Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Vragen van lid Huizinga-Heringa (ChristenUnie) Nummer: 130 Datum: 18-09-2002

Vragen van het lid Huizinga-Heringa (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over TPG Post. (Ingezonden 27 augustus 2002). De ministerie van Economische Zaken, mr. H.Ph.J.B. Heinsbroek heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Hoe beoordeelt u de visie van TPG Post zoals neergelegd in de brochure Op weg naar grenzeloze concurrentie?1) Vindt u dat een gefaseerde liberalisering de voorkeur heeft, mits Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hier ook voor kiezen?

De regering staat op voorhand niet afwijzend tegen een gefaseerde liberalisering. Het is daarbij wel van belang wat er in de andere Europese landen, in het bijzonder de grote aangrenzende landen, gebeurt met het liberaliseren van de postmarkt. De regering zal de visie van TPG betrekken bij de ontwikkeling van een visie voor de lange termijn. Er zal wel nader onderzoek nodig zijn naar de consequenties die een volledige liberalisering van de postmarkt heeft voor in het bijzonder de universele dienst. Voor de regering staat centraal dat een universele dienst van goede kwaliteit en tegen een betaalbaar tarief moet zijn gegarandeerd.


2 Betekent het feit dat TPG Post zichzelf tot doel stelt «de kwaliteit van de dienstverlening op tenminste het huidige hoge niveau te handhaven» en zich te houden aan de afspraken met de overheid wat betreft het postvestigingenbeleid naar uw oordeel dat met ingang van 21 augustus de datum van presentatie van de brochure wordt afgezien van verdere voorgenomen en nog niet gerealiseerde sluitingen van vestigingen en verschraling van voorzieningen? Zo ja, wat betekent dat voor het aantal vestigingen? Zo nee, wat houdt dit dan wel precies in?

TPG is gehouden het met instemming van de Tweede kamer vastgestelde plan voor de postvestigingen uit te voeren. Dit kan betekenen dat in sommige gevallen sluiting en/of verplaatsing van postvestigingen kan plaatsvinden. Het plan voorziet in 2100 postvestigingen en 1000 extra verkooppunten voor de meest gevraagde producten. De OPTA ziet toe op de correcte uitvoering van dit plan.


3 Hoe staat het momenteel met de uitvoering van het vestigingenplan?
De uitvoering van het plan was op verzoek van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat door TPG opgeschort tot 1 augustus. Sindsdien is de uitvoering hervat conform het in overleg met de Kamer vastgestelde plan voor de postvestigingen.


4 Welke concrete maatregelen worden op korte termijn genomen om de dienstverlening beter toegankelijk te maken voor ouderen, gehandicapten en mensen die in landelijke gebieden wonen? Vindt u dat TPG Post hierover voldoende duidelijkheid biedt in de brochure?
De brochure is bedoeld om in grote lijnen aan te geven wat de visie is van TPG. TPG heeft mij desgevraagd laten weten dat de volgende concrete maatregelen zijn voorzien om de dienstverlening beter toegankelijk te maken voor ouderen, gehandicapten en mensen in de landelijke gebieden:

º Zorginstellingen, bejaardenhuizen, verpleegtehuizen en ziekenhuizen hebben sinds kort de mogelijkheid om postzegels en briefkaarten te verkopen aan bijvoorbeeld bejaarden en mensen die slecht ter been zijn. Deze extra dienstverlening is inmiddels beschikbaar op 180 locaties door heel Nederland. De verwachting is dat dit aantal op korte termijn sterk uitgebreid wordt. De zorginstellingen zijn door TPG Post actief benaderd via een mailing met daarin de vraag of men deze dienstverlening zou willen gaan aanbieden. Op de betreffende locaties wordt in samenwerking met de beherende instanties de dienstverlening van TPG Post aan de bewoners aangeboden.

º Deze zomer gaat TPG Post, in samenwerking met de Stichting Groenhuijzen, een test doen met het TPG Post Servicepunt bij een verzorgingstehuis in Roosendaal. Dit betekent dat een uitgebreider pakket diensten wordt aangeboden. De bewoners van het huis kunnen daar terecht voor postzegels en het afgeven of ophalen van de meest voorkomende postzendingen. Omwonenden zijn vrij om daar ook postzegels te kopen en briefpost en pakketten af te geven. De Stichting Groenhuijzen is (net zoals alle andere stichtingen en verzorgingstehuizen) bij de landelijke stichting Arcares aangesloten. Deze landelijke stichting Arcares behartigt de belangen van de circa 1.500 zorginstellingen. Met Arcares wordt de test eind 2002 geëvalueerd. Bij een succesvol resultaat worden Servicepunten bij meerdere zorginstellingen opgezet.

º TPG Post participeert in een samenwerkingsverband om de haalbaarheid te onderzoeken voor een zogenaamde Buurtbalie.


5 Wanneer kan de Kamer de reactie van de regering tegemoet zien op de suggestie van OPTA om eventuele sluitingen van postvestigingen door TPG en wijzigingen in het assortiment niet achteraf maar vooraf te laten toetsen?2)
De OPTA moet het definitieve rapport over de uitvoering van het plan voor de postvestigingen nog afronden. Aan de hand van de ervaringen opgedaan met deze eerste toetsing zal de regering naar verwachting dit najaar met een nader standpunt komen.


6 Bent u van plan, en zo ja wanneer, om een langetermijnvisie op het postbeleid te kunnen presenteren?
De regering is van plan begin volgend jaar een langetermijnvisie op het postbeleid te presenteren. Wat daarbij zwaar zal wegen is het garanderen van de universele dienst ook op de lange termijn. Een volledige liberalisering van de postmarkt zoals TPG op termijn voorstaat, brengt met zich mee dat de postwet volledig moet worden herzien. De wet is nu geschreven op een markt met monopolie en één aanbieder. Bij een herziening van de wet zullen vraagstukken aan de orde komen als al dan niet regelen van netwerktoegang, financiering van de universele dienst, al dan niet een vergunningensysteem voor nieuwe aanbieders etc. waarbij het garanderen van de universele dienst tegen een betaalbaar tarief als randvoorwaarde geldt.

Al deze zaken moeten goed worden uitgezocht en waar nodig worden geregeld voordat kan worden overgegaan tot volledige liberalisering.


---

1) Zie de brochure «Op weg naar grenzeloze concurrentie», pag. 31.
2) Zie brief staatssecretaris V&W d.d. 16 april 2002, Kamerstuk 21 693, nr. 58, pag. 2.