MINVROM: rectificatie op begroting 2003 berust embargo RECTIFICATIE: Op het persbericht over de VROM-begroting 2003 berust een EMBARGO tot dinsdag 17 september 2002 tot 15:15 uur.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

http://www.minvrom.nl

MINVROM: VROM-begroting 2003: focus op uitvoering van beleid

De afgelopen periode lag het accent bij het ministerie van VROM vooral op het tot stand komen van de grote beleidsnota.s voor wonen, ruimte en milieu. Het kabinet wil nu vooral aansluiten bij de maatschappelijke problemen waar burgers in de praktijk mee te maken hebben. De komende jaren zal het accent daarom komen te liggen op de uitvoering van beleid, het handhaven van wet- en regelgeving en het verminderen en vereenvoudigen van de regels. Medio 2003 ontvangt de Tweede Kamer hierover een voorstel.

Inhoudelijk gaat het bij VROM om een duurzame toekomst, een leefbare (woon)omgeving en een dynamische ruimtelijke ontwikkeling. Werken aan een duurzame toekomst betekent een balans tussen welvaartsgroei en een gezonde en prettige leefomgeving voor nu en later. Sterke steden en een vitaal platteland staan centraal in de leefbare woonomgeving.

Wonen

Voor .wonen. staat het komende jaar de uitvoering van ideeën over een betere woonomgeving op de voorgrond. Deze uitvoering wordt vastgelegd in de definitieve verstedelijkingsafspraken die in 2003 met de 20 stedelijke regio.s (gemeenten en provincies) worden gemaakt. De inzet van ongeveer 485 miljoen euro aan locatiesubsidies de komende jaren is afhankelijk van hoe concreet deze afspraken zijn. De afspraken moeten vervolgens worden omgezet in prestatieafspraken tussen gemeenten corporaties.

Het woonmilieu in de steden wordt door een gevarieerder aanbod van woningen en door de verkoop van huurwoningen aantrekkelijker gemaakt voor de midden en hogere inkomensgroepen. Deze groepen hoeven dan niet langer hun heil buiten de steden te zoeken. Het Rijk zal zich samen met de stedelijke regio.s concentreren op de aanpak van 40 tot 60 wijken. Daarbij is ruimte voor lokale partijen om sociale en fysieke ingrepen gelijkoplopend te realiseren. Over de verkoop van huurwoningen aan zittende huurders moeten de corporaties met de gemeenten prestatieafspraken maken.

Om ingrepen in bestaande wijken (zoals sloop en vervangende nieuwbouw, samenvoegen of verbeteren van woningen en verbeteren van voorzieningen) mogelijk te maken is de woningbouwproductie op nieuwe locaties van cruciaal belang. Door het verhogen van de nieuwbouwproductie ontstaat ruimte voor doorstroming van bewoners uit bestaande wijken die op de schop gaan. Ook hierover moeten gemeenten en corporaties afspraken maken. Om de productie verder te versnellen worden de komende twee jaren zogenoemde .aanjaagteams woningbouw. ingezet.
De aanpak van onrechtmatige bewoning via onwettige doorverhuur en door illegalen moet ook leiden tot meer ruimte voor doorstroming. Door het koppelen van de onroerend zaakregistratie (WOZ) en het bevolkingsregister (GBA) moet er meer inzicht komen in de mate waarin de woningvoorraad (vooral in steden) onrechtmatig wordt bewoond. De minister van VROM denkt daarnaast aan het omdraaien van de bewijslast. Huurders van een corporatiewoning moeten dan op gezette tijden aantonen dat ze daadwerkelijk in dat huis wonen. Verdere maatregelen zullen al dit najaar worden bezien.

Voor een vitaal platteland is het nodig dat de kwaliteit daarvan wordt versterkt. Er moet minstens ruimte zijn om de eigen bevolkingsgroei te kunnen opvangen. Meer ruimte in en om de woning is het vertrekpunt. Met het ministerie van LNV en de provincies wordt bekeken of voor de aanpak van de plattelandsproblematiek met de bestaande geldstromen meerjarige financiële afspraken tussen rijk en provincies kunnen worden gemaakt. Ook daar moeten uiteraard prestaties tegenover staan.

VROM gaat de komende jaren verder met het schrappen of vereenvoudigen van regels op het gebied van het bouwen. Dit geldt ook voor (vergunnings)procedures waar burgers of ondernemers bij het bouwen mee te maken hebben. Gekeken wordt of een aantal procedures gebundeld kan worden tot drie essenties, te weten de locatie, het gebouw zelf en het gebruik daarvan. Ook wordt er naar gestreefd om tijdwinst te boeken door deze procedures zoveel mogelijk parallel te laten lopen. Deze betere dienstverlening aan burgers en bedrijven kan nog versterkt worden door alle aanvragen over bouwen en wonen in de toekomst door één gemeentelijk loket te laten afhandelen.
Het kabinet werkt ook aan andere concrete verbeteringen voor de burger. Zo zal het kabinet verhuurders stimuleren de huur te verlagen omdat zij geen OZB (eigenaarsdeel) meer hoeven te betalen. En het zal studenten de mogelijkheid geven langer (van drie naar vijf jaar) in leegstaande kantoorpanden te kunnen wonen. Ook zal het kabinet streven naar één instantie waar mensen terecht kunnen als ze problemen met de oplevering van hun woning hebben.

Als onderdeel van de aanpak van de armoedeval wordt een verandering van de Huursubsidiewet voorbereid. Daarbij wordt aangesloten bij een huur die past bij het inkomen (de genormeerde huur) in plaats van de feitelijke huur. De huidige subsidieontvangers zullen er in ieder geval niet slechter op worden. De besparingen die bij nieuwe ontvangers ontstaan worden gebruikt om de uitstroom uit de huursubsidie door een inkomensstijging (armoedeval) geleidelijker te laten verlopen. De huursubsidie beslaat bijna de helft van de totale begroting van VROM (1,5 miljard euro van de 3,5 miljard euro).

Ruimte

Ook op het gebied van de ruimtelijke ordening wordt gekeken of onnodige regels kunnen worden geschrapt of vereenvoudigd. Het kabinet gaat kijken of het aantal beslissingen per project verder beperkt kan worden, of procedures gestroomlijnd kunnen worden en of de zogenoemde actio popularis (de mogelijkheid dat iedereen bezwaar kan maken, ook als men geen belanghebbende is) afgeschaft kan worden. Hierdoor kan de daadkracht en besluitvaardigheid van de overheid worden vergroot. Een en ander speelt ook bij de herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) die de Tweede Kamer rond de jaarwisseling zal ontvangen. Bij de voorstellen voor deze herziening zullen rijk, provincie en gemeenten meer bevoegdheden krijgen om sneller en daadkrachtiger op te treden. Dat is noodzakelijk in een steeds dynamischer samenleving die om een snelle reactie in de ruimtelijke ordening vraagt. De burger krijgt meer inzicht in het handelen van de overheid door middel van actuele bestemmingsplannen die steeds meer digitaal toegankelijk worden.

De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening wordt in samenhang met het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan en met de afronding van het Tweede Structuurschema Groene Ruimte aangepast. Zo mogelijk zal deze aanpassing nog voor het kerstreces naar de Kamer worden gezonden. Over de hoofdlijnen van de aanpassing, de procedure en het tijdschema zal het kabinet naar verwachting begin november een zogenoemde Stellingnamebrief aan de Tweede Kamer sturen.
De aangepaste nota zal onder meer ingaan op de ruimtelijke hoofdstructuur: de elementen van nationaal belang, die actie vragen en waarvoor instrumenten bestaan en waarvoor draagvlak is, bijvoorbeeld de stedelijke netwerken (inclusief Deltametropool), de Ecologische Hoofdstructuur en andere waardevolle landschappen van nationaal belang.
Verder zal de nota ingaan op de ruimte en de middelen voor gemeenten en provincies om een sterkere rol te spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ook investeringen die van nationaal belang zijn en die structuur geven aan de regionale ontwikkelingen zullen aan de orde komen.

Voor het platteland is van belang dat het rijk zich zal concentreren op nationaal beleid en grote projecten van nationaal belang. Provincies en gemeenten krijgen de ruimte een grotere rol te spelen bij de eigen regionale ontwikkelingen. Zij zijn namelijk de overheden die het dichtst bij de burger staan. En bij die overheden kennen ze de mogelijkheden en moeilijkheden van de regio het best.

VROM zal tot slot samen met V&W bekijken hoe een snelle aanpak van infrastructurele knelpunten kan worden gerealiseerd.

Externe veiligheid

Doel van het externe veiligheidsbeleid is de veiligheid in en om de woning zo veel mogelijk te waarborgen. Een van de speerpunten is de sanering van onveilige situaties, zoals het verbeteren van de veiligheidssituaties bij een aantal spoorwegemplacementen in stadscentra, of het verplaatsen daarvan. Voor externe veiligheid stelt het kabinet de komende vier jaar 100 miljoen euro beschikbaar; vanaf 2006 50 miljoen euro structureel per jaar.

Een specifieke uitdaging is het oplossen van dit soort knelpunten bij intensief en gecombineerd ruimtegebruik. De overheid stimuleert deze vorm van ruimtegebruik. Zo wordt de ontwikkeling van de vervoersknooppunten die worden aangedaan door de hoge snelheidslijn ondersteund. Het doel is de ontwikkeling van zes stationsgebieden tot hoogwaardige knooppunten voor verschillende vormen van openbaar vervoer, gecombineerd met locaties voor wonen, werken en voorzieningen. De veiligheidsrisico.s van bijvoorbeeld het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor stellen hieraan grenzen. VROM wil in 2003 afspraken maken voor de projecten in Den Haag, Rotterdam en Breda. Voor Amsterdam en Utrecht zullen deze afspraken later worden gemaakt. Met Arnhem is in 2002 al tot afspraken gekomen.

De afspraken met Akzo Delfzijl om de chloortransporten te beëindigen betekenen een belangrijke verbetering van de externe veiligheid. Ook wordt - zoals reeds in het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) is aangegeven - onderzoek gedaan naar de verdere Knelpunten Infrastructuur Externe Veiligheid (KIEV). In de loop van 2003 zal het onderzoek naar de risico.s rond de productie, de opslag en het vervoer van LPG, ammoniak en chloor zijn afgerond en zal duidelijk zijn op welke wijze de projecten verder vorm krijgen.

Opslag van zowel professioneel- als consumentenvuurwerk wordt geconcentreerd. Dit najaar worden de hiervoor bestemde plaatsen definitief aangewezen.Verder komt er in 2003 een wettelijke registratieplicht voor risicovolle situaties, zodat overheden en burgers hiervan beter op de hoogte kunnen zijn. Ook treedt in 2003 de AmvB .Kwaliteitseisen externe veiligheid inrichting. in werking.

Milieu

Een belangrijk uitgangspunt van de regering is dat de economische groei de milieudruk niet mag verhogen. Dat kan worden bereikt door de kosten van het milieu op te nemen in de prijzen. Ook zet het kabinet in op de overgang naar duurzame energievoorziening, duurzame landbouw, duurzame mobiliteit en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen voor het behoud van de biodiversiteit. De ambities worden zo veel mogelijk langs marktconforme weg gerealiseerd. In de Uitvoeringsnotitie Milieubeleid komt te staan welke instrumenten precies worden ingezet. Die notitie verschijnt voor de begrotingsbehandeling van VROM.
Tijdens de World Summit on Sustainable Development in Johannesburg zijn deze maand afspraken gemaakt over duurzame ontwikkeling op wereldschaal. Deze afspraken komen in een Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling te staan.

Het kabinet wil de verplichtingen uit het Kyoto Protocol nakomen. Dit betekent dat de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met 6 procent ten opzichte van 1990 moet afnemen. Door het verdwijnen van de kilometerheffing en het inkrimpen van energiesubsidies zijn aanvullende maatregelen nodig om die doelstelling te halen. Deze komen ook in de Uitvoeringsnotitie Milieubeleid te staan. Het Reductieplan Overige Broeikasgassen (ROB) vormt een belangrijke aanvullende maatregel. Omdat de uitstoot van overige broeikasgassen, zoals methaan, lachgas en fluorgassen afneemt, stabiliseert de totale broeikasgasemissie zich de laatste jaren. Uit het budget van het ROB (55 miljoen euro voor deze kabinetsperiode) wordt maximaal 23 miljoen euro ingezet voor de inzameling, opslag en verwerking van cfk.s en halonen.
Eind 2003 zullen er ook plannen moeten liggen om een systeem voor CO2-emissiehandel op te zetten. Verder vindt de evaluatie plaats van het klimaatconvenant met IPO en VNG, het convenant met de kolencentrales en het klimaatbeleid voor de bebouwde omgeving. In het kader van het Clean Development Mechanism zullen er in 2003 nieuwe contracten met ontwikkelingslanden worden afgesloten.

Het kabinet vindt het van groot belang de burger meer bij het milieubeleid te betrekken. Nu lijkt het alsof de burger het verband niet meer ziet tussen de vele regels op het milieuterrein en zijn eigen leefomgeving. Het kabinet kijkt daarom opnieuw naar de manier waarop we met regels en subsidies het milieugedrag beïnvloeden. Ook het actieprogramma .milieu en gezondheid. zal de bewustwording rond milieu en leefomgeving bevorderen. Dit programma start in 2003 en heeft als doel inzicht te krijgen in de aard en omvang van gezondheidseffecten die het gevolg zijn van blootstelling aan bijvoorbeeld chemische stoffen, verontreinigde lucht en bodem. Het programma moet ook leiden tot maatregelen om schadelijke effecten terug te dringen.

Het bedrijfsleven krijgt eveneens de ruimte voor het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Met de industrie zijn in 11 milieuconvenanten afspraken gemaakt voor het terugdringen van milieubelasting op middellange termijn. Een voorbeeld hiervan is het Verpakkingsconvenant.

Rijksgebouwen

Rijksbeleid en rijksambities kunnen via de rijkshuisvesting in de praktijk worden gebracht. De Rijksgebouwendienst kan een voorbeeldfunctie voor andere vastgoedorganisaties vervullen. De voorbeeldfunctie komt tot uitdrukking in de rol van de Rijksgebouwendienst bij de kwaliteit van de gerealiseerde bouwwerken en in de stedelijke vernieuwing. Gezondheid, duurzaamheid en (brand)veiligheid heeft de dienst daarbij hoog in het vaandel. Meer in het bijzonder heeft de dienst een voorbeeldfunctie in het architectuurbeleid. Daarbij wordt naast architectonisch verantwoorde gebouwen gestreefd naar een goede openbare ruimte in de nabijheid van projecten van de dienst.

De Rijksgebouwendienst heeft voor het komende begrotingsjaar verschillende projecten in de planning.
Renovatie van het Rijksmuseum voor 202 miljoen euro. Dit is een project uit de Architectuurnota.
. Aanpassing van de huisvesting van de Belastingdienst voor enige honderden miljoenen euro.s over meerdere jaren. Daaronder valt ook het Belastingdienst Automatiseringscentrum te Apeldoorn. . De uitbreiding van de Tweede Kamer met een zaal en een publieke tribune voor onder andere parlementaire onderzoeken worden toegevoegd.
. Afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming aanvangen met nieuwbouw voor de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken.

De minister van VROM is het algemene aanspreekpunt voor de bouwsector op kabinetsniveau. In dat kader zal de Rijksgebouwendienst in 2003 de werking van het Uniform Aanbestedingsreglement (UAR) 2001 evalueren.

Handhaving

De VROM-inspectie zal zich concentreren op de aanpak van situaties die het grootste gevaar opleveren voor burgers en het milieu. Belangrijke aandachtspunten in 2003 zijn het toezicht op de uitvoering van het Vuurwerkbesluit (onder meer 150 controles bij vuurwerkbedrijven), naleving van de bouwregelgeving (bijvoorbeeld 150 onderzoeken bij gemeenten), preventie van legionella (zoals 150 legionellaonderzoeken bij collectieve installaties) en veiligheid van risicobedrijven.

Om de handhaving te versterken, gaat de Inspectie samen met gemeenten, provincies en waterschappen werken aan een verdere professionalisering. Ook komt er een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden op centraal en decentraal niveau.

De Inspectie gaat vanaf komend jaar in EU-verband intensiever samenwerken. Zo komt er bijvoorbeeld een EU-brede actie in de havens om tot een uniforme aanpak te komen voor het toezicht op de regels voor het internationale transport van afval. Een ander belangrijk onderwerp is de gezamenlijke aanpak van criminaliteitsbestrijding.

De Inspectie zal extra aandacht besteden aan fraudebestrijding. Om misbruik van subsidieregelingen tegen te gaan, gaat VROM vanaf 2003 een toets voor fraudebestendigheid invoeren voor nieuwe en de belangrijkste bestaande VROM-regelingen.

Met de handhaving is in 2003 circa 80 miljoen euro gemoeid.

De cijfers

De totale VROM-begroting beslaat voor 2003 ongeveer 3,5 miljard euro. Daarvan zal naar verwachting bijna de helft (1,5 miljard euro) aan huursubsidie worden uitgegeven. De investeringen voor stedelijke vernieuwing staan voor om en nabij de 0,6 miljard euro in de boeken. Voor bodemsanering is bijna 160 miljoen euro beschikbaar, voor de vermindering van broeikasgassen (inclusief de energiepremieregeling) ongeveer 138 miljoen euro en voor geluidsreductie plus minus 35 miljoen euro. Vernieuwing in combinaties van wonen en zorg wordt voor ongeveer 50 miljoen euro bevorderd. Met de handhaving van regelgeving is bijna 80 miljoen euro gemoeid.

De begroting van de Rijksgebouwendienst bedraagt ongeveer 1 miljard euro. De investering in huisvestingsprojecten is ongeveer 0,35 miljard euro, waarvan eenderde voor renovatie en tweederde voor nieuwbouw. Andere grote kostenposten zijn huur, afschrijving en rente.

In de begroting is nog geen gedetailleerde invulling gegeven aan de taakstellingen voor efficiency en volume. Op basis van een zorgvuldige prioriteitsstelling zal de concrete invulling latere dit jaar worden uitgewerkt.

De planning

De minister en de staatssecretaris van VROM zullen al dit najaar een aantal notities uitbrengen waarin de plannen zijn uitgewerkt. Begin november zal naar verwachting de Stellingnamebrief over de samenhang tussen verschillende ruimtelijke nota.s naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Zo mogelijk volgt dan nog voor het kerstreces de aangepaste Vijfde Nota Ruimtelijk Ordening voor de Tweede Kamer. In het najaar van 2002 zullen ook verdere maatregelen voor het tegengaan van onrechtmatige bewoning worden bezien. De Uitvoeringsnotitie Milieubeleid verschijnt nog voor de begrotingsbehandeling van VROM. In 2003 ontvangt de Tweede Kamer een voorstel voor vermindering en vereenvoudiging van de VROM-regels. In dat jaar zullen ook de definitieve verstedelijkingsafspraken worden gemaakt. De risico.s rond knelpunten voor externe veiligheid in relatie tot infrastructuur zullen in 2003 geïnventariseerd zijn. Plannen voor een systeem van CO2-emissiehandel zullen eveneens dat jaar verschijnen.



Ministerie van VROM