Gemeente Amersfoort

Verbetering doorstroom ZMOK-leerlingen naar vervolgonderwijs of werk campagne Iedereen doet mee

datum: 10 september 2002

Het Trajectbureau Onderwijs Eemland gaat samen met de Mulock Houwerschool, Banenplan en ROC De Amerlanden overdraagbare methodieken ontwikkelen om zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK) beter door te laten stromen naar vervolgonderwijs en/of werk. In het kader van de campagne 'Iedereen doet mee' stellen burgemeester en wethouders hiervoor éénmalig een subsidie van ¤ 22.700,- beschikbaar.

Het Trajectbureau is een intermediair tussen jongeren enerzijds en scholen, gemeenten, organisaties en jeugdhulpverlening anderzijds. Dit bureau heeft in het eerste half jaar van zijn bestaan te maken gehad met een relatief grote groep jongeren afkomstig uit het voortgezet ZMOK-onderwijs. Het gaat om jongeren tussen 16 en 18 jaar die graag vervolgonderwijs willen volgen op een 'gewone school'. Maar door een combinatie van factoren hebben zij dit onderwijs voortijdig verlaten. Wel willen zij graag een andere beroepsopleiding gaan volgen.

Voortijdig schoolverlaten verminderen

Door een aantal acties van de betrokken organisaties kan het voortijdig schoolverlaten van deze jongeren worden beperkt.
* In het laatste jaar van het ZMOK-onderwijs moet al vroeg worden bepaald of de jongere vervolgonderwijs of een traject richting werk gaat volgen. De wens van de jongere speelt daarbij een rol maar ook het leervermogen en de studie- en sociale vaardigheden. Ook moet de school samen met de jongere bekijken of vervolgonderwijs reëel haalbaar is.

* Het is belangrijk dat de jongere goed weet wat zijn beroepskeuze inhoudt. Door een relevante stage in het laatste schooljaar kan hij een duidelijk beeld krijgen van het gekozen beroep.
* Het is ook belangrijk om het uitvalrisico vooraf te bepalen. Dit kan door instroomtesten en capaciteitenonderzoek. Als dit zo vroeg mogelijk gebeurt, is er nog tijd om het niveau te verbeteren of naar alternatieven te zoeken.

* Als de school een beroepskeuzeprobleem zelf niet op kan lossen, is een beroepskeuzeonderzoek via het Trajectbureau mogelijk.
* Jongeren die kiezen voor beroepsbegeleidend onderwijs moeten zelf een erkende leerplaats zoeken. Dit is voor jongeren die uit het ZMOK-onderwijs komen vaak een probleem. Daarom is het belangrijk dat het beroepsbegeleidend onderwijs deze jongeren bemiddelt naar een leerplaats. Als dat niet lukt, kan de expertise van Banenplan uitkomst bieden.

* Structurele nazorg is ook van belang. Die kan het beste worden gegeven door de ZMOK-school waar de jongere vandaan komt. Deze school kent de jongere het beste en weet waar valkuilen zitten.

Aanpak

Om te zorgen dat deze acties goed en gestructureerd worden uitgevoerd, worden vier methodieken ontwikkeld gericht op de instroom in het vervolgonderwijs, de samenwerking met het vervolg-onderwijs en Banenplan, de nazorg en de opvangmogelijkheden voor jongeren die toch uitvallen.
Dit gebeurt in de vorm van een project. Daarom moeten de methodieken overdraagbaar zijn, zodat de betrokken organisaties er blijvend mee kunnen werken. Het project wordt uitgevoerd gedurende het schooljaar 2002 -2003.