Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
http://www.minvrom.nl
MINVROM: VROM-begroting 2003: focus op uitvoering van beleid
De afgelopen periode lag het accent bij het ministerie van VROM vooral
op het tot stand komen van de grote beleidsnota.s voor wonen, ruimte
en milieu. Het kabinet wil nu vooral aansluiten bij de
maatschappelijke problemen waar burgers in de praktijk mee te maken
hebben. De komende jaren zal het accent daarom komen te liggen op de
uitvoering van beleid, het handhaven van wet- en regelgeving en het
verminderen en vereenvoudigen van de regels. Medio 2003 ontvangt de
Tweede Kamer hierover een voorstel.
Inhoudelijk gaat het bij VROM om een duurzame toekomst, een leefbare
(woon)omgeving en een dynamische ruimtelijke ontwikkeling. Werken aan
een duurzame toekomst betekent een balans tussen welvaartsgroei en een
gezonde en prettige leefomgeving voor nu en later. Sterke steden en
een vitaal platteland staan centraal in de leefbare woonomgeving.
Wonen
Voor .wonen. staat het komende jaar de uitvoering van ideeën over een
betere woonomgeving op de voorgrond. Deze uitvoering wordt vastgelegd
in de definitieve verstedelijkingsafspraken die in 2003 met de 20
stedelijke regio.s (gemeenten en provincies) worden gemaakt. De inzet
van ongeveer 485 miljoen euro aan locatiesubsidies de komende jaren is
afhankelijk van hoe concreet deze afspraken zijn. De afspraken moeten
vervolgens worden omgezet in prestatieafspraken tussen gemeenten
corporaties.
Het woonmilieu in de steden wordt door een gevarieerder aanbod van
woningen en door de verkoop van huurwoningen aantrekkelijker gemaakt
voor de midden en hogere inkomensgroepen. Deze groepen hoeven dan niet
langer hun heil buiten de steden te zoeken. Het Rijk zal zich samen
met de stedelijke regio.s concentreren op de aanpak van 40 tot 60
wijken. Daarbij is ruimte voor lokale partijen om sociale en fysieke
ingrepen gelijkoplopend te realiseren. Over de verkoop van
huurwoningen aan zittende huurders moeten de corporaties met de
gemeenten prestatieafspraken maken.
Om ingrepen in bestaande wijken (zoals sloop en vervangende nieuwbouw,
samenvoegen of verbeteren van woningen en verbeteren van
voorzieningen) mogelijk te maken is de woningbouwproductie op nieuwe
locaties van cruciaal belang. Door het verhogen van de
nieuwbouwproductie ontstaat ruimte voor doorstroming van bewoners uit
bestaande wijken die op de schop gaan. Ook hierover moeten gemeenten
en corporaties afspraken maken. Om de productie verder te versnellen
worden de komende twee jaren zogenoemde .aanjaagteams woningbouw.
ingezet.
De aanpak van onrechtmatige bewoning via onwettige doorverhuur en door
illegalen moet ook leiden tot meer ruimte voor doorstroming. Door het
koppelen van de onroerend zaakregistratie (WOZ) en het
bevolkingsregister (GBA) moet er meer inzicht komen in de mate waarin
de woningvoorraad (vooral in steden) onrechtmatig wordt bewoond. De
minister van VROM denkt daarnaast aan het omdraaien van de bewijslast.
Huurders van een corporatiewoning moeten dan op gezette tijden
aantonen dat ze daadwerkelijk in dat huis wonen. Verdere maatregelen
zullen al dit najaar worden bezien.
Voor een vitaal platteland is het nodig dat de kwaliteit daarvan wordt
versterkt. Er moet minstens ruimte zijn om de eigen bevolkingsgroei te
kunnen opvangen. Meer ruimte in en om de woning is het vertrekpunt.
Met het ministerie van LNV en de provincies wordt bekeken of voor de
aanpak van de plattelandsproblematiek met de bestaande geldstromen
meerjarige financiële afspraken tussen rijk en provincies kunnen
worden gemaakt. Ook daar moeten uiteraard prestaties tegenover
staan.
VROM gaat de komende jaren verder met het schrappen of vereenvoudigen
van regels op het gebied van het bouwen. Dit geldt ook voor
(vergunnings)procedures waar burgers of ondernemers bij het bouwen mee
te maken hebben. Gekeken wordt of een aantal procedures gebundeld kan
worden tot drie essenties, te weten de locatie, het gebouw zelf en het
gebruik daarvan. Ook wordt er naar gestreefd om tijdwinst te boeken
door deze procedures zoveel mogelijk parallel te laten lopen. Deze
betere dienstverlening aan burgers en bedrijven kan nog versterkt
worden door alle aanvragen over bouwen en wonen in de toekomst door
één gemeentelijk loket te laten afhandelen.
Het kabinet werkt ook aan andere concrete verbeteringen voor de
burger. Zo zal het kabinet verhuurders stimuleren de huur te verlagen
omdat zij geen OZB (eigenaarsdeel) meer hoeven te betalen. En het zal
studenten de mogelijkheid geven langer (van drie naar vijf jaar) in
leegstaande kantoorpanden te kunnen wonen. Ook zal het kabinet streven
naar één instantie waar mensen terecht kunnen als ze problemen met de
oplevering van hun woning hebben.
Als onderdeel van de aanpak van de armoedeval wordt een verandering
van de Huursubsidiewet voorbereid. Daarbij wordt aangesloten bij een
huur die past bij het inkomen (de genormeerde huur) in plaats van de
feitelijke huur. De huidige subsidieontvangers zullen er in ieder
geval niet slechter op worden. De besparingen die bij nieuwe
ontvangers ontstaan worden gebruikt om de uitstroom uit de
huursubsidie door een inkomensstijging (armoedeval) geleidelijker te
laten verlopen. De huursubsidie beslaat bijna de helft van de totale
begroting van VROM (1,5 miljard euro van de 3,5 miljard euro).
Ruimte
Ook op het gebied van de ruimtelijke ordening wordt gekeken of
onnodige regels kunnen worden geschrapt of vereenvoudigd. Het kabinet
gaat kijken of het aantal beslissingen per project verder beperkt kan
worden, of procedures gestroomlijnd kunnen worden en of de zogenoemde
actio popularis (de mogelijkheid dat iedereen bezwaar kan maken, ook
als men geen belanghebbende is) afgeschaft kan worden. Hierdoor kan de
daadkracht en besluitvaardigheid van de overheid worden vergroot.
Een en ander speelt ook bij de herziening van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening (WRO) die de Tweede Kamer rond de jaarwisseling zal
ontvangen. Bij de voorstellen voor deze herziening zullen rijk,
provincie en gemeenten meer bevoegdheden krijgen om sneller en
daadkrachtiger op te treden. Dat is noodzakelijk in een steeds
dynamischer samenleving die om een snelle reactie in de ruimtelijke
ordening vraagt. De burger krijgt meer inzicht in het handelen van de
overheid door middel van actuele bestemmingsplannen die steeds meer
digitaal toegankelijk worden.
De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening wordt in samenhang met het
Nationaal Verkeers- en Vervoersplan en met de afronding van het
Tweede Structuurschema Groene Ruimte aangepast. Zo mogelijk zal deze
aanpassing nog voor het kerstreces naar de Kamer worden gezonden. Over
de hoofdlijnen van de aanpassing, de procedure en het tijdschema zal
het kabinet naar verwachting begin november een zogenoemde
Stellingnamebrief aan de Tweede Kamer sturen.
De aangepaste nota zal onder meer ingaan op de ruimtelijke
hoofdstructuur: de elementen van nationaal belang, die actie vragen en
waarvoor instrumenten bestaan en waarvoor draagvlak is, bijvoorbeeld
de stedelijke netwerken (inclusief Deltametropool), de Ecologische
Hoofdstructuur en andere waardevolle landschappen van nationaal
belang.
Verder zal de nota ingaan op de ruimte en de middelen voor gemeenten
en provincies om een sterkere rol te spelen bij ruimtelijke
ontwikkelingen. Ook investeringen die van nationaal belang zijn en die
structuur geven aan de regionale ontwikkelingen zullen aan de orde
komen.
Voor het platteland is van belang dat het rijk zich zal concentreren
op nationaal beleid en grote projecten van nationaal belang.
Provincies en gemeenten krijgen de ruimte een grotere rol te spelen
bij de eigen regionale ontwikkelingen. Zij zijn namelijk de overheden
die het dichtst bij de burger staan. En bij die overheden kennen ze de
mogelijkheden en moeilijkheden van de regio het best.
VROM zal tot slot samen met V&W bekijken hoe een snelle aanpak van infrastructurele knelpunten kan worden gerealiseerd.
Externe veiligheid
Doel van het externe veiligheidsbeleid is de veiligheid in en om de
woning zo veel mogelijk te waarborgen. Een van de speerpunten is de
sanering van onveilige situaties, zoals het verbeteren van de
veiligheidssituaties bij een aantal spoorwegemplacementen in
stadscentra, of het verplaatsen daarvan. Voor externe veiligheid stelt
het kabinet de komende vier jaar 100 miljoen euro beschikbaar; vanaf
2006 50 miljoen euro structureel per jaar.
Een specifieke uitdaging is het oplossen van dit soort knelpunten bij
intensief en gecombineerd ruimtegebruik. De overheid stimuleert deze
vorm van ruimtegebruik. Zo wordt de ontwikkeling van de
vervoersknooppunten die worden aangedaan door de hoge snelheidslijn
ondersteund. Het doel is de ontwikkeling van zes stationsgebieden tot
hoogwaardige knooppunten voor verschillende vormen van openbaar
vervoer, gecombineerd met locaties voor wonen, werken en
voorzieningen. De veiligheidsrisico.s van bijvoorbeeld het vervoer van
gevaarlijke stoffen over het spoor stellen hieraan grenzen.
VROM wil in 2003 afspraken maken voor de projecten in Den Haag,
Rotterdam en Breda. Voor Amsterdam en Utrecht zullen deze afspraken
later worden gemaakt. Met Arnhem is in 2002 al tot afspraken
gekomen.
De afspraken met Akzo Delfzijl om de chloortransporten te beëindigen
betekenen een belangrijke verbetering van de externe veiligheid. Ook
wordt - zoals reeds in het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4)
is aangegeven - onderzoek gedaan naar de verdere Knelpunten
Infrastructuur Externe Veiligheid (KIEV). In de loop van 2003 zal het
onderzoek naar de risico.s rond de productie, de opslag en het vervoer
van LPG, ammoniak en chloor zijn afgerond en zal duidelijk zijn op
welke wijze de projecten verder vorm krijgen.
Opslag van zowel professioneel- als consumentenvuurwerk wordt
geconcentreerd. Dit najaar worden de hiervoor bestemde plaatsen
definitief aangewezen.Verder komt er in 2003 een wettelijke
registratieplicht voor risicovolle situaties, zodat overheden en
burgers hiervan beter op de hoogte kunnen zijn. Ook treedt in 2003 de
AmvB .Kwaliteitseisen externe veiligheid inrichting. in werking.
Milieu
Een belangrijk uitgangspunt van de regering is dat de economische
groei de milieudruk niet mag verhogen. Dat kan worden bereikt door de
kosten van het milieu op te nemen in de prijzen. Ook zet het kabinet
in op de overgang naar duurzame energievoorziening, duurzame landbouw,
duurzame mobiliteit en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen
voor het behoud van de biodiversiteit. De ambities worden zo veel
mogelijk langs marktconforme weg gerealiseerd. In de
Uitvoeringsnotitie Milieubeleid komt te staan welke instrumenten
precies worden ingezet. Die notitie verschijnt voor de
begrotingsbehandeling van VROM.
Tijdens de World Summit on Sustainable Development in Johannesburg
zijn deze maand afspraken gemaakt over duurzame ontwikkeling op
wereldschaal. Deze afspraken komen in een Nationale Strategie voor
Duurzame Ontwikkeling te staan.
Het kabinet wil de verplichtingen uit het Kyoto Protocol nakomen. Dit
betekent dat de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012
met 6 procent ten opzichte van 1990 moet afnemen. Door het verdwijnen
van de kilometerheffing en het inkrimpen van energiesubsidies zijn
aanvullende maatregelen nodig om die doelstelling te halen. Deze komen
ook in de Uitvoeringsnotitie Milieubeleid te staan.
Het Reductieplan Overige Broeikasgassen (ROB) vormt een belangrijke
aanvullende maatregel. Omdat de uitstoot van overige broeikasgassen,
zoals methaan, lachgas en fluorgassen afneemt, stabiliseert de totale
broeikasgasemissie zich de laatste jaren. Uit het budget van het ROB
(55 miljoen euro voor deze kabinetsperiode) wordt maximaal 23 miljoen
euro ingezet voor de inzameling, opslag en verwerking van cfk.s en
halonen.
Eind 2003 zullen er ook plannen moeten liggen om een systeem voor
CO2-emissiehandel op te zetten. Verder vindt de evaluatie plaats van
het klimaatconvenant met IPO en VNG, het convenant met de
kolencentrales en het klimaatbeleid voor de bebouwde omgeving. In het
kader van het Clean Development Mechanism zullen er in 2003 nieuwe
contracten met ontwikkelingslanden worden afgesloten.
Het kabinet vindt het van groot belang de burger meer bij het
milieubeleid te betrekken. Nu lijkt het alsof de burger het verband
niet meer ziet tussen de vele regels op het milieuterrein en zijn
eigen leefomgeving. Het kabinet kijkt daarom opnieuw naar de manier
waarop we met regels en subsidies het milieugedrag beïnvloeden.
Ook het actieprogramma .milieu en gezondheid. zal de bewustwording
rond milieu en leefomgeving bevorderen. Dit programma start in 2003 en
heeft als doel inzicht te krijgen in de aard en omvang van
gezondheidseffecten die het gevolg zijn van blootstelling aan
bijvoorbeeld chemische stoffen, verontreinigde lucht en bodem. Het
programma moet ook leiden tot maatregelen om schadelijke effecten
terug te dringen.
Het bedrijfsleven krijgt eveneens de ruimte voor het nemen van de
eigen verantwoordelijkheid. Met de industrie zijn in 11
milieuconvenanten afspraken gemaakt voor het terugdringen van
milieubelasting op middellange termijn. Een voorbeeld hiervan is het
Verpakkingsconvenant.
Rijksgebouwen
Rijksbeleid en rijksambities kunnen via de rijkshuisvesting in de
praktijk worden gebracht. De Rijksgebouwendienst kan een
voorbeeldfunctie voor andere vastgoedorganisaties vervullen. De
voorbeeldfunctie komt tot uitdrukking in de rol van de
Rijksgebouwendienst bij de kwaliteit van de gerealiseerde bouwwerken
en in de stedelijke vernieuwing. Gezondheid, duurzaamheid en
(brand)veiligheid heeft de dienst daarbij hoog in het vaandel. Meer in
het bijzonder heeft de dienst een voorbeeldfunctie in het
architectuurbeleid. Daarbij wordt naast architectonisch verantwoorde
gebouwen gestreefd naar een goede openbare ruimte in de nabijheid van
projecten van de dienst.
De Rijksgebouwendienst heeft voor het komende begrotingsjaar
verschillende projecten in de planning.
Renovatie van het Rijksmuseum voor 202 miljoen euro. Dit is een
project uit de Architectuurnota.
. Aanpassing van de huisvesting van de Belastingdienst voor
enige honderden miljoenen euro.s over meerdere jaren. Daaronder valt
ook het Belastingdienst Automatiseringscentrum te Apeldoorn.
. De uitbreiding van de Tweede Kamer met een zaal en een
publieke tribune voor onder andere parlementaire onderzoeken worden
toegevoegd.
. Afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming aanvangen met
nieuwbouw voor de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken.
De minister van VROM is het algemene aanspreekpunt voor de bouwsector op kabinetsniveau. In dat kader zal de Rijksgebouwendienst in 2003 de werking van het Uniform Aanbestedingsreglement (UAR) 2001 evalueren.
Handhaving
De VROM-inspectie zal zich concentreren op de aanpak van situaties die
het grootste gevaar opleveren voor burgers en het milieu. Belangrijke
aandachtspunten in 2003 zijn het toezicht op de uitvoering van het
Vuurwerkbesluit (onder meer 150 controles bij vuurwerkbedrijven),
naleving van de bouwregelgeving (bijvoorbeeld 150 onderzoeken bij
gemeenten), preventie van legionella (zoals 150 legionellaonderzoeken
bij collectieve installaties) en veiligheid van risicobedrijven.
Om de handhaving te versterken, gaat de Inspectie samen met gemeenten, provincies en waterschappen werken aan een verdere professionalisering. Ook komt er een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden op centraal en decentraal niveau.
De Inspectie gaat vanaf komend jaar in EU-verband intensiever samenwerken. Zo komt er bijvoorbeeld een EU-brede actie in de havens om tot een uniforme aanpak te komen voor het toezicht op de regels voor het internationale transport van afval. Een ander belangrijk onderwerp is de gezamenlijke aanpak van criminaliteitsbestrijding.
De Inspectie zal extra aandacht besteden aan fraudebestrijding. Om
misbruik van subsidieregelingen tegen te gaan, gaat VROM vanaf 2003
een toets voor fraudebestendigheid invoeren voor nieuwe en de
belangrijkste bestaande VROM-regelingen.
Met de handhaving is in 2003 circa 80 miljoen euro gemoeid.
De cijfers
De totale VROM-begroting beslaat voor 2003 ongeveer 3,5 miljard euro.
Daarvan zal naar verwachting bijna de helft (1,5 miljard euro) aan
huursubsidie worden uitgegeven. De investeringen voor stedelijke
vernieuwing staan voor om en nabij de 0,6 miljard euro in de boeken.
Voor bodemsanering is bijna 160 miljoen euro beschikbaar, voor de
vermindering van broeikasgassen (inclusief de energiepremieregeling)
ongeveer 138 miljoen euro en voor geluidsreductie plus minus 35
miljoen euro. Vernieuwing in combinaties van wonen en zorg wordt voor
ongeveer 50 miljoen euro bevorderd. Met de handhaving van regelgeving
is bijna 80 miljoen euro gemoeid.
De begroting van de Rijksgebouwendienst bedraagt ongeveer 1 miljard
euro. De investering in huisvestingsprojecten is ongeveer 0,35 miljard
euro, waarvan eenderde voor renovatie en tweederde voor nieuwbouw.
Andere grote kostenposten zijn huur, afschrijving en rente.
In de begroting is nog geen gedetailleerde invulling gegeven aan de
taakstellingen voor efficiency en volume. Op basis van een zorgvuldige
prioriteitsstelling zal de concrete invulling latere dit jaar worden
uitgewerkt.
De planning
De minister en de staatssecretaris van VROM zullen al dit najaar een
aantal notities uitbrengen waarin de plannen zijn uitgewerkt. Begin
november zal naar verwachting de Stellingnamebrief over de samenhang
tussen verschillende ruimtelijke nota.s naar de Tweede Kamer worden
gestuurd. Zo mogelijk volgt dan nog voor het kerstreces de aangepaste
Vijfde Nota Ruimtelijk Ordening voor de Tweede Kamer. In het najaar
van 2002 zullen ook verdere maatregelen voor het tegengaan van
onrechtmatige bewoning worden bezien. De Uitvoeringsnotitie
Milieubeleid verschijnt nog voor de begrotingsbehandeling van VROM.
In 2003 ontvangt de Tweede Kamer een voorstel voor vermindering en
vereenvoudiging van de VROM-regels. In dat jaar zullen ook de
definitieve verstedelijkingsafspraken worden gemaakt. De risico.s rond
knelpunten voor externe veiligheid in relatie tot infrastructuur
zullen in 2003 geïnventariseerd zijn. Plannen voor een systeem van
CO2-emissiehandel zullen eveneens dat jaar verschijnen.
Ministerie van VROM