Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie / Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
13 september 2002

RECHTERLIJKE TOETSING VREEMDELINGENBEWARING

De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van minister Nawijn voor Vreemdelingenzaken en Integratie tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 met betrekking tot de toetsing van de vreemdelingenbewaring. Doel is de werklast voor de vreemdelingenkamers van de rechtbanken te beperken en daarmee de doorlooptijden in vreemdelingenzaken te verkorten.

Op grond van de huidige regeling vindt de eerste rechterlijke toets plaats uiterlijk de tiende dag na de inbewaringstelling. Voorgesteld wordt de eerste toets te laten plaatsvinden binnen 14 dagen nadat de vreemdeling beroep heeft ingesteld of uiterlijk binnen 28 dagen na de inbewaringstelling. Een eventuele vervolgtoetsing zal uitsluitend plaatsvinden na een daartoe ingesteld beroep door of namens de vreemdeling en dus niet ambtshalve. Hiermee wordt teruggekeerd naar het toetsingsregime van vóór de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000.

Momenteel wordt ongeveer 40% van de capaciteit van de vreemdelingenkamers ingezet voor de behandeling van bewaringszaken. De verwachting is dat, zonder maatregel, dit percentage in de toekomst verder zal stijgen. Hierdoor zullen de achterstanden bij de behandeling van andere beroepszaken onaanvaardbaar toenemen.

Het treffen van louter organisatorische wijzigingen, zoals het inrichten van bijvoorbeeld een aparte bewaringskamer bij de rechtbank, het stimuleren van het buiten zitting afdoen van bewaringszaken en/of het verder uitbreiden van de capaciteit van de vreemdelingenkamers, biedt onvoldoende mogelijkheden om de belasting van de vreemdelingenkamers te beperken. Daarom wordt voorgesteld de rechterlijke toets in bewaringszaken aan te passen. Alleen met een dergelijke maatregel is het aantal bewaringszaken te reduceren tot een aantal dat behandeling van andere beroepszaken binnen redelijke termijn mogelijk maakt.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor spoedadvies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het spoedadvies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 13.09.2002