 34%
Hoger opgeleid (havo +) 59% 60% 53% 53% 64% 64% 62% 64%
Formeel ingeschrevenen
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 76053 80358 73113 82106 84061 116472 118675 89320
Hoger opgeleid (havo +) 51400 55635 60516 68615 101412 80409 89651 95320
Formeel ingeschrevenen
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 58% 59% 53% 53% 45% 59% 57% 46%
Hoger opgeleid (havo +) 39% 41% 44% 44% 55% 41% 43% 50%
Formeel ingeschrevenen 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Lager opgeleid (t/m mavo) 26322 30347 29057 33532 53820 47325 45322 48195
Hoger opgeleid (havo +) 12197 16997 18191 17808 26840 32841 38690 40832
Formeel ingeschrevenen 45+
Opleiding 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Lager opgeleid (t/m mavo) 66% 64% 61% 62% 67% 59% 54% 53%
Hoger opgeleid (havo +) 31% 36% 38% 33% 33% 41% 46% 45%
25
BIJLAGE 4 WERKZOEKENDEN, WERKVINDERS EN FORMEEL INGE- SCHREVENEN NAAR GEZOCHTE EN GEVONDEN FUNCTIE
Werkzoekenden
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Witte boorden 483490 480583 482316 459426 484176 444760 374486 322026
Blauwe boorde 160744 159070 189865 170537 112859 116187 96744 78472
Geen speciale voorkeur 113936 110865 80402 78217 140313 142930 144929 209488
Werkzoekenden
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Witte boorden 64% 64% 64% 65% 66% 63% 61% 53%
Blauwe boorde 21% 21% 25% 24% 15% 17% 16% 13%
Geen speciale voorkeur 15% 15% 11% 11% 19% 20% 24% 34%
Werkzoekenden 45+
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Witte boorden 67822 72012 82183 84908 108361 140260 118824 144126
Blauwe boorde 25086 23810 34929 32249 38134 49832 24500 31179
Geen speciale voorkeur 15708 15348 13004 19296 35681 44233 40564 61228
Werkzoekenden 45+
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Witte boorden 62% 65% 63% 62% 59% 60% 65% 61%
Blauwe boorde 23% 21% 27% 24% 21% 21% 13% 13%
Geen speciale voorkeur 14% 14% 10% 14% 20% 19% 22% 26%
Werkvinders
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Witte boorden 500590 468355 366995 375404 577643 686552 757244 727254
Blauwe boorden 280318 261079 205333 209608 216888 284660 248270 227071
26 Bijlage 4 Werkzoekenden, werkvinders en formeel ingeschrevenen naar functie
Werkvinders
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Witte boorden 64% 64% 64% 64% 73% 69% 74% 75%
Blauwe boorden 36% 36% 36% 36% 27% 29% 24% 24%
Werkvinders 45+
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Witte boorden 26953 27522 24572 21183 59057 78004 88956 106560
Blauwe boorden 15591 15665 13849 14459 30144 31872 33292 36927
Werkvinders 45+
Gevonden Functiegroep 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Witte boorden 63% 64% 64% 59% 66% 69% 73% 74%
Blauwe boorden 37% 36% 36% 41% 34% 28% 27% 26%
27
BIJLAGE 5 WERKZOEKENDEN NAAR SUBJECTIEVE CONCURRENTIE- POSITIE EN INSCHATTING AANTAL BANEN
Werkzoekenden
Subj. concur. Pos. 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Relatief sterk 339662 334644 319198 316909 388652 330828 313643 308080
Neutraal 214590 208578 227364 205134 194574 174237 162491 163204
Relatief zwak 163171 169693 189875 169548 137196 160180 110006 100430
Weet niet 56487 54044 34825 36518 31289 54174 38792 39279
Totaal 773911 766959 771262 728109 751711 719419 624932 610992
Werkzoekenden
Subj. concur. Pos. 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Relatief sterk 44% 44% 41% 44% 52% 46% 50% 50%
Neutraal 28% 27% 29% 28% 26% 24% 26% 27%
Relatief zwak 21% 22% 25% 23% 18% 22% 18% 16%
Weet niet 7% 7% 5% 5% 4% 8% 6% 6%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkzoekende 45+
Subj. concur. Pos. 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Relatief sterk 27193 28552 32676 30049 50381 51762 55629 87623
Neutraal 20461 20931 25355 26523 48599 44854 45282 50547
Relatief zwak 55868 58214 70570 78912 73598 119554 77613 84235
Weet niet 8825 7864 7863 8637 11978 20710 10336 16138
Totaal 112347 115560 136465 144122 184557 236879 188860 238543
Werkzoekenden 45+
Subj. concur. Pos. 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Relatief sterk 24% 25% 24% 21% 27% 22% 29% 37%
Neutraal 18% 18% 19% 18% 26% 19% 24% 21%
Relatief zwak 50% 50% 52% 55% 40% 50% 41% 35%
Weet niet 8% 7% 6% 6% 6% 9% 5% 7%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
28 Bijlage 5 Werkzoekenden naar subjectieve concurrentiepositie en inschatting aantal banen
Werkzoekenden
Insch # banen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Weinig 423181 485929 568463 484393 346534 244338 176749 137603
Niet veel/niet weinig 106116 93812 92624 108872 85084 102076 84248 77780
Veel 205317 149692 82537 100412 286916 322728 323831 345610
Weet niet 39296 37527 27637 34431 33176 50277 40103 49999
Totaal 773911 766959 771262 728109 751711 719419 624932 610992
Werkzoekenden
Insch # banen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Weinig 55% 63% 74% 67% 46% 34% 28% 23%
Niet veel/niet weinig 14% 12% 12% 15% 11% 14% 13% 13%
Veel 27% 20% 11% 14% 38% 45% 52% 57%
Weet niet 5% 5% 4% 5% 4% 7% 6% 8%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkzoekenden + 45
Insch # banen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Weinig 79673 86635 109786 116589 94445 133574 79036 79746
Niet veel/niet weinig 11737 9018 11874 9588 15818 28453 22492 39752
Veel 16066 14085 10780 13263 69051 56488 77182 105065
Weet niet 4871 5823 4024 4683 5242 18363 10150 13981
Totaal 112347 115560 136465 144122 184557 236879 188860 238543
Werkzoekenden + 45
Insch # banen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Weinig 71% 75% 80% 81% 51% 56% 42% 33%
Niet veel/niet weinig 10% 8% 9% 7% 9% 12% 12% 17%
Veel 14% 12% 8% 9% 37% 24% 41% 44%
Weet niet 4% 5% 3% 3% 3% 8% 5% 6%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
29
BIJLAGE 6 WERKZOEKENDEN NAAR SELECTIEF ZOEKGEDRAG
Werkzoekenden
Inkomen minder, baan oke ? 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 198946 135808
Nee 172438 206260
Weet niet 21378 19441
Totaal 392762 361509
Werkzoekenden
Inkomen minder, baan oke ? 1999 2000
% %
Ja 51% 38%
Nee 44% 57%
Weet niet 5% 5%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Inkomen minder, baan oke ? 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 66993 78815
Nee 60277 73618
Weet niet 7469 4395
Totaal 134738 156827
Werkzoekenden 45+
Inkomen minder, baan oke ? 1999 2000
% %
Ja 50% 50%
Nee 45% 47%
Weet niet 6% 3%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden
Inkomen gelijk, baan oke ? 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 392762 361509
Nee 209595 238115
Weet niet 22575 9239
Totaal 624932 608862
30 Bijlage 6 Werkzoekenden naar selectief zoekgedrag
Werkzoekenden
Inkomen gelijk, baan oke ? 1999 2000
% %
Ja 63% 59%
Nee 34% 39%
Weet niet 4% 2%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Inkomen gelijk, baan oke ? 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 134738 156827
Nee 47608 76214
Weet niet 6514 4357
Totaal 188860 237398
Werkzoekenden 45+
Inkomen gelijk, baan oke ? 1999 2000
% %
Ja 71% 66%
Nee 25% 32%
Weet niet 3% 2%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden
Bereid te verhuizen 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 216362 197111
Nee 378514 383798
Weet niet 30057 27954
Totaal 624932 608862
Werkzoekenden
Bereid te verhuizen 1999 2000
% %
Ja 35% 32%
Nee 61% 63%
Weet niet 5% 5%
Totaal 100% 100%
Bijlage 6 Werkzoekenden naar selectief zoekgedrag 31
Werkzoekenden 45+
Bereid te verhuizen 1999 2000
Aantal Aantal
Ja 46257 63987
Nee 135539 161681
Weet niet 7064 11730
Totaal 188860 237398
Werkzoekenden 45+
Bereid te verhuizen 1999 2000
% %
Ja 24% 27%
Nee 72% 68%
Weet niet 4% 5%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden
Max reistijd 1999 2000
Aantal Aantal
Half uur of minder (max « uur) 232779 242945
Half uur tot een uur (max 1 uur) 302721 283286
Langer dan een uur 52130 62984
Weet niet/geen mening 37303 19647
Totaal 624932 608862
Werkzoekenden
Max reistijd 1999 2000
% %
Half uur of minder (max « uur) 37% 40%
Half uur tot een uur (max 1 uur) 48% 47%
Langer dan een uur 8% 10%
Weet niet/geen mening 6% 3%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Max reistijd 1999 2000
Aantal Aantal
Half uur of minder (max « uur) 57214 97951
Half uur tot een uur (max 1 uur) 101329 106459
Langer dan een uur 22495 23748
Weet niet/geen mening 7822 9240
Totaal 188860 237398
32 Bijlage 6 Werkzoekenden naar selectief zoekgedrag
Werkzoekenden 45+
Max reistijd 1999 2000
% %
Half uur of minder (max « uur) 30% 41%
Half uur tot een uur (max 1 uur) 54% 45%
Langer dan een uur 12% 10%
Weet niet/geen mening 4% 4%
Totaal 100% 100%
Werkzoekenden
Alleen als 200,- meer salaris 1992 1993 1994 1995 1997 1998
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Mee eens 197547 191034 160833 153289 121860 114570
Niet mee eens 531661 529122 575651 536446 600835 567212
Weet niet 43925 46599 34778 38373 29016 37637
Totaal 773132 766755 771262 728109 751711 719419
Werkzoekenden
Alleen als 200,- meer salaris 1992 1993 1994 1995 1997 1998
% % % % % %
Mee eens 26% 25% 21% 21% 16% 16%
Niet mee eens 69% 69% 75% 74% 80% 79%
Weet niet 6% 6% 5% 5% 4% 5%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkzoekenden+ 45
Alleen als 200,- meer salaris 1992 1993 1994 1995 1997 1998
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Mee eens 28672 28605 28542 22724 34558 42389
Niet mee eens 76005 77797 98329 112702 142719 175968
Weet niet 7670 9158 9594 8696 7279 18522
Totaal 112347 115560 136465 144122 184557 236879
Werkzoekenden+ 45
Alleen als 200,- meer salaris 1992 1993 1994 1995 1997 1998
% % % % % %
Mee eens 26% 25% 21% 16% 19% 18%
Niet mee eens 68% 67% 72% 78% 77% 74%
Weet niet 7% 8% 7% 6% 4% 8%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
---
BIJLAGE 7 WERKZOEKENDEN EN WERKVINDERS N AAR ZOEKKANALEN
Werkzoekenden
Zoekkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Advertenties 648356 661612 683062 624007 620530 549391 453701 389412
Bureaus 321803 349012 439086 408084 357169 349377 348207 245656
Informeel 440485 453015 558677 506335 392283 353908 270854 247503
Anders 74848 77659 80795 81629 203114 73142 110761 241038
Totaal 748769 750226 755274 704345 726267 668513 578186 556885
Werkzoekenden
Zoekkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Advertenties 87% 88% 91% 89% 85% 82% 78% 70%
Bureaus 43% 47% 58% 58% 49% 52% 60% 44%
Informeel 59% 60% 74% 72% 54% 52% 47% 44%
Anders 10% 10% 11% 12% 28% 11% 19% 43%
Werkzoekenden 45+
Zoekkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Advertenties 93158 97385 119168 122147 144760 181645 136263 158371
Bureaus 50445 53960 76931 79801 95903 98647 119087 102015
Informeel 59790 63441 89933 91715 94000 118417 80738 96406
Anders 12281 13548 16833 15587 47960 18868 15653 85035
Totaal 107352 111275 130806 138126 173343 241634 171437 215942
Werkzoekenden 45+
Zoekkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Advertenties 87% 88% 91% 88% 84% 85% 79% 73%
Bureaus 47% 49% 59% 58% 55% 46% 69% 47%
Informeel 56% 57% 69% 66% 54% 55% 47% 45%
Anders 11% 12% 13% 11% 28% 9% 9% 39%
34 Bijlage 7 Werkzoekenden en werkvinders naar zoekkanalen
35
BIJLAGE 8 WERKVINDERS NAAR VINDKANALEN
Werkvinders
Vindkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Personeelsadvertenties 175961 161652 90759 100895 135507 186066 174478 160532
Uitzendburo 118357 113525 106944 120509 176310 200516 179492 131334
Arbeidsburo 37271 40097 38507 49307 53434 38017 52987 32957
Informele kanalen 257967 236220 201893 180631 117721 148513 152989 164802
Open sollicitatie 147092 143717 102516 103710 118671 119011 136237 110194
Overig 78063 68950 56795 58200 283023 328429 350130 368400
Totaal 814710 764159 597415 613252 88466610205521046314 968218
Werkvinders
Vindkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Personeelsadvertenties 22% 21% 15% 16% 15% 18% 17% 17%
Uitzendburo 15% 15% 18% 20% 20% 20% 17% 14%
Arbeidsburo 5% 5% 6% 8% 6% 4% 5% 3%
Informele kanalen 32% 31% 34% 29% 13% 15% 15% 17%
Open sollicitatie 18% 19% 17% 17% 13% 12% 13% 11%
Overig 10% 9% 10% 9% 32% 32% 33% 38%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkvinders + 45
Vindkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Personeelsadvertenties 7538 6739 6962 3544 14587 21592 22445 26894
Uitzendburo 5129 4973 4761 5479 14635 20919 18754 23987
Arbeidsburo 3270 3121 1412 1075 2636 9481 10209 7197
Informele kanalen 17298 17698 15677 18765 23460 21331 18587 18193
Open sollicitatie 6569 6781 8294 4857 10632 10739 13551 18444
Overig 4899 5765 3998 6191 32393 32935 45547 49777
Totaal 44704 45075 41105 39910 98342 116997 129093 144493
Werkvinders + 45
Vindkanalen 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Personeelsadvertenties 17% 15% 17% 9% 15% 18% 17% 19%
Uitzendburo 11% 11% 12% 14% 15% 18% 15% 17%
Arbeidsburo 7% 7% 3% 3% 3% 8% 8% 5%
Informele kanalen 39% 39% 38% 47% 24% 18% 14% 13%
Open sollicitatie 15% 15% 20% 12% 11% 9% 10% 13%
Overig 11% 13% 10% 16% 33% 28% 35% 34%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
36 Bijlage 8 Werkvinders naar vindkanalen
37
BIJLAGE 9 WERKZOEKENDEN EN FORMEEL INGESCHREVENEN NAAR
MOMENTEEL BETAALDE BAAN
Werkzoekenden
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Ja 428443 416602 390619 383971 468693 484191 418854 428728
Nee 345467 350357 380643 344137 283018 235228 206078 182264
Totaal 773911 766959 771262 728109 751711 719419 624932 610992
Werkzoekenden
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Ja 55% 54% 51% 53% 62% 67% 67% 70%
Nee 45% 46% 49% 47% 38% 33% 33% 30%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Ja 38619 39488 43526 42002 71143 106922 93063 123738
Nee 73728 76072 92939 102120 113413 129957 95797 114805
Totaal 112347 115560 136465 144122 184557 236879 188860 238543
Werkzoekenden 45+
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Ja 34% 34% 32% 29% 39% 45% 49% 52%
Nee 66% 66% 68% 71% 61% 55% 51% 48%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Formeel ingeschrevenen
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Ja 62007 65758 62163 75761 97879 124843 124657 111432
Nee 70150 75380 76551 80801 95305 82197 91913 94759
Totaal 132158 141139 138715 156562 193184 207040 216570 206191
38 Bijlage 9 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar momenteel betaalde baan
Formeel ingeschrevenen
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Ja 47% 47% 45% 48% 51% 60% 58% 54%
Nee 53% 53% 55% 52% 49% 40% 42% 46%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Formeel ingeschrevenen 45+
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Ja 12799 18213 18445 19055 35456 33309 39369 32791
Nee 27092 31177 29413 35195 51522 53738 50308 68787
Totaal 39892 49391 47858 54249 86978 87047 112522 101577
Formeel ingeschrevenen 45+
Momenteel betaalde baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Ja 32% 37% 39% 35% 41% 38% 44% 32%
Nee 68% 63% 61% 65% 59% 62% 56% 68%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
39
BIJLAGE 10 WERKZOEKENDEN EN FORMEEL INGESCHREVENEN NAAR
EIGEN INKOMEN MOMENT ENQUÊTE
Werkzoekenden
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Alleen salaris 373338 364723 335786 312851 389443 419969 381633 350089
Alleen uitkering 208404 224903 280177 255051 184460 128768 109981 102145
Salaris + uitkering 64227 54702 54216 65916 59858 53505 38446 40514
Salaris + iets anders 14251 9004 4694 14168
Geen eigen inkomen 126746 120420 94318 87604 89311 92046 80133 79963
Weet niet/geen antwoord 1196 2212 6765 6687 2348 5315 2131 1355
Anders 12040 10377 7913 10653
Totaal 773911 766959 771262 728109 751711 718984 624932 598888
Werkzoekenden
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Alleen salaris 48% 48% 44% 43% 52% 58% 61% 58%
Alleen uitkering 27% 29% 36% 35% 25% 18% 18% 17%
Salaris + uitkering 8% 7% 7% 9% 8% 7% 6% 7%
Salaris + iets anders 2% 1% 1% 2%
Geen eigen inkomen 16% 16% 12% 12% 12% 13% 13% 13%
Weet niet/geen antwoord 0% 0% 1% 1% 0% 1% 0% 0%
Anders 2% 1% 1% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Alleen salaris 28957 30059 32001 25655 54609 74287 68913 112391
Alleen uitkering 45195 49230 76526 84016 89598 92984 68773 83715
Salaris + uitkering 14145 12491 12425 17203 14641 36729 21158 15724
Salaris + iets anders 2970 4492 3528 2723
Geen eigen inkomen 23498 21721 12473 14439 17818 20429 17576 16714
Weet niet/geen antwoord 447 2059 3040 2808 1133 2382 0 895
Anders 3787 5576 8911 3805
Totaal 112241 115560 136465 144122 184557 236879 188860 235967
40 Bijlage 10 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar eigen inkomen moment enquête
Werkzoekenden 45+
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Alleen salaris 26% 26% 23% 18% 30% 31% 36% 48%
Alleen uitkering 40% 43% 56% 58% 49% 39% 36% 35%
Salaris + uitkering 13% 11% 9% 12% 8% 16% 11% 7%
Salaris + iets anders 2% 2% 2% 1%
Geen eigen inkomen 21% 19% 9% 10% 10% 9% 9% 7%
Weet niet/geen antwoord 0% 2% 2% 2% 1% 1% 0% 0%
Anders 2% 2% 5% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Formeel ingeschrevenen
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Alleen salaris 39697 42972 45992 56189 57804 82065 80724 83562
Alleen uitkering 42475 51270 50814 57745 74777 54423 63452 69936
Salaris + uitkering 23075 20853 15202 18492 35080 32248 34790 21955
Salaris + iets anders 2286 4288 2749 1074
Geen eigen inkomen 26439 24385 25892 22340 21282 26965 32580 22559
Weet niet/geen antwoord 314 1658 814 1796 0 1230 0 2664
Anders 1954 5822 2275 4440
Totaal 132000 141139 138715 156562 193184 207040 216570 206191
Formeel ingeschrevenen
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Alleen salaris 30% 30% 33% 36% 30% 40% 37% 41%
Alleen uitkering 32% 36% 37% 37% 39% 26% 29% 34%
Salaris + uitkering 17% 15% 11% 12% 18% 16% 16% 11%
Salaris + iets anders 1% 2% 1% 1%
Geen eigen inkomen 20% 17% 19% 14% 11% 13% 15% 11%
Weet niet/geen antwoord 0% 1% 1% 1% 0% 1% 0% 1%
Anders 1% 3% 1% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Bijlage 10 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar eigen inkomen moment enquête 41
Formeel ingeschrevenen 45+
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Alleen salaris 6725 9531 8552 9872 13137 18614 19828 20924
Alleen uitkering 23427 26510 24761 29960 41972 49579 39176 57671
Salaris + uitkering 6774 9468 9767 9766 22868 14927 21524 10636
Salaris + iets anders 672 1333 1033 1074
Geen eigen inkomen 2966 3576 3560 4176 5777 2115 7650 8936
Weet niet/geen antwoord 0 305 1218 477 460 480 0 0
Anders 2092 0 465 2336
Totaal 39892 49391 47858 54249 86978 87047 89677 101577
Formeel ingeschrevenen 45+
Eigen ink. moment enq 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
% % % % % % % %
Alleen salaris 17% 19% 18% 18% 15% 21% 22% 21%
Alleen uitkering 59% 54% 52% 55% 48% 57% 44% 57%
Salaris + uitkering 17% 19% 20% 18% 26% 17% 24% 10%
Salaris + iets anders 1% 2% 1% 1%
Geen eigen inkomen 7% 7% 7% 8% 7% 2% 9% 9%
Weet niet/geen antwoord 0% 1% 3% 1% 1% 1% 0% 0%
Anders 2% 0% 1% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
42 Bijlage 10 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar eigen inkomen moment enquête
43
BIJLAGE 11 WERKVINDERS NAAR UITKERING, BAAN EN DUUR WERK-
LOOSHEID VOOR BAANVONDST
Werkvinders
Uitkering voor baanvondst 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Ja 247971 221159 149291
Nee 772581 825155 842465
Totaal 1020552 1046314 991756
Werkvinders
Uitkering voor baanvondst 1998 1999 2000
% % %
Ja 24% 21% 15%
Nee 76% 79% 85%
Totaal 100% 100% 100%
Werkvinders 45+
Uitkering voor baanvondst 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Ja 44919 42576 25273
Nee 72078 86517 120812
Totaal 116997 129093 146085
Werkvinders 45+
Uitkering voor baanvondst 1998 1999 2000
% % %
Ja 38% 33% 17%
Nee 62% 67% 83%
Totaal 100% 100% 100%
De volgende tabellen bevatten in verband met technische problemen in de vragenlijst van het jaar 2000
voor dat jaar alleen afgeronde aantallen
44 Bijlage 11 Werkvinders naar uitkering, baan en duur werkloosheid voor baanvondst
Werkvinders
Hoe lang voor baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
vondst niet gewerkt Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Had ander werk 411725 357590 254012 262532 473315 607886 643122 416000
1 tot 3 maanden 132347 136187 112319 128348 143388 134753 133601 89000
3 tot 12 maanden 104847 114383 111700 108401 107381 102245 95257 78000
1 jaar of langer 95791 99503 84346 81289 109604 112749 102172 283000
Weet niet/geen mening 6900 5976 5870 6280 9502 17990 19388 -
Totaal 814710 764159 597415 613252 88466610205521046314 992000
Werkvinders
Hoe lang voor baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
vondst niet gewerkt % % % % % % % %
Had ander werk 51% 47% 43% 43% 54% 60% 61% 43%
1 tot 3 maanden 16% 18% 19% 21% 16% 13% 13% 9%
3 tot 12 maanden 13% 15% 19% 18% 12% 10% 9% 7%
1 jaar of langer 12% 13% 14% 13% 12% 11% 10% 28%
Weet niet/geen mening 1% 1% 1% 1% 1% 2% 2% -%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Werkvinders 45+
Hoe lang voor baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
vondst niet gewerkt Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
Had ander werk 17034 16335 11218 11759 37851 48034 61726 61000
1 tot 3 maanden 4226 3940 5062 5129 10793 12183 11579 5000
3 tot 12 maanden 8395 8271 7587 7908 18735 18554 16766 11000
1 jaar of langer 12967 14308 15835 14034 29259 31473 34411 67000
Weet niet/geen mening 1282 1516 1049 805 1704 5226 4611
Totaal 44704 45075 41105 39910 98342 116997 129093 146000
Werkvinders 45+
Hoe lang voor baan 1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2000
vondst niet gewerkt % % % % % % % %
Had ander werk 38% 36% 27% 29% 38% 41% 48% 42%
1 tot 3 maanden 9% 9% 12% 13% 11% 10% 9% 4%
3 tot 12 maanden 19% 18% 18% 20% 19% 16% 13% 8%
1 jaar of langer 29% 32% 39% 35% 30% 27% 27% 46%
Weet niet/geen mening 3% 3% 3% 2% 2% 4% 4% -
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
45
BIJLAGE 12 WERKZOEKENDEN EN FORMEEL INGESCHREVENEN NAAR
SOORT UITKERING
Werkzoekenden
Soort uitkering 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Werk, geen uitkering 426627 377472 363827
Geen werk, geen uitkering 104769 94450 86860
Gemeentelijke uitkering 53000 60332 35669
Werkloosheidsuitkering 93680 57961 39585
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 19966 17493 36404
Andere uitkering 12284 16640 27708
Totaal 703092 615074 586371
Werkzoekenden Soort uitkering 1998 1999 2000 % % % Werk, geen uitkering 61% 61% 62% Geen werk, geen uitkering 15% 15% 15% Gemeentelijke uitkering 8% 10% 6% Werkloosheidsuitkering 13% 9% 7% Arbeidsongeschiktheidsuitkering 3% 3% 6% Andere uitkering 2% 3% 5% Totaal 100% 100% 100%
Werkzoekenden 45+
Soort uitkering 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Werk, geen uitkering 78755 74232 110543
Geen werk, geen uitkering 26029 24696 25090
Gemeentelijke uitkering 39094 20707 22365
Werkloosheidsuitkering 66285 45874 56538
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 24815 21692 22912
Andere uitkering 7069 3777 3275
Totaal 229075 183886 232278
Werkzoekenden 45+
Soort uitkering 1998 1999 2000
% % %
Werk, geen uitkering 34% 40% 48%
Geen werk, geen uitkering 11% 13% 11%
Gemeentelijke uitkering 17% 11% 10%
Werkloosheidsuitkering 29% 25% 24%
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 11% 12% 10%
Andere uitkering 3% 2% 1%
Totaal 100% 100% 100%
46 Bijlage 12 Werkzoekenden en formeel ingeschrevenen naar soort uitkering
Formeel ingeschrevenen
Soort uitkering 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Werk, geen uitkering 89146 83473 83479
Geen werk, geen uitkering 29994 32155 25936
Gemeentelijke uitkering 36515 46270 43467
Werkloosheidsuitkering 23887 23349 16700
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 13059 11400 18861
Andere uitkering 15367 17097 15341
Totaal 202217 209445 197361
Formeel ingeschrevenen
Soort uitkering 1998 1999 2000
% % %
Werk, geen uitkering 44% 40% 42%
Geen werk, geen uitkering 15% 15% 13%
Gemeentelijke uitkering 18% 22% 22%
Werkloosheidsuitkering 12% 11% 8%
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 6% 5% 10%
Andere uitkering 8% 8% 8%
Totaal 100% 100% 100%
Formeel ingeschrevenen 45+
Soort uitkering 1998 1999 2000
Aantal Aantal Aantal
Werk, geen uitkering 19946 19605 22971
Geen werk, geen uitkering 2115 9372 10300
Gemeentelijke uitkering 24027 25611 34748
Werkloosheidsuitkering 19249 23544 14774
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 23397 11474 17741
Andere uitkering 3814 2786 3507
Totaal 83301 88107 99097
Formeel ingeschrevenen 45+
Soort uitkering 1998 1999 2000
% % %
Werk, geen uitkering 24% 22% 23%
Geen werk, geen uitkering 3% 11% 10%
Gemeentelijke uitkering 29% 29% 35%
Werkloosheidsuitkering 23% 27% 15%
Arbeidsongeschiktheidsuitkering 28% 13% 18%
Andere uitkering 5% 3% 4%
Totaal 100% 100% 100%
47
BIJLAGE 13 BEGRIPPENLIJST
A. DE HZW-AANDACHTSGROEPEN
Werkzoekende : (Ex)ingeschrevene die op het moment van de enquête op
zoek is naar een betaalde baan van twaalf uur of meer
per week. Bij werkzoekenden is gevraagd naar zoekacti-
viteiten in de drie maanden voorafgaande aan de meting.
Werkende werkzoekende : Werkzoekende die op het moment van de enquête een baan van twaalf uur of meer per week heeft.
Werkloze werkzoekende : Werkzoekende die op het moment van de enquête geen
baan of een baan van minder dan twaalf uur per week
heeft.
Werkvinder : (Ex)ingeschrevene die in het jaar voor de enquête één of
meer banen van twaalf of meer uur per week heeft ge-
vonden.
Werkende werkvinder : Werkvinder, die op het moment van de enquête een baan
van twaalf of meer uur per week heeft.
Werkloze werkvinder : Werkvinder, die op het moment van de enquête geen baan of geen baan van twaalf uur of meer per week heeft. Wanneer een respondent niet tot één van bovenstaande categorieën behoort, kan hij/zij ook nog behoren tot de "formeel ingeschrevenen":
Formeel ingeschrevene : (Ex)ingeschrevene volgens PGI die op het moment van de enquête niet op zoek is naar werk voor twaalf uur of meer per week, en ook niet in het jaar voor de enquête een baan van twaalf uur per week heeft gevonden, maar naar eigen zeggen wel ingeschreven staat bij het ar- beidsbureau of CWI.
Werkende formeel ingeschrevene : Formeel ingeschrevene die op het moment van de en-
quête werkzaam is in een baan van twaalf uur of meer
per week.
Werkloze formeel ingeschrevene : Formeel ingeschrevene die op het moment van de en-
quête werkloos is of een baan van minder dan twaalf uur
per week heeft.
48 Bijlage 13 Begrippenlijst
B. DE GEVONDEN/GEZOCHTE BAAN
Baan : Elke vorm van betaald werk van 12 uur of meer, uitge-
zonderd vakantiewerk (tijdelijk werk van middelbare scho-
lieren en studenten in de school- en universitaire vakan-
ties).
Vaste baan : Een vaste aanstelling, een tijdelijke aanstelling met uit-
zicht op vast werk, een oproepcontract met gegarandeer-
de uren, een baan als zelfstandige/firmant.
Tijdelijke baan : Een tijdelijk contract, een oproepcontract zonder gega- randeerde uren, een baan op uitzendbasis, een werker- varingsplaats, een baan via de Sociale Dienst, militaire dienst, een freelancebaan, een baan via een arbeidspool of banenpool, werk via de WSW.
Parttimebaan : Een baan van minder dan 35 uur per week.
Fulltimebaan : Een baan van 35 uur of meer per week.
C. DE VIND- EN ZOEKWEGEN
Vindkanaal : Intermediair dat de vacature van de enige/meest recente
baanvondst heeft opgeleverd. De vindkanalen, die in
HZW worden onderscheiden zijn: arbeidsbureau, uit-
zendbureau, advertentie, informeel kanaal, open sollicita-
tie, overig.
Zoekkanaal : Intermediair waarlangs een werkzoekende in de 3 maan-
den voorafgaand aan de enquête naar een baan heeft
gezocht. De zoekkanalen die in HZW worden onder-
scheiden zijn: arbeidsbureau/ CWI, uitzendbureau, adver-
tentie, informeel kanaal, open sollicitatie, overig (op een
enkele plaats zijn de "overige kanalen" nog verder uitge-
splitst).