BVE RAAD
Beroepsonderwijs eist toezeggingen in ruil voor prestaties
Persbericht
De Bilt, 16 september 2002
Reactie Bve Raad op Onderwijsbegroting:
10)Middelbaar beroepsonderwijs eist harde toezeggingen in ruil voor
prestaties
In de begroting voor 2003 vragen de nieuwe bewindslieden van het
ministerie van OCenW prestaties van het beroepsonderwijs en de
volwasseneneducatie, zoals betere afstemming tussen vmbo, mbo en hbo
(een sterke 'beroepskolom'), vernieuwing van het onderwijs, een hoger
rendement, bestrijding van de uitval, meer inburgeringscursussen,
onderwijs op maat en bestrijding van het lerarentekort.
De vijf beleidsprioriteiten van de bewindslieden van OCenW zijn vooral
een voortzetting van het lopende beleid. De plannen zijn goed, maar de
uitwerking ervan is te vaag. De Bve Raad, de brancheorganisatie voor
het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie die 600.000
deelnemers telt, wil daaraan een actieve bijdrage leveren. Maar de
raad eist harde toezeggingen van de overheid in ruil voor de door de
bve-sector te leveren prestaties. Vooral meer eigen ruimte en meer
geld zijn nodig om deze prestaties te realiseren.
Publieke verantwoording
17)'Verantwoordelijke instellingen moeten op een transparante manier
verantwoording afleggen over de bereikte resultaten aan hun omgeving:
meervoudige publieke verantwoording.'
Een treffend citaat uit de OCenW-begroting. Verantwoordelijk zijn
betekent: een goede positie om prestaties te boeken, andere
verhoudingen met de overheid, wetgeving die optimale ruimte biedt en
voldoende financiële middelen.
De instellingen in de bve-sector verantwoorden zich naar hun omgeving.
De deelnemers, het bedrijfsleven en de maatschappelijke omgeving
bepalen primair of de instellingen hun werk goed doen. De
rijksoverheid moet erop toezien dat dit goed gebeurt. De Wet Educatie
en Beroepsonderwijs (WEB) moet daarom een wezenlijk andere inhoud
krijgen. De instellingen moeten de volledige verantwoordelijkheid voor
het onderwijs en optimale ruimte voor ondernemerschap krijgen, waarbij
zij minder afhankelijk worden van andere partijen. De
bekostigingssystematiek moet worden verbeterd. De gedetailleerde
verantwoording en informatiestromen moeten minder. De administratieve
belasting van de instelling moet naar beneden. Het invoeren van het
schatkistbankieren in de bve-sector (het laten verlopen van alle
transacties via de schatkist) zorgt alleen maar voor meer
bureaucratische lasten en dient daarom niet door te gaan. Voor de
bve-sector zou een zorgvuldige wijze van beleggenen belenen voldoende
zijn. Minder regels moeten dus tastbaar gestalte krijgen. Op basis van
de beschikbare financiële middelen moeten tussen de overheid en de
bve-sector realistische prestatieafspraken worden gemaakt.
Over deze zaken wil de Bve Raad een meerjarig convenant met de
overheid sluiten, waarin de overheid en de bve-sector wederzijdse
verplichtingen over te leveren prestaties aangaan. De Bve Raad zal
hierbij een concreet eisenpakket op tafel leggen.
Beroepskolom
Bij de sterke beroepskolom moet tussen de overheid en de
vertegenwoordigers van het vmbo, het mbo en het hbo een akkoord over
de doorstroomprestaties worden gesloten. Het vmbo moet behouden
blijven als dé vooropleiding voor het mbo. Het beoogde
innovatiearrangement voor de beroepskolom moet de randvoorwaarden
bieden voor goede regionale samenwerking, ook met het regionale
bedrijfsleven. Extra geld voor de beroepskolom moet daarom naar de
onderwijsinstellingen en niet naar een bureaucratisch
innovatiefonds.
Volgens de begroting zal er voor de Kamerbehandeling van de begroting
meer duidelijkheid komen over de besteding van de extra middelen voor
het onderwijs vanaf 2004. Als spil in de beroepskolom moet vooral het
mbo meer geld krijgen om te werken aan o.a. een beter rendement, meer
startkwalificaties en een inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs.
Over de besteding van deze extra middelen wil de Bve Raad afspraken
maken over prestaties en verantwoording.
Inburgering
De inburgering lijkt bij de overgang van het ministerie van
Binnenlandse Zaken naar Justitie in een vacuüm terecht te zijn
gekomen. De voornemens uit het Strategisch Akkoord worden niet
uitgewerkt. Wanneer er minder nieuwkomers komen, moet het beschikbare
budget behouden blijven en worden ingezet voor de oudkomers. Hierover
wil de Bve Raad eveneens een convenant sluiten met de overheid, dat
ook ingaat op de inhoud van de inburgeringscursussen.
De Bve Raad dringt er op aan dat het educatieve deel van de
inburgering bij het Ministerie van OCenW blijft, gelet op de samenhang
met de andere educatie-aspecten en met het beroepsonderwijs.
Lerarentekort
Het lerarentekort verdient ook in de bve-sector specifieke aandacht.
Wanneer de sector daarvoor voldoende extra geld ontvangt en de
mogelijkheid krijgt een breed scala van instrumenten in te zetten, kan
de sector de garantie bieden dat het tekort wordt opgelost. Hierover
zullen prestatieafspraken met een bijbehorend budget moeten worden
gemaakt. De lerarensalarissen zullen minimaal marktconform moeten
stijgen. De sector kan de extra onderwijsassistenten opleiden als het
geld daarvoor versneld beschikbaar komt. Voor het door de instellingen
zelf opleiden van onderwijspersoneel heeft de sector reeds voorstellen
gedaan, aldus de Bve Raad, die de 46.000 medewerkers in de branche
representeert.
Internationalisering
Bij het internationale onderwijsbeleid en de inzet vanuit het
ministerie van Economische Zaken gaat het niet alleen om het hbo, maar
ook om het mbo. Juist nu dit najaar een Europese verklaring over het
beroepsonderwijs in aantocht is en Nederland in 2004 het
EU-voorzitterschap krijgt, is het nodig het mbo daarbij goed in beeld
te brengen, meent de brancheorganisatie voor het middelbaar
beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.
Noot redactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frans Visée, hoofd
Communicatie en Public Affairs, telefoon (030)-22 19 810 of 06-502 72
669; e-mail: f.visee@bveraad.nl.
Als landelijke brancheorganisatie van alle onderwijsinstellingen in
het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve),
behartigt de Bve Raad de belangen van de aangesloten
onderwijsinstellingen. De bve-sector telt ruim 600.000 deelnemers en
46.000 werknemers. Ongeveer veertig procent van de Nederlandse
beroepsbevolking is opgeleid in het middelbaar beroepsonderwijs.
Daarmee is het middelbaar beroepsonderwijs het meest voorkomende
opleidingsniveau op de arbeidsmarkt.
17 sep 02 15:15