Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Vragen van het kamerlid Gerkens Nummer: 126 Datum: 11-09-2002

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Economische Zaken over groene stroom en de Regulerende Energiebelasting (REB). (Ingezonden 16 augustus 2002). De ministerie van Economische Zaken, mr.H.Ph.J.B. Heinsbroek heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Bent u voornemens om groene stroom niet langer volledig vrij te stellen van de Regulerende Energiebelasting (REB)?


2 Klopt het dat er over deze groene stroom REB zal worden geheven van tussen de 40 en 60 procent van de huidige REB op niet duurzaam geproduceerde stroom?


1. en 2.
In het Strategisch Akkoord wordt voorgesteld een grondslagverbreding van ¬ 500 mln. toe te passen op het fiscale milieu- en energiepakket, te realiseren door een beperking van het aandeel freeriders. Het Strategisch Akkoord noemt ter invulling de volgende regelingen: fiscale energiepremieregeling, REB-faciliteiten groene stroom, investeringsregelingen milieu en energie (MIA/VAMIL/EIA), afdrachtvermindering REB afvalverbrandingsinstallaties (AVIs) en de Duurzame ondernemersaftrek (DOA). Het nihiltarief in de Regulerende energiebelasting (REB) is hier onderdeel van.

Al deze regelingen zijn onderzocht op mogelijkheden om het aandeel freeriders te beperken. Ook het nihiltarief (Wbm art. 36i) is hierbij betrokken aangezien ook bij deze regeling sprake is van freeriders. Zoals bekend komt een aanzienlijk deel van de financiƫle middelen die we beschikbaar stellen voor duurzame energie, in het buitenland terecht.

Over de precieze omvang van de ombuigingen kan ik op dit moment nog geen uitsluitsel geven. In de begroting over 2003 van het Ministerie van Economische Zaken en in het Belastingplan 2003, deel 1 worden de voorgenomen wijzigingen uiteengezet. Bij de behandeling van deze voorstellen in uw Kamer komen de staatssecretaris van Financiƫn en ik graag terug op de door u gestelde vragen.


3 Deelt u de mening dat energiebedrijven hierdoor genoodzaakt zullen zijn om klanten tot tientallen procenten meer te laten betalen voor duurzaam geproduceerde stroom?

4 Vindt u het toelaatbaar dat de burger op deze manier gestraft wordt voor goed gedrag? Zo nee, vindt u ook dat eenzijdige wijziging van reeds afgesloten leveringsvoorwaarden, zoals een prijsverhoging onwenselijk is?

5 Bent u bereid om met de betreffende energiebedrijven om de tafel te gaan zitten om eenzijdige wijziging van leveringsvoorwaarden en met name prijsverhogingen te voorkomen, omdat burgers anders het slachtoffer worden van een onbetrouwbare overheid?
3. t/m 5.
Het staat voor mij niet vast dat de prijs van duurzame elektriciteit substantieel gaat stijgen door de maatregelen die het kabinet momenteel in voorbereiding heeft. In het pakket aan maatregelen wordt voorgesteld om duurzame elektriciteit te blijven stimuleren, maar wel via gerichte stimulering. Mijn verwachting is dat er een behoorlijke concurrentie gaat plaatsvinden en dat dit pakket niet tot prijsstijgingen van duurzame elektriciteit hoeft te leiden.

Deze verwachting wordt ondersteund door de recente persberichten van de energiebedrijven waarin een aantal van hen aangeeft de prijs van duurzame elektriciteit niet te zullen veranderen.