Centrale Raad van Beroep Utrecht

Beroepsofficier met bezwaren tegen gebruik kernwapens
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 13-09-2002

Jegens betrokkene zijn in verband met in de media en op het werk geuite stellingen tegen het gebruik van kernwapens verschillende rechtspositionele beslissingen genomen. Naar aanleiding van het advies van het Internationaal Gerechtshof d.d. 8 juli 1996 met betrekking tot de geoorloofdheid kernwapens in te zetten, heeft betrokkene verzocht een aantal beslissingen in te trekken, hem alsnog te bevorderen tot majoor alsmede om hem te rehabiliteren en schadevergoeding toe te kennen. De Raad stelt vast dat een aantal beslissingen reeds onderworpen is geweest aan toetsing door de bestuursrechter en daardoor rechtens onaantastbaar is geworden, zodat het bestuuursorgaan het verzoek terecht heeft opgevat als een verzoek om terug te komen van rechtens onaantastbaar geworden besluiten. Uit het advies van het Hof valt naar het oordeel van de Raad niet af te leiden dat de jegens betrokkene genomen beslissingen ook naar de inzichten van toen, als onrechtmatig zouden moeten worden aangemerkt en ook niet dat betrokkene bij de hem verweten wijze van optreden de terughoudendheid en voorzichtigheid heeft betracht die van hem als beroepsofficier mocht worden verwacht. Het bestuursorgaan kon het verzoek in redelijkheid afwijzen. Dit geldt ook voor het verzoek betrokkene alsnog te bevorderen tot majoor. In hetgeen betrokkene heeft aangevoerd met betrekking tot het advies van het Hof bestond geen aanleiding hem alsnog te bevorderen. De Raad ziet in het advies voorts geen aanleiding hem te rehabiliteren en schadevergoeding toe te kennen. Voor zover is beoogd om schade vergoed te krijgen die zou zijn geleden door besluiten die indertijd door het orgaan zijn teruggenomen dan wel door de Raad onrechtmatig zijn verklaard, overweegt de Raad dat betrokkene de termijn van vijf jaren op grond waarvan volgens vaste rechtspraak (CRvB 20 januari 2000, TAR 2000, 40) financiële aanspraken jegens de overheid op grond van de rechtszekerheid na een termijn van vijf jaren niet meer in rechte afdwingbaar zijn, ruim heeft overschreden.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE7113

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...id=9009&i=52&ti=5 .