Ingezonden persbericht

PERSBERICHT

Utrecht, 5 september 2002

Tot 2006 zekerheid over gebruik AVI-bodemas in bouwprojecten

In 2001 produceerden afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) 1,1 miljoen ton bodemas. Daarnaast werd 121.000 ton ijzer afgescheiden uit het afval. Staatssecretaris Van Geel van milieu heeft vorige week de bijzondere categorie voor AVI-bodemas in het Bouwstoffenbesluit verlengd tot 1 januari 2006. De afvalbranche heeft hiermee tijd gekregen voor verder onderzoek naar kwaliteitsverbetering van AVI-bodemas. Door verlenging van de bijzondere voorwaarden kan het gebruik van bodemas in infrastructurele projecten worden voortgezet. Dit bespaart schaarse primaire grondstoffen als zand en grind.

De elf AVI's in Nederland hebben in 2001 4,8 miljoen ton afval verbrand. Opvallend is de stijging in de hoeveelheid ijzer die uit het afval en de bodemas wordt afgescheiden. In 2001 lag deze bijna tien procent hoger dan het jaar daarvoor. Betere scheidingstechnieken verhogen het hergebruik-percentage van ijzer uit het afval. De belangrijkste reststof bij afvalverbranding is de as die onder in de verbrandingsketel achterblijft. Deze AVI-bodemas vervangt zand voor het ophogen van wegen, viaducten en bedrijfsvloeren. In 2001 werd 1,2 miljoen ton als secundaire grondstof afgezet. Hierbij doet zich een duidelijke trend naar grotere infrastructurele projecten voor. Als grootste afnemer vervult Rijkswaterstaat een belangrijke voorbeeldrol in de afname van AVI-bodemas.

In het Bouwstoffenbesluit is vastgelegd dat AVI-bodemas bij gebruik in bouwprojecten afgedekt moet worden met een dubbele bovenafdichting van folie en zandbentoniet. Hiermee worden risico's op uitloging van zware metalen naar de bodem en het grondwater voorkomen. AVI-bodemas kan aan alle reguliere eisen in het bouwstoffenbesluit voldoen behalve op twee punten: de uitloogwaarden voor koper en molybdeen. De afgelopen jaren heeft de VVAV onderzoek gedaan naar het verminderen van de koper- en molybdeengehalten. Hierbij lijkt het versneld verouderen van de bodemas het meest kansrijk maar ook dat levert nog onvoldoende resultaat. Verder onderzoek moet uitwijzen met welke techniek de uitloging van koper en molybdeen voldoende teruggebracht kan worden.