Partij van de Arbeid

PVDA-bijdrage aan het plenair debat over:
DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken uit celmateriaal

Woordvoerder: Nebahat Albayrak

Het bijzondere van de rechtswetenschap inclusief het strafprocesrecht waar wij vandaag over praten, is de dynamiek die het kent. Voortdurend in beweging. Vaak omdat technieken zich verfijnen. Maar nooit zonder discussie over de maatschappelijke wenselijkheid van de toepassing van die technieken.

De toepassing van DNA-onderzoek in strafzaken heeft met name de laatste 10 jaar een enerverende ontwikkeling meegemaakt. Technologische vooruitgang heeft de mogelijkheden enorm verruimd en daarover heeft de nodige politieke discussie plaatsgevonden. Uit die discussie blijkt een toegenomen draagvlak voor bredere toepassing van DNA-onderzoek. De PVDA staat hierachter maar wijst tegelijk op het belang van heldere wetgeving die vastlegt waar de grenzen liggen. Uiteindelijk gaat het in het strafrechtssysteem om een balans tussen enerzijds het zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten van alle verantwoorde opsporingsmiddelen en anderzijds wat volgens het rechtsstatelijk gehalte acceptabel is.
Lichamelijke integriteit, het recht op niet-weten als het gaat om erfelijke ziekten, privacy bv in de discussie over weigering door ziektekostenverzekeraars, zijn voorbeelden van discussieonderdelen die voor de PVDA van groot belang zijn geweest en zullen blijven.

Het wetsvoorstel dat wij vandaag behandelen is een verdere verfijning van de wetgeving over de toepassing van DNA. Met deze wet wordt mogelijk de identiteit van onbekende daders sneller te kunnen vaststellen. Dit is van groot belang indien er geen getuigen zijn. Technisch is het mogelijk om drie kenmerken vast te stellen: gender, ras en bevolkingsgroep. Hoe staat het met de mogelijkheid om kleur van de ogen of het haar te onderscheiden? Met het wetsvoorstel zoals dat er nu ligt kan de PvdA instemmen, omdat het voldoet aan de waarborgen die wij belangrijk vinden.

Het gebruik van de persoonskenmerken uit DNA-materiaal vereist eigen, op het bijzondere karakter toegesneden waarborgen. Slechts die persoonskenmerken mogen uit het celmateriaal worden afgeleid die in het belang van de waarheidsvinding nuttig en noodzakelijk zijn en dienen voor de identificatie van de mogelijke "eigenaar" van het materiaal.

Strafrechtelijk onderzoek van celmateriaal mag niet het doel hebben verborgen erfelijke aandoeningen van de mogelijke dader vast te stellen. Het moet gaan om uiterlijke waarneembare persoonskenmerken, voor de opsporing relevante kenmerken (zoals te zijner tijd de kleur van de ogen of het haar).

Ik ben begonnen met de ontwikkeling die het recht doormaakt en ik wil ermee afsluiten: de inzichten in de toepassing van DNA-technologie maken discussies los die de fundamenten van ons strafrecht en ons strafprocesrecht raken:
Of het Ne bis in idem -beginsel gewijzigd moet worden, of dat verjaring voor bepaalde misdrijven moet worden afgeschaft. Op dit moment wordt een onderzoek uitgevoerd door prof. mr. P.A.M. Mevis. Deze discussies kunnen niet worden gevoerd zonder een fundamenteel maatschappelijk debat over waartoe ons strafrecht dient en in welke richting wij het willen hervormen. Wat is de hoofdgedachte: misdaad bestrijden of gevolgen afdoen? Ook de discussies die naar aanleiding van Volkert v/d G actueel zijn geworden: zwijgrecht van verdachten, het toepassen van dwangvoeding op verdachten, zijn een onderdeel van die dynamiek, zelfs als zij tot een bevestiging van de uitgangspunten zouden leiden.

Kortom: het worden fascinerende jaren voor het publiek debat over het strafrecht en het strafprocesrecht. De PvdA verwacht veel van juist deze minister van justitie. Graag een reactie van de minister op hoe hij denkt deze fundamentele discussie een plek te geven. Het eerder genoemd onderzoek van dhr. Mevis zal eind dit jaar voorzien van een kabinetsstandpunt naar de kamer komen. PvdA zou graag willen zien dat dat raport aanleiding is voor een debat over bovenstaande begin volgend jaar.

Niet zonder dilemma's, ook in de toekomst veel politiek debat. >