CBS

Steeds meer niet-gehuwde ouders

Op 1 januari 2002 telde ons land bijna 200 duizend niet-gehuwde paren met thuiswonende kinderen. Dit aantal is de laatste jaren fors gestegen. Het aantal gehuwde paren met thuiswonende kinderen is daarentegen juist gedaald. Steeds meer kinderen hebben hierdoor niet-gehuwde ouders. Van de 4,6 miljoen thuiswonende kinderen hebben er ruim 310 duizend niet-gehuwd-samenwonende ouders. Daarnaast zijn er zo'n 635 duizend kinderen met een alleenstaande ouder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Tien procent van alle paren met kinderen is niet gehuwd Het aantal niet-gehuwde paren met thuiswonende kinderen is toegenomen van 123 duizend in 1997 tot 198 duizend in 2002, een groei van 75 duizend. Het aantal gehuwde paren met thuiswonende kinderen daalde in deze periode daarentegen met ruim 70 duizend. Het totaal aantal paren met kinderen is de afgelopen jaren dan ook nagenoeg gelijk gebleven, maar het aandeel niet-gehuwde ouders is wel sterk gestegen. Tegenwoordig is bijna 10 procent van de paren met kinderen niet-gehuwd, vijf jaar geleden was dit nog 6 procent.

Trouwen minder belangrijk voor aanstaande ouders
Iets meer dan een kwart van de niet-gehuwde ouders is in het verleden wel gehuwd geweest. Hun kinderen hebben zij doorgaans tijdens dat eerdere huwelijk gekregen. Nu wonen ze met hun kinderen samen met een nieuwe partner. Het grootste deel van de niet-gehuwde ouders is daarentegen nooit gehuwd geweest. Hun kinderen hebben zij doorgaans gekregen nadat ze zijn gaan samenwonen. Het aandeel dat deze nooit-gehuwde ouders uitmaken van alle niet-gehuwde ouders neemt de laatste jaren sterk toe. Lag dit aandeel vijf jaar geleden nog rond de 60 procent, tegenwoordig is het ruim 70 procent. Steeds meer jonge paren kiezen er voor niet te trouwen voordat ze kinderen krijgen.

Meerderheid heeft één kind
Ruim de helft van alle niet-gehuwd samenwonende ouders heeft één kind. Dit aandeel neemt de laatste jaren iets af, terwijl het aandeel niet-gehuwd samenwonende ouders met twee kinderen toeneemt. Vijf jaar geleden had 33 procent van de niet-gehuwd samenwonende paren twee kinderen. Momenteel is dit 36 procent. In totaal gaat het om ruim 310 duizend kinderen die met niet-gehuwd samenwonende ouders leven.

Meer kinderen met alleenstaande ouders
Niet alleen hebben steeds meer kinderen niet-gehuwde ouders, ook hebben meer kinderen, vergeleken met enkele jaren geleden, maar één ouder met wie ze samenwonen. Momenteel zijn er 410 duizend alleenstaande ouders in Nederland. Dit aantal is met zo'n 40 duizend gegroeid ten opzichte van 1997. Het aantal kinderen in een eenoudergezin is hiermee in vijf jaar toegenomen van zo'n 565 duizend naar 635 duizend.

Technische toelichting
De gegevens in dit persbericht zijn afkomstig uit de huishoudensstatistiek. De cijfers van 1 januari 2002 hebben een voorlopig karakter.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-190
18 september 2002
11.00 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht