Ministerie van Algemene Zaken

Antwoord op de vragen van de heer Rehwinkel (PvdA) d.d. 10 september 2002, nr. 2010215180

Vragen:

1. Heeft u kennis genomen van het voornemen verschillende briefwisselingen van leden van de Oranje-dynastie te veilen op maandag 16 september 2002?1


2. Beschouwt u zulke brieven ten principale als particulier bezit dat verhandelbaar is? Is verkoop daarvan geen aantasting van het nationaal historisch erfgoed?


3. Deelt u de opvatting dat in het bijzonder documenten van Koningin Wilhelmina uit de tijd van haar ballingschap in Londen een zodanige staatkundige en historische betekenis hebben dat deze daarom tot het nationaal erfgoed gerekend moeten worden?


4. Bent u bereid stappen te ondernemen om briefwisselingen als deze te behouden voor ons land en ter verzekering van het nationaal historisch bezit, bij voorkeur bij wetenschappelijke instellingen en archieven als het Koninklijk Huisarchief?

Antwoorden:

1. Ja



2 t/m 4.
Vanwege de nauwe onderlinge relatie van deze vragen beantwoord ik deze vragen gezamenlijk. De betrokken correspondentie is te beschouwen als particulier bezit dat verhandelbaar is. Brieven van de Oranje-dynastie, die door particulieren zijn verzameld, komen wel vaker op de veiling. De correspondentie staat niet op de lijst van de Wet Behoud Cultuurbezit. Er is dus geen formele aanleiding om stappen tot behoud voor het land te ondernemen. De ervaring leert overigens dat bij veilingen van voldoende interessant cultuurhistorisch materiaal er veelal voldoende publieke bieders zijn om het belang hiervan veilig te stellen.


1 ANP, 4 september 2002 en Telegraaf, 4 september 2002