Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Project Sofi-nummers 2000 - 2001

Onderzoek naar misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi- nummers

Eindrapportage

© UWV Gak Bos en Lommerplantsoen 1 Postbus 8300 1005 CA Amsterdam Tel (020) 687 91 11 Company Confidential



SAMENVATTING....................................................................................................................................................... 3 INLEIDING.................................................................................................................................................................... 3 VERLOOP VAN HET PROJECT....................................................................................................................................... 3 WIJZE VAN ONDERZOEK ............................................................................................................................................. 3 RESULTATEN ............................................................................................................................................................... 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.............................................................................................................................. 4 LIJST MET AFKORTINGEN................................................................................................................................... 5

INLEIDING................................................................................................................................................................... 6

AANLEIDING .............................................................................................................................................................. 7

DOELSTELLING EN RESULTAAT....................................................................................................................... 8 DOELSTELLING............................................................................................................................................................ 8 OPDRACHTEN .............................................................................................................................................................. 8 BEOOGD RESULTAAT .................................................................................................................................................. 8 WIJZE VAN ONDERZOEK...................................................................................................................................... 9

RESULTATEN DOELGROEP 1 ............................................................................................................................10 ONDERZOEK EN DEFINIËRING...................................................................................................................................10 BEVINDINGEN EN RESULTATEN ................................................................................................................................11 RESULTATEN DOELGROEP 2 ............................................................................................................................13 ONDERZOEK EN DEFINIËRING...................................................................................................................................13 BEVINDINGEN EN RESULTATEN ................................................................................................................................13 RESULTATEN DOELGROEP 3 EN 4 ..................................................................................................................15 ONDERZOEK EN DEFINIËRING...................................................................................................................................15 ONDERZOEKSMETHODIEK.........................................................................................................................................16 BEVINDINGEN EN RESULTATEN ................................................................................................................................17 RESULTATEN ANALYSE.............................................................................................................................................18 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN................................................................................................................19 ALGEMEEN ................................................................................................................................................................19 CONCLUSIES ..............................................................................................................................................................20 AANBEVELINGEN ......................................................................................................................................................23



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Samenvatting

Inleiding
Het project Sofi-nummers is in de periode van juli 2000 tot en met 31 december 2001 onder verantwoordelijkheid van het management van de opsporingsdienst Gak Nederland bv uitgevoerd. Bij het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) 1 werd een projectvoorstel ingediend voor onderzoek naar misbruik en/of oneigenlijk gebruik van binnen het Gak geregistreerde Sofi-nummers.
M.i.v. 01-02-2002 zijn alle voormalige Uitvoeringsinstellingen (UVI's) waaronder Gak Nederland bv opgegaan in Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen. (UWV) De voormalige opsporingsdienst van GAK Nederland bv maakt nu deel uit van UWV Directoraat Bijzonder Onderzoek. Wanneer in dit rapport wordt verwezen naar UWV Gak heeft dit betrekking op de voormalige uitvoeringsinstelling Gak Nederland bv, tenzij nadrukkelijk anders vermeld.
Aan dit project is door het Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid afzonderlijke financiering toegekend. Op grond van de binnen dit project opgedane bevindingen worden conclusies getrokken, en aanbevelingen gedaan.

Verloop van het project
In de aanvangsfase van het project is een studie verricht naar oorzaken en omvang van het gebruik van onjuiste Sofi-nummers binnen UWV Gak. Vervolgens zijn 4 doelgroepen gedefinieerd, waarin potentieel frauduleuze handelingen met Sofi-nummers waren te verwachten. Kort weergegeven:

1. Gebruik van Sofi-nummers van personen die niet of niet meer in Nederland woonachtig zijn.

2. Gebruik van Sofi-nummers van overledenen.
3. Meer dan 3 overlappende dienstverbanden en meer dan fl 70.000,= brutoloon Sv.
4. In- en externe meldingen van misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers. Door administratief- en strafrechtelijk onderzoek is vastgesteld dat personen, met gebruikmaking van het Sofi-nummer van een ander, in Nederland werkzaam zijn. Bij geconstateerde onjuistheden is waar mogelijk proces-verbaal opgemaakt en zullen de onjuistheden in de bestanden van UWV Gak worden gecorrigeerd.

Wijze van onderzoek
Bestandsvergelijking tussen de verzekerdenadministratie (VZA) en de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) diende als basis voor het samenstellen van de doelgroepen 1 tot en met 3. Binnen de doelgroepen 1 en 2 is onderzoek naar mogelijke misbruik en/of oneigenlijk gebruik ingesteld in de loonadministratie van betrokken werkgevers. Binnen doelgroep 3 en 4 is gekozen voor een directe benadering van de rechtmatige houders van de Sofi-nummers, waarna bij betrokken werkgevers onderzoek is ingesteld naar de betwistte dienstverbanden. Aan de hand van de bevindingen afkomstig uit de doelgroep 3 en 4 is door "dadergroepanalyse" getracht personen of groeperingen in beeld te brengen die zich bezighouden met het misbruik en/of oneigenlijk gebruiken van Sofi-nummers.


1 Cursief gedrukte worden staan omschreven in de lijst met afkortingen

Bladzijde 3



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Resultaten

* Van misbruik van een Sofi-nummer waarvan de rechtmatige houder door migratie of emigratie naar het buitenland is vertrokken is niet in significante aantallen gebleken.
* Met betrekking tot het misbruik van Sofi-nummers van overleden personen is in 6% van de onderzochte situaties daadwerkelijk misbruik aangetoond. In de overige situaties was sprake van administratieve onjuistheden.
* Gedurende de projectduur zijn binnen doelgroep 3 134 Sofi-nummers in onderzoek genomen. Hiervan zijn 113 onderzoeken afgerond. In 43 gevallen is misbruik van het Sofi-nummer geconstateerd.

* Binnen doelgroep 4 zijn 1.095 meldingen van misbruik en/of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers ontvangen en in onderzoek genomen. Hiervan zijn 214 onderzoeken afgerond. In 143 gevallen is misbruik van het Sofi-nummer geconstateerd.
* In 49% van alle afgeronde onderzoeken is misbruik van het Sofi-nummer vastgesteld.
* Daadwerkelijk "schonen" van de onjuist geregistreerde dienstverbanden binnen de systeemomgeving van UWV Gak is nog niet mogelijk. Vooralsnog worden deze dienstverbanden geregistreerd binnen de automatiseringsomgeving van het projectteam.

* Voor zover de resultaten uit de onderzoeken zijn verwerkt, is sprake van 2.623 dienstverbanden die onjuist in de systeemomgeving van UWV Gak zijn opgenomen.
* In zeven situaties is proces-verbaal opgemaakt ter zake identiteitsfraude en eenmaal inzake premiefraude.

* In nagenoeg alle situaties van misbruik en/of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers is tevens sprake van combinatie met valse of vervalste identiteitsbewijzen, van personen waarvan het identiteitsbewijs is ontvreemd of zoekgeraakt.
* Uit de analyse werkzaamheden blijkt dat met name in de uitzendbranche misbruik en/of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers veelvuldig voorkomt.
* Uit de opgemaakte en verwerkte rapportages binnen het project bleek dat twintig werkgevers niet voldeden aan de diverse verplichtingen gesteld bij de sociale verzekeringswetten.

Conclusies en aanbevelingen
Op grond van de bevindingen uit dit project en de daaraan verbonden conclusies worden aanbevelingen gedaan.
De benoemde aanbevelingen dragen bij tot het beoogde projectresultaat:
- Een betere handhaving van de wetgeving met betrekking tot de Verzekerden administratie.

- Een afname van de mogelijkheid tot misbruik van sv wetgeving.
- Een actuele en betrouwbare basisregistratie.
Bladzijde 4



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Lijst met afkortingen
AI Arbeidsinspectie AWR Algemene wet inzake rijksbelastingen BRDV Basisregistratie dienstverbanden BRP Basisregistratie personen BRWG Basisregistratie werkgevers BVR Beheer van relaties GBA Gemeentelijke basis administratie GSD Gemeentelijke Sociale Dienst Lisv Landelijk instituut sociale verzekeringen Min Sozawe Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid MSV Melding sociale verzekering NAW-gegevens Naam (geboortedatum), adres en woonplaatsgegevens OSD Opsporingsdienst OSV Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 PVWG PremieVaststelproces Werkgevers Registratiebericht Door UWV, aan verzekerden verzonden overzicht, inzake de aanvang van zijn werkzaamheden of de aanvang van de periode waarover loon wordt genoten. Sofi-nummer Uniek identificerend registratienummer van de belastingdienst dat ook door andere overheidsinstanties en uitvoeringsinstellingen wordt gebruikt. Statusoverzicht Door UWV aan de verzekerden en uitkeringsgerechtigden verzonden overzicht inzake de hem betreffende gegevens die in de administratie zijn opgenomen. Suwi Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen UVI Uitvoeringsinstelling UWV Uitvoering werknemers verzekeringen VIS Verificatie Informatie systeem VZA Verzekerdenadministratie WID Wet op de identificatieplicht Wit Westland interventieteam

Bladzijde 5



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Inleiding
Het project Sofi-nummers is in de periode van juli 2000 tot en met 31 december 2001 onder verantwoordelijkheid van het management van de toenmalige opsporingsdienst Gak Nederland bv uitgevoerd. Bij het Lisv werd een projectvoorstel ingediend voor onderzoek naar misbruik en/of oneigenlijk gebruik van binnen UWV Gak geregistreerde Sofi-nummers. Gelet op de steeds terugkerende signalen van frauduleus gedrag van werkgevers en illegale tewerkstelling met gebruikmaking van een aangenomen identiteit, hechtte het Lisv groot belang aan de uitvoering van dit project.
Eventueel binnen het project geconstateerde onvolkomenheden in de administratieve processen van UWV Gak dienen te worden verholpen, opdat ook de rechtmatigheid naar de toekomst gewaarborgd is.
Ten behoeve van het project werd een zogenaamd kernteam geformeerd. Dit kernteam bestond uit een operationeel projectleider, administratieve ondersteuning, medewerkers van de afdelingen looninspectie en opsporingsdienst. In verband met de benodigde kennis van identiteitsdocumenten werd het kernteam tijdelijk uitgebreid met een medewerker van de Arbeidsinspectie.
Vanuit de opsporingsdienst werd het kernteam voor operationele activiteiten uitgebreid met administratief en/of opsporingsbevoegde medewerkers van UWV Gak. De organisatie van het project Sofi-nummers:

Ministerie Sozawe Lisv

Regio manager OSD Gak Nederland bv

Teamleiders
OSD Projectleider Gak Nederland bv

Administratieve ondersteuning Opsporingsfunctionarissen Fraude rapporteurs
Dossiervoorbereider

Medewerker Arbeidsinspectie

Analist

Looninspecteur

Bladzijde 6



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Aanleiding
Regelmatig wordt door verzekerden op grond van door hen ontvangen (Registratieberichten) of (Statusoverzichten) bij UWV Gak gemeld, dat ten onrechte op hun naam/Sofi-nummer dienstverbanden worden geregistreerd.
Overige signalen die hierop duiden kwamen uit diverse geledingen binnen UWV Gak, maar ook van medewerkers van overige instanties als de Arbeidsinspectie (A.I.), overige Uitvoeringsinstellingen, de Belastingdienst en de Gemeentelijke Sociale Diensten. Op grond van deze signalen is de indruk ontstaan dat binnen de Nederlandse samenleving een groot aantal werknemers werkzaam is die zich bedienen van niet rechtmatig aan hen toegekende Sofi-nummers. Daarnaast bedienen een aantal werkgevers zich van deze werknemers en zijn zij -al dan niet bewust- betrokken bij dit onrechtmatig handelen. Misbruik en/of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers kan onder meer leiden tot;
* het onterecht verkrijgen van toegang tot de arbeidsmarkt;
* het onterecht verkrijgen van subsidies;

* het onterecht verkrijgen van (toekomstige) uitkeringen;
* het onterecht verkrijgen van medische hulp via ziekenkostenverzekeraars;
* premie- en belastingontduiking.
Iemand die niet beschikt over een Sofi-nummer en toch gebruik wil maken van genoemde regelingen kan dit door het gebruik van het Sofi-nummer van een ander realiseren. Veelal is er sprake van een combinatie met valse, vervalste of valselijk verkregen (identiteits-) documenten.
Eind 1999 zijn door leden van de Tweede kamer vragen gesteld aan de regering over deze problematiek. Door de regering is geantwoord dat deze vormen van fraude de aandacht hebben. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft o.a. naar aanleiding van deze kamervragen contact gezocht met de toenmalige UVI's en een oordeel gevraagd over de kwaliteit van de verzekerdenadministratie. (VZA)
Bij beantwoording van de vragen werd geconstateerd dat de huidige kwaliteit en actualiteit van de VZA verbeterd dienden te worden. Dit mede in het kader van:
* gewenste rolvervulling als authentieke registratie;
* fraudebeleid en opsporing;

* informatiearchitectuur van de sociale zekerheid;
* vorming van UWV en polisadministratie in het kader van de wet (Suwi).
Bladzijde 7



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Doelstelling en resultaat

Doelstelling
Het project kende de navolgende doelstelling.
Het actief en structureel verbeteren van de inhoudelijke kwaliteit en actualiteit van de aanwezige VZA door gericht onderzoek naar vermoedelijk misbruik dan wel oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers door werknemers en / of werkgevers in de sectoren waarvoor UWV Gak als uitvoeringsinstelling optreedt.

Opdrachten

1) Ontwikkel meerdere methodieken die ertoe leiden dat er inzicht komt in de omvang waarin misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers binnen het taakveld van UWV Gak voorkomt, onder gelijktijdige vaststelling van de personen c.q. groeperingen die daarin actief zijn, teneinde te kunnen komen tot; a) terugdringen van de vervuiling van de basisbestanden; b) terugdringen van het fenomeen door het geven van gerichte adviezen; c) instellen van administratiefrechtelijk - en strafrechtelijke onderzoeken; d) verhalen van geleden nadeel.


2) Voer op basis van de ontwikkelde methodieken gericht onderzoek uit met het doel het vastgestelde misbruik en oneigenlijk gebruik ook feitelijk terug te dringen.

Beoogd resultaat
Als beoogde resultaten werden benoemd:

* een betere handhaving van de wetgeving m.b.t. de VZA;
* een afname van de mogelijkheden tot misbruik van de sv wetgeving;
* meer actuele en betrouwbare basisregistraties.
Bladzijde 8



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Wijze van onderzoek
Ter verduidelijking van de beeldvorming en terminologie volgen enkele begripsbeschrijvingen.
Verzekerden administratie.
De UVI's waren op grond van de Organisatiewet sociale verzekeringen 19972 (OSV) verplicht een administratie te voeren voor alle verzekerden, de VZA. De VZA van UWV Gak bestaat uit drie bestanden:

* De basisregistratie personen (BRP);
omvat de personalia van alle verzekerden of uitkeringsgerechtigden.
* De basisregistratie dienstverbanden (BRDV); omvat alle dienstverbanden, gerangschikt per werkgever en per werknemer.
* De basisregistratie werkgevers (BRWG);
registratie van alle werkgevers, elk onder een uniek aansluit-identificatienummer De premieloongegevens bevinden zich in het bestand PremieVaststelproces Werkgevers (PVWG).
De relatie tussen UWV Gak en een verzekerde begint formeel bij aanvang van de verzekeringsplicht, doch materieel wanneer een werkgever de verzekerde aanmeldt door middel van een Melding Sociale Verzekering. (MSV) die vervolgens wordt opgenomen in de BRDV en indien nodig in de BRP.
De eerste verificatie van het Sofi-nummer en de NAW-gegevens vindt plaats in de BRP. Hierbij speelt de verblijfsrechtelijke status en het al dan niet beschikken over een Sofi- nummer in beginsel geen rol. Het Sofi-nummer vormt echter wel een belangrijke schakel binnen de VZA.
De gegevens van personen kunnen bekend zijn wanneer zij al eerder bij UWV Gak verzekerd zijn geweest. In principe zijn de gegevens dan al eerder geverifieerd. Als de aangemelde persoon niet bekend is vindt alsnog verificatie van de gegevens plaats bij de Belastingdienst en de Gemeentelijke Basis Administratie. (GBA)
De verzekerden worden nadat UWV Gak de MSV heeft verwerkt geïnformeerd door middel van het "registratiebericht" en eens per kalenderjaar door het "statusoverzicht." De verzekerden zijn wettelijke verplicht om op beide overzichten te reageren, indien daar onjuistheden op staan.
Om inzicht te verkrijgen in de omvang van de vervuiling van de VZA zijn in overleg met de Belastingdienst en interne organisatieonderdelen van UWV Gak vier doelgroepen gedefinieerd, waarin potentieel onjuiste handelingen met Sofi-nummers waren te verwachten. Drie van de vier doelgroepen zijn het resultaat van bestandsvergelijkingen binnen de systeemomgeving van UWV Gak. De vierde doelgroep betreft in- en externe meldingen van misbruik en/of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers. Alvorens daadwerkelijk tot onderzoek van mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik van Sofi- nummers over te gaan is binnen het projectteam een studie verricht naar oorzaken en omvang van het gebruik van onjuiste Sofi-nummers binnen UWV Gak3.


2 de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 is per 1-1-2002 vervangen door de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Suwi

3 Rapport Sofi-nummerstudie, 28 december 2000 auteur T.W.M. Kaspers
Bladzijde 9



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Resultaten doelgroep 1

Onderzoek en definiëring
Deze doelgroep is het resultaat van een bestandsvergelijking tussen de BRP, BRDV en GBA over de jaren 1996 tot en met 1998. Sofi-nummers van personen die voor 1996 geregistreerd stonden met de code 999 zijn vergeleken met de Sofi-nummers waarop in de jaren 1996 tot en met 1998 dienstverbanden zijn aangegaan.
Het gegeven, dat personen in de Basisregistratie een code 999 vermelding hebben ontstaat door de koppeling met de GBA.
Binnen de GBA is de betekenis van deze code zowel "Vertrokken onbekend waarheen", als "Adres Onbekend Buitenland".
Deze bestandsvergelijking leidde tot een overzicht van verzekerden, die vóór 1996 niet meer in Nederland woonden en op welke Sofi-nummers ná 1 januari 1996 in Nederland dienstverbanden zijn geregistreerd.
Hieruit ontstond een lijst van 7.995 Sofi-nummers met 13.087 dienstverbanden aangegaan bij 3.557 werkgevers. Gelet op de omvang is gekozen voor een benadering van de werkgevers en niet van de individuele verzekerden.
Op grond van beheersbaarheid, tijd en beschikbare capaciteit zijn 116 werkgevers geselecteerd, die met meer dan 10 en maximaal 99 houders van dergelijke Sofi-nummers dienstverbanden waren aangegaan. In totaal betrof dit 7.964 dienstverbanden. A-select zijn binnen deze groep 36 werkgevers getrokken. Bij 34 werkgevers is met medewerking van de Arbeidsinspectie in de loonadministratie onderzoek verricht naar 1.042 dienstverbanden. Schematisch weergegeven geeft dit het volgend beeld.

Totaal 116 Werkgevers Totaal 7.964 dienstverbanden


1.042

34 Geen onderzoek Onderzocht

82 6.922

Bladzijde 10



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Bevindingen en resultaten
Bestudering van de relatie adres dienstverband leverde een beeld op, dat in 75% van de geselecteerde dienstverbanden als adres in de BRP de code 999 en in 25% een gerichte landcode een concrete verwijzing naar het buitenland aangaf. Omdat de landcodes van de buurlanden België en Duitsland niet waren geselecteerd is zogenaamde "grensarbeid" zoveel mogelijk uitgesloten. Onderzocht is wie er feitelijk gewerkt heeft en of de gegevens in de GBA, VZA en loonadministratie met elkaar overeenstemden. Op basis van de Wet op de Identificatieplicht (WID) is gecontroleerd of de werkgever de wettelijk verplichte kopie van het getoonde originele ID-bewijs, de loonbelastingverklaring en de loonstaat kon overleggen. Bevindingen
Van misbruik van een Sofi-nummer waarvan de rechtmatige houder door migratie of emigratie naar het buitenland is vertrokken is niet in significante aantallen gebleken. In geval van geconstateerde onjuistheden, was het onmogelijk om nadere gegevens te achterhalen vanwege:

* Werknemers verzuimen op grote schaal adreswijzigingen (tijdig) aan het GBA door te geven. Het GBA reageert daarop met de registratie; vertrokken onbekend waarheen of adres onbekend buitenland. Onderzoek naar de feitelijke situatie vindt niet of nauwelijks plaats.

* In de Verzekerdenadministratie worden dienstverbanden geaccepteerd die zijn aangegaan op grond van een gestolen/vermist ID-bewijs.
* Veelal werden de gevraagde kopie ID-bewijs en loonbelastingverklaring niet overlegd, waardoor het niet mogelijk was de identiteit van de werkenden vast te stellen.
* Beoordeling van de juistheid van ID-documenten stuit op problemen door gebrek aan benodigde kennis van werkgevers en kwaliteit van de fotokopieën.
* Voorts blijven werkgevers op grote schaal in gebreke de MSV tijdig en juist aan te leveren.
Het onderzoek leverde het beeld op van de redenen waarom in de meeste gevallen de identiteit niet kon worden vastgesteld, In de tabel hieronder zijn de concrete aantallen weergegeven.
Controle ID-bewijzen
Niet overlegd 499 Resultaat controle 1.042 ID bewijzen Ongeldig 22 Verlopen 5 Niet overlegd Abusievelijk vernietigd 1 39% Ongeldig Verlopen Niet overlegd door overmacht 18 49% Abisievelijk vernietigd Mogelijk vals/vervalst 21 Niet overlegd door overmacht Onleesbare kopie, onherkenbare foto 36 0% Mogelijk vals/vervalst Handtekening twijfel 34 Onleesbare kopie, onherkenbare foto Twijfel over Nationaliteit 3 3% Handtekeningtwijfel Overlegd zonder gebreken 403 3% Twijfel over Nationaliteit Totaal aantal onderzochte Sofi- 1.042 2% 2% 0% 0% 2% Overlegd nummers

Bladzijde 11



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Op grond van de Wet op de loonbelasting moet verplicht het hoogste loonheffingstatief, van 52%, worden geheven, indien de werkgever:

* De identiteit niet op de voorgeschreven wijze heeft vastgesteld;
* Geen kopie ID-bewijs overlegt, waaruit soort en/of het nummer van het ID-bewijs blijkt;
* Geen loonbelastingverklaring overlegt;

* Weet of zou moeten weten dat de opgegeven naam of adres onjuist zijn; Bij onderzoek van de 1.042 dienstverbanden werd in 480 gevallen al dan niet in combinatie met afwezigheid van het ID bewijs geen loonbelastingverklaring overlegd. De volgende opstelling kan gemaakt worden over de toepasselijkheid van het anoniementarief.

Resultaat NN-beoordeling % Toelichting 403 geen bijzonderheden 39 Correcte toepassing tabeltarief 43 Twijfelgevallen 4 Tenminste 13 stuks 596 Anoniemen-tarief cf. artikel 26 b 57 Geen ID-kopie, ID-nummer of LB-verklaringen of er heeft geen loonbelasting. verificatie plaatsgevonden. 1024 Onderzochte Sofi-nummers 100 In bovenstaand overzicht bevinden zich ook werkmaatschappijen van beursgenoteerde (uitleen)ondernemingen.

Resultaat NN tarief beoordeling

39%

57%


4%
Tarief LB juist toegepast 403 Toegepast tarief betwijfeld 43 Tarief LB onjuist toegepast 596

Ten behoeve van de concrete berekening en omvang van de schade worden de resultaten vanuit het project overgedragen aan de afdeling looninspectie van UWV Gak.

Bladzijde 12



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Resultaten doelgroep 2

Onderzoek en definiëring
Deze doelgroep is het resultaat van een bestandvergelijking tussen de BRP, BRDV en GBA vanaf 1996. Geselecteerd zijn de Sofi-nummers van personen die vóór 1996 zijn overleden en waarvan op of ná datum van overlijden dienstverbanden zijn geregistreerd. Dienstverbanden die vóór het overlijden zijn aangevangen, maar vervolgens nog (geruime tijd) doorlopen zijn niet geselecteerd, vanwege de kans dat deze situaties het gevolg kunnen zijn van het niet of te laat inzenden van uit dienst meldingen. Deze bestandsvergelijking resulteerde in 73 Sofi-nummers. Getracht is om vast te stellen of en in welke mate er sprake is geweest van misbruik van Sofi- nummers, die toebehoorden aan inmiddels overleden personen. Bij de gemeenten waar de overleden houders van deze Sofi-nummers laatstelijk woonachtig waren werd de overlijdensdatum schriftelijk geverifieerd. Vervolgens is door buitendienstmedewerkers van UWV Gak naar 69 Sofi-nummers onderzoek ingesteld. In totaal stonden 96 dienstverbanden op deze 69 Sofi-nummers geregistreerd, die voldeden aan genoemde criteria.
Ten behoeve van het onderzoek naar deze doelgroep is in de administratie van de betreffende werkgevers onderzoek verricht naar de oorsprong van de registratie van deze dienstverbanden.

Bevindingen en resultaten
De bevindingen van deze doelgroep zijn onder te verdelen in de navolgende resultaten.

Aantal Aantal Sofi-nummers Dienstverbanden Verzuim werkgever m.b.t. Msv, betreft 4 5 overlijdensuitkering
Verzuim werkgever m.b.t. Msv. 25 40 Administratieve fout na systeemconversie van 27 33 werkgever
Administratieve onjuistheid Gak Nederland BV 4 5 Administratieve fout verwisseling persoon 5 7 Misbruik oneigenlijk gebruik 4 6 Totaal 69 96

Bladzijde 13



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Door gebruikmaking van 4 Sofi-nummers is bij 6 onderzochte dienstverbanden sprake geweest van misbruik of oneigenlijke gebruik van het Sofi-nummer van een overleden persoon. De identiteit van de personen die op deze Sofi-nummers hebben gewerkt kon niet worden vastgesteld.
De overige geregistreerde dienstverbanden zijn het gevolg van administratieve onjuistheden, zoals weergegeven in voorgaande tabel en onderstaande grafiek.

Resultaat onderzochte dienstverbanden 34%

5%
6% 27% 5%
7%
43%
Verzuim werkgever m.b.t. Msv, betreft overlijdensuitkering Misbruik oneigenlijk gebruik Administratieve onjuistheid Gak Nederland BV Administratieve fout verwisseling persoon Verzuim werkgever m.b.t. Msv. Administratieve fout na systeemconversie van werkgever

Bladzijde 14



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Resultaten doelgroep 3 en 4

Onderzoek en definiëring
Doelgroep 3 is het resultaat van een bestandvergelijking tussen BRP, BRDV, GBA en PVWG over de jaren 1996 tot en met 1999 waarvan op enig moment meer dan drie elkaar overlappende dienstverbanden bekend waren, met een totaal bruto SV loon in het kalenderjaar van meer dan fl. 70.000,=.
Deze bestandsvergelijking resulteerde in 940 Sofi-nummers, met 3.699 dienstverbanden, 295.252 Sv dagen en een totaal brutoloon Sv van fl.86.491.148,=. In verband met beheersbaarheid is een extra criterium aan deze doelgroep toegekend; minimaal 350 SV dagen per kalenderjaar. Dit resulteerde in 179 Sofi-nummers met 1.180 dienstverbanden, 112.131 Sv dagen en een totaal brutoloon Sv van fl. 17.250.037,=. Uiteindelijk zijn van 134 Sofi-nummers onderzoeksdossiers gevormd.

Onderzoeken doelgroep III

140 134 135
130
125
120 113 115
110
105
100 Aantal uitgezette opdrachten Aantal afgeronde opdrachten Aantal 134 113

Doelgroep 4 betreft een continu proces, dat is gebaseerd op in- en externe signalen. De interne signalen zijn veelal afkomstig van verzekerden die reageren op onjuistheden in de door hen ontvangen registratieberichten en statusoverzichten uit de VZA. Daarnaast ontstaan binnen de systeemomgeving van UWV Gak zogenaamde uitvalsignalen, bijvoorbeeld in situaties waarbij geen koppeling tot stand kan komen tussen de dienstverbandenregistratie en de (te) ontvangen Jaarloonopgave. Als externe bronnen zijn te noemen:
­ Politie, Belasting, Arbeidsinspectie overige Uvi's ­ Rif's, Westland interventie team (WIT), Ziekenkostenverzekeraars etc. Binnen de projectduur zijn totaal 1.095 meldingen ontvangen die allen in onderzoek zijn genomen en waarvan 214 onderzoeken zijn afgerond.

Onderzoeken doelgroep IV


1.200 1.095 1.095
1.000 800 600 400 214 200
---
Aantal meldingen Aantal uitgezette Aantal afgeronde opdrachten opdrachten Aantal 1.095 1.095 214

Bladzijde 15



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Aan de hand van onderstaande grafiek is het aantal ontvangen en afgeronde onderzoeken per meldingsbron weergegeven.
Herkomst doelgroep 4

300

200 295 263 150 100 84 81 28 47 36 75 13 19 70 65 4 0 22 2 2 4 46 0 1 2 0 0 Vreemdelingen AI Fiscus Derden GAK Houder sofnr. onbekend Politie STOV Uitval Werkgever WIT politie Retour 0 22 2 70 65 2 4 46 0 1 2 0 uitgezet 28 47 36 295 263 13 75 150 84 19 4 81

Retour uitgezet Onderzoeksmethodiek
Als onderzoeksmethodiek voor de doelgroepen 3 en 4 is gekozen om in eerste instantie de rechtmatige houder van het Sofi-nummer te traceren. Deze persoon werd geconfronteerd met de bevindingen uit de bestandvergelijkingen of melding. Indien noodzakelijk werden de op betreffende Sofi-nummers geregistreerde dienstverbanden onderzocht bij betrokken werkgevers. Deze onderzoeken bij werkgevers werden beperkt tot de vijf meest recente dienstverbanden. Getracht werd om zo actueel mogelijk te werken, ter vergroting van de kans dat daadwerkelijk personen werden aangetroffen die misbruik maakten van Sofi-nummers van anderen.
Het gehele registratieproces, alsmede de verwerking van rapportages en processen-verbaal waarin de bevinden zijn vastgelegd wordt geregistreerd binnen een database programma "I- Base."
Schematisch weergegeven is de werkwijze binnen het project als volgt: M e l d i n g B e s t a n d s v e r g e l i j k i n g
1 e b e o o r d e l i n g O n d e r z o e k J A N E E I n f o r m a t i e B R P R a p p o r t a g e k e r n t e a m B R d v G V I

A n a l y s t ' s R e g i s t r a t i e z a a k u i t v o e r e n d t e a m n o t e b o o k m a k e n
o n d e r z o e k o p d r a c h t M a n a g e m e n t i n f o r m a t i e R e g i s t r a t i e r e t o u r v a n u i t v o e r e n d t e a m I - b a s e K w a l i t e i t s c o n t r o l e R e s u l t a t e n v o o r a n a l y s e

U i t v o e r e n d e t e a m s

Bladzijde 16



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Bevindingen en resultaten
Totaal zijn binnen doelgroep 3 en 4 1.318 Sofi-nummers in onderzoek genomen. Het totaal aantal afgeronde onderzoeken bedraagt 416 Sofi-nummers, in 49% van de afgeronde onderzoeken is daadwerkelijk sprake van misbruik of oneigenlijk gebruik van het Sofi- nummer. Door onderstaande tabel en grafiek zijn de resultaten van alle doelgroepen weergegeven.

In onderzoek Onderzoek Fraude met Administratieve Akkoord Onbekend genomen afgerond Sofi-nummer onjuistheid Doelgroep 1 254 25 14 4 6 1 Doelgroep 2 64 64 3 45 16 0 Doelgroep 3 134 113 43 5 64 1 Doelgroep 4 1.095 214 143 38 24 9
1.318 416 203 92 110 11

Resultaten van onderzoeken

Onbekend Akkoord 3%
26%



Fraude met Sofi- nummer
49% Administratieve onjuistheid
22%





Om technische redenen ontbreekt het aan de mogelijkheid om de bevindingen met betrekking tot de onjuiste dienstverbanden daadwerkelijk in de BRDV door te voeren. De 416 afgeronde onderzoeken hebben betrekking op 3.459 onderzochte dienstverbanden, met het navolgend resultaat.

Aantal te corrigeren dienstverbanden, vanwege administratieve fouten. 32 Aantal te verwijderen dienstverbanden, waarvan is vastgesteld, dat die niet door de rechtmatige houder zijn aangegaan. 2.623 Aantal dienstverbanden waarvan wordt betwijfeld, of die door de rechtmatige houder 804 zijn aangegaan.


4 Naast de 1042 onderzoeken doelgroep 1 die zijn verricht in de administratie van werkgevers zijn 25 Sofi- nummers onderzocht op de methodiek van doelgroep 3 en 4

Bladzijde 17



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Resultaten analyse
Met behulp van I-Base worden de verschillende Sofi-nummeronderzoeken met elkaar vergeleken en worden eventuele gemeenschappelijke kenmerken zichtbaar. Vertonen deze afzonderlijke Sofi-nummeronderzoeken overeenkomsten, dan kan dit er op wijzen dat het misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers door éénzelfde persoon of groep van personen is gepleegd.
Slechts een deel van de in onderzoek genomen Sofi-nummers is afgerond. Dit heeft als gevolg dat de informatie op grond waarvan de analyse werd uitgevoerd gering was. Tot nu toe zijn op basis van onderstaande criteria zeven werkgevers bij de UWV Gak gemeld wegens mogelijke fraude. Aanleidingen waren onder meer: geen / niet volledig personeelsdossier aanwezig bij de werkgever geen geldig kopie ID-bewijs aanwezig;
geen loonbelasting verklaring aanwezig;
de op de MSV'n vermelde Sofi-nummers zijn onjuist / vals valse / vervalste ID-bewijzen in de personeelsadministratie. Uit de opgemaakte en verwerkte rapportages binnen dit project bleek dat twintig werkgevers niet voldeden aan de diverse verplichtingen gesteld door de sociale verzekeringswetten. Uit nader onderzoek zal moeten blijken of er een strafrechtelijk onderzoek gestart dient te worden. In ieder geval zal bij werkgevers, die niet aan de verplichtingen voldoen, administratieve controle plaats vinden in de vorm van waarnemingen ter plaatse of looncontrole.
Ten behoeve van de concrete berekening, de omvang van de schade en het verhalen van de geleden schade worden de resultaten vanuit het project overgedragen aan de afdeling looninspectie van UWV Gak.
In 7 situaties is het mogelijk geweest proces-verbaal op te maken inzake identiteitsfraude tegen personen die feitelijk werkzaam waren met gebruikmaking van een vals of vervalst identiteitsbewijs en het Sofi-nummer van een ander. Daarnaast is in de loop van 2001 strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar één onderneming die zich bezig hield met het uitlenen van personeel die gebruik maakten van valse identiteitsdocumenten.

Bladzijde 18



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Conclusies en aanbevelingen

Algemeen
In het op 24 juli 2000 opgestelde projectplan, is een tijdspad opgenomen, waarin is aangegeven dat per 1 september 2000 de eerste werkzaamheden van het projectteam zouden aanvangen. In september 2000 werd duidelijk, dat de gewenste personele bezetting, zowel in kwantitatieve zin als in kwalitatieve zin, niet haalbaar bleek. Het daadwerkelijk instellen van gericht onderzoek naar het misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers is gestart medio 2001. Het project verkeert momenteel nog in de operationele fase. Een groot deel van de onderzoeken is nog niet afgerond. De resultaten uit de onderzoeken naar de afzonderlijke Sofi-nummers moeten nog verwerkt worden. Deze resultaten zijn van essentieel belang voor het vaststellen van personen en/of groeperingen die zich met Sofi-fraude bezighouden. Vervolgens dient onderzoek te worden ingesteld naar deze personen en groeperingen. Vooralsnog is het niet mogelijk om het ontstaan van onjuist geregistreerde dienstverbanden binnen de VZA door misbruik of oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers te voorkomen. De werkzaamheden van het project Sofi-nummers blijven in afwachting van de realisatie van de polisadministratie UWV dan ook wenselijk zoniet noodzakelijk.

Bladzijde 19



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Conclusies
Op grond van de bevindingen uit dit project komt het projectteam tot de navolgende conclusies.

1) In de aangetroffen situaties van misbruik van een Sofi-nummer werd op één van de navolgende wijzen het gebruik van een onjuist Sofi-nummer mogelijk gemaakt: a) handel in valse/vervalste formulieren waarop het Sofi-nummer wordt toegekend; b) (r)emigranten die hun Sofi-nummer ter beschikking stellen; c) personen die hun (kopie-)identiteitspapieren (tegen betaling) ter beschikking stellen aan anderen;
d) personen die zelf een dienstverband aangaan maar anderen laten werken.


2) Binnen de VZA worden dienstverbanden geregistreerd die na verificatie met de Belastingdienst gekoppeld zijn aan een bestaand Sofi-nummer. Een Sofi-nummer, dat in eerste instantie legitiem is toegekend aan de rechtmatige houder kan in een later stadium worden misbruikt. Nadat misbruik van een Sofi-nummer is vastgesteld kan de VZA voor wat betreft de onderzochte dienstverbanden worden gecorrigeerd. Het is tot op dit moment niet te voorkomen, dat op basis van hetzelfde misbruikte Sofi-nummer opnieuw dienstverbanden binnen de VZA worden geregistreerd.


3) Door meerdere oneigenlijke gebruikers van Sofi-nummers worden dezelfde bankrekeningen gebruikt.


4) Op één Sofi-nummer worden meerdere vergoedingen op basis van ziekenkosten verzekeringen verstrekt.


5) In de meeste gevallen van misbruik of oneigenlijk gebruik is ook sprake van valse of vervalste identiteitsbewijzen.


6) Het Sofi-nummer in combinatie met een vals of vervalst identiteitsbewijs vormt een zeer gewenste combinatie voor:
a) personen die wel willen, maar niet mogen werken, (illegaal in Nederland verblijvende personen;)
b) personen, die wel mogen werken, maar niet zichtbaar willen werken, (uitkeringsgerechtigden;)
c) de personen en ondernemingen die misbruik maken van het Sofi-nummer zijn te onderscheiden in te goeder trouw en te kwader trouw.


7) Dadergroepanalyse wijst uit dat een aantal werkgevers, voornamelijk uitzendbureaus, stelselmatig, al dan niet opzettelijk, werknemers in loondienst hebben, waarbij misbruik dan wel oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van Sofi-nummers.


8) ID-bewijzen spelen naast toegangverschaffing tot de arbeidsmarkt ook en rol bij het opnemen van gegevens in de bevolkingsadministratie, bij de totstandkoming van financiële transacties, aanvraag van een uitkering, toegang tot de arbeidsmarkt en het verstrekken van het Sofi-nummer.

Bladzijde 20



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001


9) Fraude met persoons-, identiteits- en brondocumenten is reeds meerdere malen onderwerp van onderzoek geweest. Het projectteam draagt kennis van de eindrapportage van het project "Ganzeveer"5 en onderschrijft de daarin beschreven preventievoorstellen met betrekking tot deze problematiek.


10) Binnen de UWV organisatie vindt het merendeel van de invoer van identiteitsbepalende gegevens niet via de front-office-medewerkers plaats. Voor het opnemen van de gegevens binnen de UWV systeem omgeving wordt meestal geput uit bestanden die reeds eerder zijn opgebouwd. Qua verificatie van de persoonsgegevens binnen de VZA en de registratie binnen de Belastingdienst, Beheer van Relaties (BvR) speelt de GBA een bepalende rol.


11) Een geautomatiseerde omgeving voor identiteitsbepalende gegevens zoals het GBA kan het gevaar opleveren van een geboden schijnzekerheid. Een goed functionerende gemeentelijke basisadministratie (als beoogde authentieke registratie) met valide persoonsgegevens en betrouwbare identiteitsdocumenten is een belangrijke randvoorwaarde voor het voorkomen van fraude met Sofi-nummers.


12) Uit de procedures in gebruik binnen de GBA bestaat noch immer discrepantie m.b.t. tot dit onderwerp. Ondanks de verbeteringen die na de publicatie van het rapport Ganzeveer zijn doorgevoerd vindt de registratie van identiteitsbepalende gegevens nog steeds niet op uniforme wijze plaats.


13) Werknemers verzuimen in strijd met de aangifteplicht in grote aantallen om adreswijzigingen aan GBA door te geven. Niet gebleken is dat de hierop gestelde sanctie door gemeenten wordt toegepast. Hierdoor ontstaan ten onrechte vermeldingen als Adres Onbekend, Adres Buitenland Onbekend, Vertokken Onbekend Waarheen en Adres Onbekend. Als gevolg hiervan kan niet in de GBA worden geverifieerd of de betreffende persoon daadwerkelijk buiten Nederland woonachtig is en derhalve binnen de VZA ten onrechte dienstverbanden zijn geregistreerd.


14) Als afnemer van de GBA bestaat een terugmelding verplichting bij geconstateerde verschillen. Niet gebleken is dat naar aanleiding van deze meldingen binnen de gemeenten voldoende actieve recherchering plaatsvindt.


15) Front-office-medewerkers van alle betrokken organisaties, zoals, gemeenten, Belastingdienst, Centra voor werk en Inkomen (CWI) , UWV zijn soms (mede) verantwoordelijk voor de eerste invoer of het muteren van identiteitsbepalende gegevens. Zij zijn zich vaak niet bewust van de in- en externe belangen die verbonden zijn met de interne procedures rond de registratie van identiteitsbepalende gegevens. Hierdoor kan bestandsvervuiling optreden, evenals een gebrek aan uniformiteit van de wijze waarop gegevens zijn geregistreerd. Dit leidt tot situaties waarin de gegevens onvoldoende consistent zijn om koppelingen van bestanden op effectieve en efficiënte wijze te realiseren.


16) Ook voor werkgevers is het gebruik van een persoons- identiteitsdocument een noodzakelijk middel geworden om zeker te weten met wie hij van doen heeft. Aan de


5 Eindrapport van het Rif Amsterdam inzake gebruik en misbruik van identiteitsbepalende gegevens 1997

Bladzijde 21



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

hand van deze gegevens levert de werkgever door het inzenden van de MSV het eerste signaal voor registratie in de VZA.


17) Werkgevers blijven in gebreke voor wat betreft de verplichtingen vastgelegd in de WID.


18) De juiste identificatie van personen door de werkgevers bij indiensttreding blijft problemen geven.


19) Meermaals wordt door werkgevers genoegen genomen met de kopie van een identiteitsbewijs.


20) Veelal kon door de werkgevers geen kopie identiteitsbewijs en/of loonbelastingverklaring worden overlegd. Hierdoor is het onmogelijk om de identiteit van de werkende persoon vast te stellen.


21) Het gebrek aan sanctiemogelijkheden in de WID levert in de praktijk problemen op. Het beleid van justitie is namelijk om niet uitsluitend op grond van de WID verbaliserend op te treden.


22) Werkgevers blijven op grote schaal in gebreke de melding sociale verzekering tijdig en juist aan te leveren, waardoor controle nauwelijks mogelijk is.


23) Het ontbreekt werkgevers naar verificatiemogelijkheden op de juistheid van Sofi- nummers, en identiteitsbewijzen of tewerkstellingsvergunningen.


24) De beoordeling op authenticiteit en echtheidskenmerken van (buitenlandse) reis- en brondocumenten vereist specialistische kennis die in veel gevallen onvoldoende voor handen is. Het projectteam draagt kennis van het Project regionale samenwerking6 binnen het Project Financieel Rechercheren van het Ministerie van justitie.


25) Dagelijks worden nieuwe meldingen van misbruik Sofi-nummer ontvangen. Alleen bij aanhouding op de werkplek is het mogelijk om concreet vast te stellen wie er feitelijke misbruik maakt van een Sofi-nummer.


26) Binnen de projectduur is de verzamelde informatie voor analyse nog niet voldoende om personen of groeperingen die zich actief bezighouden met misbruik en oneigenlijk gebruik van Sofi-nummers in kaart te brengen.


27) Het ontbreekt aan een gemeenschappelijke verwijsindex en onderlinge koppeling voor ziekenkostenverzekeraars, waardoor het niet mogelijk is om vormen van misbruik inzake verstrekkingen zichtbaar te maken.


6 Het project regionale samenwerking is gericht op het voorkomen van fraude met persoons- identiteits- en brondocumenten

Bladzijde 22



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Aanbevelingen
Het projectteam komt tot de navolgenden aanbevelingen:
1) In aansluiting op het Project Financieel Rechercheren te komen tot een adequate vorm van opleiding voor front-office- medewerkers. Het verdient aanbeveling om binnen de frontoffice functies de beschikking te krijgen over het Edison Travel Documents System, afgekort Edison TD. Binnen dit computerprogramma zijn momenteel meer dan
1550 reisdocumenten uit vrijwel alle landen ter wereld opgenomen. Per document worden afbeeldingen en beschrijvingen van de echtheidskenmerken weergegeven.


2) In het verlengde hiervan dient de mogelijkheid te worden gecreëerd voor organisaties en werkgevers tot verificatie van gestolen, vermiste of ontvreemde persoons- identiteitsbewijzen middels het Verificatie Informatie Systeem (VIS)


3) Tot het inrichten van een verificatiepunt op juistheid van het Sofi-nummer in combinatie met de NAW gegevens.


4) De fraudealertheid binnen organisaties te verhogen, waardoor misbruik met Sofi- nummers eerder gesignaleerd kan worden.


5) Voorlichting richting werkgevers en werknemers in de vorm van accountmanagement, brochures en pers.


6) In het kader van kennismanagement valt te denken aan een centraal informatie, registratie en meldpunt Sofi-nummerfraude voor UWV, Belastingdienst en Arbeidsinspectie.


7) In het kader van repressief optreden dient afstemming en coördinatie plaats te vinden met het landelijk openbaar ministerie. De mogelijkheden tot transactie bij overtreden van de WID kan hier uitkomst bieden.

Ten aanzien van het toekennen van het Sofi-nummer komt het projectteam tot de navolgende aanbevelingen. Binnen de nauwe samenwerking met de Belastingdienst zijn de volgende onderwerpen reeds onder de aandacht gebracht. Onlangs is binnen de Belastingdienst de projectgroep Sofifraude opgericht en vindt op basis van een convenant tussen UWV en Belastingdienst een structureel samenwerking plaats.
8) Het verdient aanbeveling om tot een heroverweging te komen over de door de Belastingdienst toegekende waarde van het Sofi-nummer en de door de maatschappij toegekende waarde van het Sofi-nummer. Afhankelijk van de hieruit voortkomende wenselijke waarde dienen maatregelen te worden getroffen, die de fraude met Sofi- nummer verklaringen doen afnemen. Denk hierbij aan meer fraudebestendige documenten.


9) Het is wenselijk een situatie te bereiken waarin alle eenheden van de Belastingdienst het verstrekken van Sofi-nummers in proces en product op uniforme wijze uitvoeren. Tevens is het wenselijk dat de afgifte van een Sofi-nummer gekoppeld wordt aan een geldige verblijfstitel.

Bladzijde 23



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001


10) Personen die nadat zij gemigreerd of geëmigreerd wederom in Nederland een nieuw Sofi-nummer aanvragen. De mogelijkheid dient te worden onderzocht of intrekking of ongeldig verklaring van Sofi-nummers tot de mogelijkheden behoort.


11) Betere naleving wetgeving door gemeenten m.b.t. GBA en actievere recherchering na terugmelding verplichting bij geconstateerde verschillen.


12) Binnen de bestaande VZA's en de toekomstige VZA van UWV zou automatisch gesignaleerd moeten worden als een persoon wordt aangemeld met het Sofi-nummer van een overledene, een (r)emigrant, een minderjarige of een persoon die als Vertokken onbekend Waarheen geregistreerd is.


13) In geval van geconstateerd misbruik van een Sofi-nummer dient een vorm van "oormerken" van dit Sofi-nummer plaats te vinden. Wanneer op basis van dat Sofi- nummer een nieuw dienstverband wordt geregistreerd dient de VZA dit te signaleren.


14) Binnen de VZA dient het nummer van het ID bewijs dat ten grondslag ligt aan het dienstverband te worden geregistreerd om een koppeling met het Verificatie Informatie Systeem (VIS) te kunnen realiseren. Op deze wijze kan gesignaleerd worden of een dienstverband is ontstaan na datum van verlies of diefstal van het ID bewijs.


15) De mogelijkheid dient aanwezig te zijn om op basis van onderzoek vastgestelde onjuiste geregistreerde dienstverbanden te waarmerken. Werkgevers waarbij veel van dit soort dienstverbanden staan geregistreerd zouden moeten worden geselecteerd, zodat door UWV gepaste actie kan worden ondernomen.


16) Er dient naar gestreefd te worden om de melding aanvang werkzaamheden van een werknemer dezelfde dag ter kennis van UWV te brengen, zodat adequate controle mogelijk wordt gemaakt.


17) In het kader van het brede maatschappelijk belang van intensivering van de aandacht voor Sofi-nummer- en identiteitsfraude genoemd in de Kabinetsnota Bestrijding fraude en Financieel-Economische Criminaliteit 2002-2006 verdient het aanbeveling de werkzaamheden van het project voort te zetten. De genoemde conclusies en aanbevelingen zullen bijdrage aan:
* een betere handhaving van de wetgeving met betrekking tot de VZA;
* een afname van de mogelijkheid tot misbruik van sv wetgeving;
* een actuele en betrouwbare basisregistratie.
Bladzijde 24



Eindrapport Project Sofi-nummers 2000 ­ 2001

Colofon

Uitgever UWV Gak Auteur Ch.J. Dekker Datum 22 juli 2002 Versie 1.0 Document Eindrapport project Sofi-nummers 2000-2001

2001, UWV Gak Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm, of enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotocopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van UWV Gak.

Bladzijde 25