Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Concept-Interventie mr. H.A.F.M.O. Van Mierlo

Nederlandse regeringsvertegenwoordiger in de EU-Conventie

13 september 2002
Beste medeleden,
Voordat ik me richt op de vragen drie en vier een korte opmerking over de discussie van gisteren . Zoals door menigeen is opgemerkt kunnen we meer duidelijkheid krijgen door ten eerste de dingen bij hun naam noemen. Als een rechtsinstrument het direct bindende karakter van een wet heeft, moeten we niet aarzelen het ook zo te noemen. Het begrip " Europese wet" begrijpt iedereen.
Daarnaast doen we dat door het aantal instrumenten omlaag te brengen. Om te beginnen kunnen de instrumenten uit de eerste en de derde pijler worden samengevoegd. Wellicht heeft alleen de samenwerking op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid behoefte aan aparte instrumenten. Ten slotte door een duidelijk onderscheid te maken tussen wetgevende en uitvoerende normen, zoals door velen is bepleit. Een dergelijk onderscheid zorgt voor meer duidelijkheid omtrent de rol van de diverse instellingen van de Unie: de Commissie als eerstverantwoordelijke voor de uitvoering van beleid, de Raad in zijn rol van medewetgever.
Vraag 3 en 4
Ik zal me nu richten op de vragen 3 en 4.
Het presidium-document constateert dat er meer dan 20 besluitvormingsprocedures voorkomen in het EG-verdrag. Voor dat aantal bestaat wel een verklaring maar geen noodzaak meer en dus geen rechtvaardiging. Daarin zou een zekere aanpassing op zijn plaats zijn. Belangrijke winst kan geboekt worden door het toepassingsgebied van de codecisie uit te breiden. Codecisie met een medewetgevende rol voor het Europees Parlement moet in de toekomst worden toegepast voor alle wetgevingsinstrumenten.
In al die gevallen moet bovendien sprake zijn van besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid in de Raad. Wellicht is op enkele constitutionele punten unanimiteit een noodzaak, maar over het algemeen moeten we streven naar gekwalificeerde meerderheid. Zeker in het licht van de uitbreiding is dat wenselijk en beperkt zich dit ook niet tot de zgn. 'eerste pijler'.
Daarnaast meen ik dat de samenwerkingsprocedure zijn langste tijd heeft gehad. Op die enkele terreinen waar deze procedure gebruikt wordt - onder meer de EMU- zou het Europees Parlement ook een volwaardige democratische rol kunnen en moeten spelen.
Vraag 4
Ook het verloop van procedures kan en moet beter! Zeker in het licht van de uitbreiding is het nodig dat procedures snel en efficiënt verlopen. Voorbeelden daarvan zijn de conciliatie-procedure, de interinstitutionele afstemming en specifieke procedures zoals de begrotingsprocedure. Daarover hebben we ook specifieke voorstellen, die we zullen inbrengen. Voor wat betreft de begrotingsprocedure meen ik dat die de laatste jaren goed gewerkt heeft. Wel zou daar de democratische rol van het EP versterkt kunnen worden door het onderscheid tussen verplichte en niet- verplichte uitgaven te laten vervallen. Een volledig budgetrecht voor het EP komt daarmee binnen bereik!

===