Centrale Raad van Beroep Utrecht

Deinstongeval en beroep op de algemene aansprakelijkheidsnorm
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 12-09-2002

Betrokkene is tijdens diensttijd, toen zij met een collega in opdracht van het afdelingshoofd per dienstauto onderweg was om gebak te halen, betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Hierbij heeft betrokkene whiplash letsel opgelopen. Hierdoor is betrokkene minder gaan werken en is van functie gewisseld. In het geding is of het ongeval in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard van de opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelt dat gelet op de omstandigheid dat betrokkene deel moest nemen aan het wegverkeer zij een verhoogd risico liep op ongevallen. Dit verhoogde risico is in de uitoefening van haar werkzaamheden in het ongeval tot uitdrukking gekomen en gesteld noch gebleken is dat het ongeval aan schuld of nalatigheid van appellante was te wijten. Er is dus sprake van een dienstongeval. Betrokkene heeft ter ondersteuning van haar verzoek om toepassing van de onderhavige bepalingen van het Algemeen Ambtenaren Reglement (AAR) mede een beroep gedaan op de algemene aansprakelijkheidsnorm die de Raad (o.a. in AB0072, AB 2000, 373, TAR 2000, 112) heeft geformuleerd. De Raad acht het van belang er op te wijzen dat dit beroep reeds faalt omdat die algemene norm niet van betekenis is voor de inhoud en de omvang van aanspraken op grond van specifieke rechtspositionele voorschriften van het AAR. Voorts tekent de Raad nog aan dat het aanmerken als dienstongeval in de zin van de onderhavige bepalingen van het AAR nog niet betekent dat op grond van de algemene aansprakelijkheidsnorm ook aanspraak bestaat op vergoeding van andere schade die de betrokkene als gevolg van het ongeval heeft geleden of wellicht nog zal lijden. Dat vergt, gezien de verschillen tussen beide normen, in geval vergoeding van dergelijke schade wordt verzocht, een afzonderlijke toetsing aan de in de algemene aansprakelijkheidsnorm vervatte vereisten.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE6888
(Zie het originele bericht)