Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33Uw brief Ons kenmerk Kenmerk: 202 - 155 W&I/IBA/02/65764
Onderwerp Datum ordedebat 3 september 2002 11 septemer 2002
Tijdens het ordedebat van 3 september jl. heeft mevrouw Verburg (CDA) mij verzocht om te
reageren op artikelen in Elsevier en Trouw over het functioneren van het Uitvoerings-instituut
Werknemersverzekeringen (UWV). Tevens vroeg zij mij in te gaan op de vraag hoe ik ervoor
zal zorgen dat het UWV optimaal gaat functioneren.
Met deze brief voldoe ik aan de verzoeken van mevrouw Verburg.
De publicaties in Elsevier en Trouw zijn voornamelijk gebaseerd op de in opdracht van het
UWV uitgevoerde nulmeting. Deze nulmeting heeft mijn ambtsvoorganger met een brief van
28 juni 2002 aan de Kamer aangeboden (Kamerstukken 2001 2002, 26448, nr. 47). Naar
aanleiding hiervan heeft op 3 juli 2002 een Algemeen Overleg met de vaste commissie voor
Sociale Zaken en Werkgelegenheid plaatsgevonden (Kamerstukken 2001 2002, 26448, nr.
51).
Het Algemeen Overleg op 3 juli had voornamelijk een procedureel karakter. Op de inhoud
van de nulmeting is - behoudens de achterstanden in de uitvoering van de WAO niet nader
ingegaan. Het is uiteraard van belang om zicht te hebben op de aard van de specifieke
risico's.
Nulmeting
Volgens de nulmeting hebben de risico's bij het UWV onder meer betrekking op:
* de haalbaarheid van doelstellingen; de startsituatie van het UWV is minder rooskleurig
dan werd aangenomen, er is onvoldoende zekerheid over de omvang van achterstanden
door de hantering van verschillende definities, de kwaliteitsdoelstellingen staan onder
druk door onhanteerbare definities ten aanzien van rechtmatigheid, op termijn kan sprake
zijn van schaalnadelen door de gekozen divisiestructuur, de UWV-werkzaamheden zijn
onvoldoende binnen de keten van werk en inkomen gepositioneerd, er is sprake van
gebrek aan ICT-ondersteuning in relatie tussen CWI, UWV en gemeenten, de
verwevenheid van UWV-USZO met ABP bemoeilijkt de integratie van werkprocessen, de
---
voorbereiding op de Wet verbetering Poortwachter is onvoldoende en UWV heeft
onvoldoende tijd genomen voor een eenduidige invoering van CBBS;
* de sturing en beheersing; de managementinformatie is onvoldoende betrouwbaar, het
UWV besteedt onvoldoende aandacht aan de doelstellingen voor 2002 en er bestaat
gebrek aan inzicht van de invulling van de efficiencytaakstelling;
* het juridisch vlak; een centrale contractenadministratie ontbreekt;
* het fiscaal vlak; er is sprake van een onjuiste verwerking van samenloop van uitkeringen
bij UWV-Cadans, er is sprake van een onjuiste verwerking van grensoverschrijdende
uitkeringen, er is sprake van onjuiste voorschotbetaling loonbelasting en premies en er is
sprake van openstaande geschilpunten met de Belastingdienst;
* het financieel vlak; er doen zich risico's voor ten aanzien van verstrekking van niet juist
vastgestelde uitkeringen, de doelstellingen ten aanzien van vermindering van de
uitkeringsdebiteuren zijn onvoldoende geoperationaliseerd en de inrichting van het
invorderingsproces is onvoldoende;
* de huisvesting; er is onvoldoende zicht op opleveringseisen, er is sprake van rigide
huurtermijnen en substantiële afkoopsommen en de administratie van de
huisvestingscontracten is onvoldoende;
* de ICT; er is sprake van onvoldoende aansluiting van systemen met de toekomstige UWV-
organisatieprocessen, er is sprake van onvoldoende aandacht voor impact van het
wetsvoorstel Walvis op ICT-infrastructuur, er is sprake van onvoldoende informatie over
onderhoudbaarheid van systemen, de gegevensuitwisseling tussen voormalige
uitvoeringsinstellingen voldoet niet en de registratie van ICT-contracten is versnipperd;
* de veranderstrategie en organisatie van het veranderproces; er is onvoldoende centrale
regie op het veranderproces, er is sprake van risico's van verkokering van het
veranderproces en er is onvoldoende aandacht voor de impact van het wetsvoorstel
Walvis op de veranderstrategie;
* de programma's en projecten: er is sprake van een onbeheersbare projectenportfolio.
Verantwoordelijkheid UWV
De aard van de risico's waarmee het UWV wordt geconfronteerd, vraagt om een realistische
aanpak waarbinnen te nemen maatregelen en tijdpaden duidelijk benoemd zijn. Een door de
Raad van Bestuur van het UWV ingestelde stuurgroep is verantwoordelijk voor het op zo kort
mogelijke termijn treffen van maatregelen die de in de nulmeting onderkende risico's
voorkomen c.q. beheersen. Ter voorbereiding van de stuurgroepacties is de nulmeting
omgevormd tot een actieplan. Aan ieder in de nulmeting vermeld risico zijn acties gekoppeld
en daaraan is een verantwoordelijke UWV-manager toegewezen. De acties worden ingebed in
de reguliere planning- en controlcyclus van het UWV.
Op 27 augustus jl. heb ik kennis gemaakt met de Raad van Bestuur van het UWV. Dit overleg
heb ik benut om met de Raad van Bestuur het functioneren van het UWV te bespreken.
Uitkomst van het overleg is dat het UWV met mij op een aantal concrete onderwerpen heldere
afspraken heeft gemaakt over te ondernemen acties, te behalen resultaten en de daarvoor
geldende termijnen. Dit geldt onder meer voor het wegwerken van de bestaande
achterstanden, de aanpak van de openstaande posten en de betrouwbaarheid van gegevens in
het kader van het financieel beheer. Zo zal volgens de Raad van Bestuur van het UWV een
aanzienlijk deel van de achterstanden aan het einde van 2002 zijn weggewerkt en zal het
financieel beheer dit jaar op orde zijn. Voor een deel van de in de nulmeting genoemde
risico's heb ik inmiddels afspraken gemaakt met het UWV.
De overige onderdelen zullen door het UWV vastgelegd dienen te worden in het jaarplan van
het UWV voor 2003.
3
Marsroute kwaliteitsverbetering
De verbetering van de kwaliteit van de uitvoering is één van de belangrijkste thema's voor de
komende jaren. Genoemde nulmeting is daarbij een belangrijk vertrekpunt. De problematiek
is omvangrijk. De afgelopen jaren werden gekenmerkt werden door onduidelijkheid over de
definitieve inrichting van de uitvoeringsorganisatie. Daardoor zijn noodzakelijke
investeringen in mensen en materiaal deels uitgebleven..De start van het UWV per 1 januari
2002 schept duidelijkheid over de inrichting van de uitvoering en maakt het mogelijk voluit te
gaan werken aan de oplossing van de risico's. Het UWV moet hiertoe de gelegenheid krijgen
om zo de voordelen die aan de UWV-vorming zijn verbonden ook te bereiken. Duidelijkheid
in de uitvoering acht ik van groot belang. Daarmee komt de vraag op of de keuze voor de
vorming van het UWV binnen SUWI een juiste is geweest. Een nieuwe discussie over de
structuur van de uitvoering draagt echter niet bij aan de kwaliteit van de uitvoering in de
komende jaren.
De bouw van het UWV vergt een lange termijn aanpak. Hiervoor is een periode van 5 jaar
uitgetrokken. In deze periode zullen de geschetste risico's successievelijk aangepakt worden
en zal het UWV kwaliteitsverbetering moeten realiseren. Dit impliceert echter wel dat meer
indringend het pad van verbetering in de kwaliteit moet worden vastgesteld en gemonitord.
Daarbij gaat het om het afspreken van eenduidige prestatieverbeteringen volgens een vooraf
vastgesteld tijdpad. Een strikt ingevulde Planning- en Controlcyclus met jaarplan, jaarbudget
en kwartaalverantwoording is hiervoor absoluut noodzakelijk. De Raad van Bestuur zal zich
hieraan in de komende maanden voluit moeten verbinden
Over de actuele stand van zaken in de uitvoering zal ik de Kamer in het kader van de
begrotingsbehandeling van SZW infomeren.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)