Leefbaarheidsmonitor 2002
Leiden op de goede weg!
Op woensdagochtend 18 september om 9.00 presenteerden Burgemeester
Lemstra en wethouders van der Sande en Rabbae in de B&W-kamer de
resultaten van de Leefbaarheidsmonitor 2002.
Meten is weten
In het kader van het Grotestedenbeleid hebben het Rijk en de 25 GSB
steden afgesproken om elke twee jaar een leefbaarheidsmonitor uit te
voeren. In de Leefbaarheidsmonitor 2002 zijn de resultaten opgenomen
van de derde meting naar de leefbaarheid in Leiden. Het gegevens uit
deze monitor geven inzicht in de beleving van bewoners met betrekking
tot de leefbaarheid en veiligheid van hun eigen stad en wijk. Aan het
onderzoek hebben bijna 2200 inwoners meegedaan. De
Leefbaarheidsmonitor 2002 is qua opzet gelijk gebleven aan de
onderzoeken in 1997 en 2000 en biedt daardoor de mogelijkheid tot
vergelijking. In het onderzoek wordt een beeld gegeven van de
leefbaarheid in de verschillende wijken in Leiden, maar ook hoe Leiden
scoort ten opzichte van andere GSB steden.
Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema's binnen het GSB en
belangrijke speerpunten in het collegeprogramma 2002-2006. Voor
bestuurders, raad en college is de leefbaarheidsmonitor een rijke bron
aan informatie. De uitkomsten van het onderzoek kunnen laten zien of
het beleid op het goede spoor zit.
Resultaatgericht
De resultaten uit de Leefbaarheidsmonitor 2002 laten zien dat Leiden
op de goede weg is. Zo blijkt uit het onderzoek dat bewoners de
leefbaarheid positiever beoordelen dan bij de vorige metingen.
Leiden scoort goed op de volgende punten:
* De bewoners van Leiden voelen zich minder onveilig dan in 2000.
* De bewoners van Leiden zijn, in vergelijking met de andere
onderzochte steden, bijzonder gehecht aan de buurt waarin ze
wonen.
* De gemeente Leiden scoort ten opzichte van andere steden hoger op
tevredenheid over voorzieningen als openbaar vervoer, onderhoud
wegen en fietspaden, straatverlichting, speelmogelijkheden voor
kinderen en voorzieningen voor jongeren. Opvallend hierin is
echter dat de tevredenheid over de voorzieningen voor jongeren op
47% ligt tegenover een tevredenheid van 70 à 80 % op de andere
voorzieningen.
Naast de speerpunten veiligheid, overlast door vuil en de
parkeerproblematiek gaat de gemeente Leiden nog meer investeren in
jongeren- en drugsoverlast.
Samenwerking
De uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2002 bieden een goed
uitgangspunt om verder te gaan praten met de wijkbewoners en de
betrokken instanties in de wijken. Wanneer achtergronden en oorzaken
van ontwikkelingen per wijk duidelijk zijn, kan bepaald worden met
welke middelen deze ontwikkelingen verder gestuurd kunnen worden.
"Wijkgericht maatwerk" maakt het mogelijk problemen bij de kern aan te
pakken en gericht oplossingen te bieden. De gemeente werkt voor en aan
de stad maar kan dit niet alleen. Samenwerking is dus een
sleutelbegrip. Een aantal projecten vanuit deze invalshoek heeft al
bewezen dat deze aanpak werkt. In "Onze Buurt aan Zet" en
"Wijkinitiatieven", waarin samen met bewoners gewerkt wordt aan een
leefbare buurt, zien we goede resultaten. Positieve bijkomstigheid van
deze aanpak is dat de buurt zelf initiatieven kan nemen en de bewoners
zich mede verantwoordelijk voelen. Dus minder bureaucratie en sneller
zichtbare resultaten.