Keywords: TNO,perskamer,benoeming,raad van bestuur
Perskamer
Extra aandacht voor allochtonen in de kraamzorg blijft nodig - Cultuur- en taalverschillen waarschijnlijk ook reden achterblijven toegang tot meer soorten zorg
TNO
11 september 2002
Turkse en Marokkaanse kraamvrouwen maken onvoldoende gebruik van
kraamzorg. Uit onbekendheid met de inhoud en het belang van dit
typisch Nederlandse systeem van zorgverlening vragen - en krijgen -
zij veel minder uren kraamzorg dan Nederlandse vrouwen. Dit geldt
zowel voor vrouwen die recent naar Nederland zijn gekomen, als voor
vrouwen van de tweede generatie.
Door de beperkte hoeveelheid kraamzorg komt de voorlichtende rol van
de kraamverzorgende in de knel, hetgeen leidt tot een aanzienlijke
achterstand in kennis over preventie van wiegendood en
hersenbloedingen. In de communicatie tussen kraamvrouw en
kraamverzorgende blijken eerder cultuurverschillen dan taalproblemen
aanleiding tot misverstanden.
Dit zijn enkele uitkomsten van een onderzoek van TNO Preventie en
Gezondheid onder Turkse en Marokkaanse vrouwen.
In de kraamzorg spelen voorlichting, preventie en vroege opsporing van
ziekte een grote rol. Kraamzorg vormt daarmee een belangrijk onderdeel
van het Nederlandse systeem van verloskundige zorg. Deze oer-Hollandse
zorg blijkt echter nog niet ingeburgerd bij Turkse en Marokkaanse
vrouwen.
In opdracht van het Ministerie van VWS zijn 68 Turkse en Marokkaanse
vrouwen na de bevalling ondervraagd over de kraamperiode. Ze werden
thuis geïnterviewd door Voorlichters Eigen Taal en Cultuur.
Allochtonen vragen en krijgen minder uren kraamzorg
De 58 ondervraagde vrouwen die kraamzorg ontvingen, vroegen en kregen
gemiddeld 24 uur zorg. Dat is 23 uur minder dan Nederlandse
kraamvrouwen gemiddeld krijgen. Marokkaanse vrouwen vroegen nog minder
kraamzorg: zij ontvingen gemiddeld 17 uur kraamzorg.
Slechts de helft van de vrouwen wilde zelf kraamzorg, de andere helft
was door de verloskundige of familie geadviseerd om kraamzorg te
nemen. De vrouwen gaven aan weinig uren aan te vragen omdat ze niet
wisten wat kraamzorg inhoudt. Dit gold niet alleen voor diegenen die
hier recent zijn gekomen, ook vrouwen van de tweede generatie waren
niet op de hoogte van het belang van kraamzorg.
Tien van de ondervraagde vrouwen hadden geen kraamzorg gehad, vijf van
hen omdat zij te laat waren met inschrijven.
Voorlichting en kennis onvoldoende
Mede door het geringe aantal uren kraamzorg kwam de voorlichtende rol
van de kraamverzorgende in de knel. Dit bleek uit de kennisvragen die
in het onderzoek waren opgenomen. De kennis van de Turkse en
Marokkaanse vrouwen over preventiemaatregelen ter voorkoming van
wiegendood is onvoldoende. Vrouwen die geen kraamzorg kregen, bleken
hierover nog minder kennis te hebben. Ook wist men onvoldoende over
het juiste gebruik van vitamine K dat ouders aan pasgeborenen moeten
toedienen ter voorkoming van hersenbloedingen.
Ongewenste verschillen in toegankelijkheid van zorg
Hoewel de onderzoeksgroep relatief klein is, toont dit onderzoek
duidelijk aan dat onbekendheid met het systeem van zorg leidt tot
verschillen in toegankelijkheid van zorg. Het is aannemelijk dat de
onbekendheid met kraamzorg bij allochtonen model staat voor de kennis
over de hele gezondheidszorg in Nederland. Vanuit het oogpunt van
`public health' zijn deze verschillen onacceptabel. De onderzoekers
doen in hun rapport aanbevelingen voor het ontwikkelen van
voorlichting op maat voor allochtone zwangeren en kraamvrouwen.
Daarbij moet rekening worden gehouden met verschillen tussen
allochtone vrouwen (de etniciteit van de vrouw, maar ook het aantal
jaren dat zij, haar man of haar familie in Nederland verblijft).
Voorlichters Eigen Taal en Cultuur kunnen bij de voorlichting een
belangrijke rol spelen.
Meer
informatie:
TNO Web
Contactpersoon:
Persvoorlichting
Maarten Lörtzer
Telefoon 015 269 49 75
June Vasconcellos
Telefoon 015 269 49 05
Fax 015 262 73 35
E-mail pressinfo@tno.nl
Postbus 6050
2600 JA, Delft
TNO Wegwijzer
telefoon 015 269 69 69
fax 015 261 24 03
e-mail wegwijzer@tno.nl
---
...zie TNO magazine