VIANED


PERSBERICHT

Miljoenennota: Reactie VIANED

17 september 2002

Gemengde gevoelens
VIANED heeft gemengde gevoelens over de aanpak van de bereikbaarheidsproblematiek door het kabinet Balkenende. Het is een goede zaak dat het kabinet het mobiliteitsvraagstuk duidelijk onderkent en dit wil aanpakken door onder meer te investeren in de uitbreiding van de weginfrastructuur. Ook positief is dat het kabinet werk wil maken van het verkorten van de procedures die tot nu toe een krachtdadige aanpak van de congestie in ons land in ernstige mate in de weg staat.

VIANED is echter van mening dat de beschikbare extra financiële middelen van 420 miljoen euro in vier jaar niet voldoende zijn om de gewenste doorstroming van het verkeer te realiseren. Gelet op de ontwikkeling van de economie zal de aangekondigde verkoop van een minderheidsaandeel in Schiphol, waarmee extra financiële middelen beschikbaar komen voor de infrastructuur, niet op korte termijn plaats kunnen vinden. Ook bij het middel van publiek-private samenwerking, dat het kabinet wil inzetten, zet VIANED vraagtekens, omdat in de afgelopen jaren het Rijk niet in staat is gebleken om dit goed van de grond te krijgen. VIANED pleit ervoor om de publiek-private samenwerking krachtdadig te stimuleren. PPS verruimt de beschikbare middelen en zorgt ervoor dat de aanwezige kennis en ervaring van de betrokken partijen grondig wordt benut.

VIANED is teleurgesteld in het feit dat de oplossingen uitsluitend gezocht worden in de verbreding van het hoofdwegennet en dat er nauwelijks aandacht is voor de winst die er te behalen is door het onderliggend wegennet aan te pakken. VIANED acht het een gemiste kans dat het kabinet niet inzet op een integrale aanpak van de bereikbaarheidsproblemen door te werken aan twee goed op elkaar afgestemde wegenstelsels, waardoor lange afstandsverkeer gescheiden kan worden van regionaal en lokaal verkeer. Het onderhoud aan de A10 heeft aangetoond dat de strikte scheiding van deze verkeersstromen de doorstroming positief beïnvloedt. De rijkssubsidies voor regionaal verkeers- en vervoersbeleid zijn gehandhaafd op het niveau die in het vorige kabinet zijn vastgesteld. Om die gelden adequaat in te kunnen zetten voor regionale infrastructuurprojecten zal de (wil tot) samenwerking tussen het Rijk, de provincies en de regionale openbare lichamen nadrukkelijk verbeterd moeten worden. De situatie tot nu toe leert dat de provincies geen regionale plannen maken, omdat zij denken dat het Rijk de toegezegde regionale subsidies toch niet ter beschikking zal stellen. En het Rijk komt niet in beweging, omdat de provincies geen plannen indienen.

VIANED is van mening dat de samenwerking tussen Rijk, provincies en kaderwetgebieden moet leiden tot de oprichting van één overheidsinstantie die zich integraal (landelijk en regionaal) gaat bezig houden met het oplossen van het bereikbaarheidsvraagstuk.