Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer                                            Postbus 90801
der Staten-Generaal                                                                  2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1A                                                                         Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA DEN HAAG                                                                     Telefax (070) 333 40 33


Uw brief                                          Ons kenmerk
AV/CAM/2002/67532


Onderwerp                                          Datum
Overleg met de Stichting van de Arbeid               13 september 2002


Op 12 september jl. hebben delegaties van het kabinet en de Stichting van de Arbeid overleg
gevoerd. Met deze brief informeer ik u over de belangrijkste punten.

 1. Aard en doel van het overleg 

Kabinet en Stichting van de Arbeid hebben in dit "kennismakingsoverleg" op hoofdlijnen
gesproken over de sociaal-economische situatie. Het kabinet hecht aan een gezamenlijke analyse
van het economisch beeld en aan een gezamenlijke krachtsinspanning om verschillende negatieve
economische ontwikkelingen te keren. In het overleg zijn de verschillende thema's benoemd die
een rol kunnen spelen bij het maken van nadere afspraken tussen kabinet, werkgevers en
werknemers. De komende maanden zullen deze thema's in overleg nader worden verkend. In het
Najaarsoverleg van eind november zullen kabinet en sociale partners bezien welke nadere
afspraken gemaakt kunnen worden. 


 2. Sociaal-economische situatie 

Gesproken is over de huidige sociaal-economische situatie en de verwachtingen voor de nabije
toekomst. In  bijlage 1 wordt het economisch beeld geschetst naar aanleiding van de recente
Macro Economische Verkenningen van het CPB. In de bijlage worden de verwachtingen van het
CPB voor 2002 en 2003 vergeleken met de verwachtingen ten tijde van het Strategisch Akkoord.
Het kabinet heeft in het overleg het volgende onderstreept.



 




---



In juli verwachtte het CPB voor 2003 nog een economische groei van 2,25%. Thans is dit
neerwaarts aangepast tot 1,5%. Ook het EMU-saldo zal verslechteren (-0,4% in 2003).
In 1998-2003 stijgen de loonkosten per eenheid product van de Nederlandse industrie
gecumuleerd 9,3% sterker dan gemiddeld in het eurogebied. Ten opzichte van alle concurrenten
verslechtert onze concurrentiepositie in 2001- 2003 met niet minder dan 11,5%.
De werkloosheid zal naar verwachting sterk gaan oplopen: dit jaar met 52.000 personen tot
300.000 en volgend jaar met nog eens 95.000 tot 395.000. Voor 2003 wordt  ­ voor het eerst
sinds 1994 ­ een daling van de werkgelegenheid verwacht (-0,5%).
De koopkracht van de modale werknemer is in de periode 2001-2003 gemiddeld met 2,8%
(inclusief incidenteel) per jaar toegenomen, terwijl de arbeidsproductiviteit in de marktsector in die
periode (slechts) met gemiddeld  0,6% per jaar toenam. Het verschil van (2,8 ­ 0,6 =) 2,2% komt
voor bijna  tweederde op het conto van de loonvorming.
Uit cijfers van de Arbeidsinspectie blijkt dat voor 2002 de gemiddelde          contractloonmutatie
voorlopig uitkomt op 3,7% op niveaubasis en 3,8% op jaarbasis. Voor 2003 raamt het CPB een
contractloonontwikkeling van 3,25%, bij een inflatie van 2,5%.
De ernst van het economisch beeld wordt door alle betrokkenen onderschreven. Het kabinet heeft
de opdracht benadrukt waar kabinet en sociale partners, ieder vanuit de eigen
verantwoordelijkheid, voor staan: herstel van de economische groei en de concurrentiepositie.
Hiervoor zijn structurele maatregelen en loonkostenmatiging cruciaal.

 3. Inhoudelijke thema's 

Kabinet en sociale partners hebben de thema's benoemd die de komende periode gezamenlijke
aandacht vergen en ­ in samenhang ­ bijdragen aan een concurrerende en gezonde economie:

       *  Lonen en lasten; 


       *  Arbeidsmarktinstrumentarium; 


       *  Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid;

       *  Pensioenen en levensloop; 


       *  Innovatie en productiviteit. 

Tegelijkertijd is vastgesteld dat op deze thema's nog forse verschillen van inzicht bestaan, soms
tussen kabinet en sociale partners, soms ook tussen werkgevers en werknemers. Het is gelet op de
ernst van de economische situatie van het grootste belang dat de onderlinge verschillen helder
worden en zo mogelijk overbrugd. Het kabinet is bereid tot een open en reëel overleg, met het
Strategisch Akkoord als uitgangspunt. 


 4. Verdere aanpak 

Kabinet en sociale partners verschillen niet van opvatting over de ernst van de economische
situatie. Ook wordt het gevoel gedeeld dat de weg omhoog slechts kan worden gevonden met
gezamenlijke krachtsinspanningen. De komende maanden zullen kabinet en sociale partners in open
overleg de genoemde thema's ­ in samenhang ­ nader bespreken. In het Najaarsoverleg van eind
november zal worden bezien welke nadere afspraken gemaakt kunnen worden.
De Minister van Sociale Zaken 

en Werkgelegenheid, 




 



3 



(mr. A.J. de Geus).