Ministerie van Justitie
Inburgering oudkomers nu landelijk en resultaatgericht
13 september 2002
Vanaf vandaag kunnen alle Nederlandse gemeenten extra geld krijgen
voor de inburgering van oudkomers. Minister Nawijn voor
Vreemdelingenzaken en Integratie heeft daarvoor een regeling
getroffen. Oudkomers zijn etnische minderheden die al langer in
Nederland verblijven en de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen.
Eerder konden alleen 54 grotere gemeenten van dergelijke regelingen
gebruik maken.
De regeling houdt in dat gemeenten kunnen aangeven hoeveel oudkomers
zij de komende twee jaar denken in te burgeren. Het gaat in eerste
instantie om etnische minderheden die werkzoekend zijn of die jonge
kinderen opvoeden. De inburgeringscursus is daarom altijd een
combinatie van taalles met werk, met een beroepsopleiding of met
ondersteuning bij de opvoeding.
De resultaten worden halfjaarlijks gemeten via een monitor. Pas nadat
de laatste resultaten binnen zijn, wordt de eindafrekening met de
deelnemende gemeenten opgemaakt. Als de prestaties zijn
achtergebleven, vindt terugvordering plaats, als de prestaties goed
zijn, wordt de extra inspanning beloond. De prestaties zijn goed als
iemand een cursus heeft afgemaakt en diegene het Nederlands beter
beheerst.
Gemeenten kunnen bij het uitvoeren van de inburgering samenwerken met
andere gemeenten. Omdat oudkomers niet verplicht zijn om inburgering
te volgen, wordt met iedere oudkomer een overeenkomst afgesloten. Op
die manier wordt vastgelegd wat de inspanningen over en weer zijn
zonder vrijblijvendheid. Dat strookt met het voornemen van dit kabinet
om de verplichting voor werkzoekende oudkomers wettelijk vast te
leggen.'
Bron: Directie Voorlichting