Is het kabinet Kyoto-proof ? Vrijdag 13 September 2002 - 12:19
Nu de top in Johannesburg voorbij is, kunnen nationale regeringen aan
de slag met het opgegeven huiswerk. Oude en nieuwe afspraken vragen om
uitvoering. Zo bevestigde het kabinet zowel in Johannesburg als in het
Strategisch akkoord dat Nederland aan haar verplichtingen in het kader
van het Kyoto Protocol zal voldoen. Nederland moet daarom in 2012 zes
procent minder broeikasgassen uitstoten dan het in 1990 deed. Op
Prinsjesdag blijkt of de nieuwe regeringsploeg dit onder ogen heeft
durven zien. Want het kabinet zegt Kyoto te willen halen, maar heeft
het de effecten van het voorgestelde maatregelenpakket in het
strategisch akkoord tussen CDA, LPF en VVD eigenlijk laten
doorrekenen?
Een simpele berekening leert al dat met de beleidsvoornemens uit het
strategisch akkoord Kyoto eerder verder weg dan dichterbij komt te
liggen. Al aan het einde van de regeerperiode van Paars bestonden
twijfels of het tot dan toe vastgestelde pakket beleidsmaatregelen
genoeg zou zijn om de klimaatdoelstelling te halen. Experts bij het
RIVM en ECN spraken toen van een gat in het beleid ter grootte van
circa 7 miljoen ton CO2! Ook het nieuw aangetreden kabinet trekt zich
hier weinig van aan. Zonder aarzelen schrapte het om te beginnen de
kilometerheffing, die reeds ingecalculeerd stond voor 1 à 2 miljoen
ton CO2. Vervolgens wil dit kabinet de benzineaccijnzen verlagen,
extra geld uittrekken voor wegverbreding, en recent werd bekend dat
ook de premie op zuinige autos zal sneuvelen in de bezuinigingsdrift.
Allemaal maatregelen die leiden tot hogere uitstoot van
broeikasgassen. Tel daarbij op dat groene stroom niet langer wordt
vrijgesteld van energiebelasting en dat groen beleggen minder
aantrekkelijk wordt gemaakt, en we komen tot de conclusie dat er een
extra gat ontstaat van 3, mogelijk 4 miljoen ton CO2.
Kleine winst
Aan de andere kant kondigt het strategisch akkoord nieuwe maatregelen
aan om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Dat zijn
achtereenvolgens de verdere ontwikkeling van duurzame energie, het
openhouden van de kerncentrale in Borssele, de handel in
emissierechten en vrijwillige afspraken met het bedrijfsleven. Stuk
voor stuk is de winst van deze voorstellen echter gering of erg
onzeker. Allereerst loopt de bouw van duurzame energie al jaren
vertraging op en zal een strakker aanwijzingsbeleid van bijvoorbeeld
windmolenparken hoogstens 300 duizend ton opleveren in 2010. Het
openhouden van de kerncentrale in Borssele mag alleen voor Kyoto
meetellen wanneer hij openblijft gedurende de technische levensduur,
tot 2013. Of de centrale zo lang doordraait is dus afhankelijk van
volgende kabinetten. Afgezien van de maatschappelijke weerstand tegen
gevaarlijk kernafval is het tevens onzeker hoe groot de CO2-winst is;
het hangt ervan af of andere capaciteit, zoals kolencentrales, wordt
stilgelegd. Ten aanzien van emissiehandel is het verstandig om te
wachten op een Europees handelssysteem, dat op zijn vroegst in 2005
zou kunnen werken. De CO2-winst hiervan valt niet op korte termijn in
te boeken. Vrijwillige afspraken met het bedrijfsleven tenslotte
hebben de afgelopen jaren zeker effect gesorteerd, maar de rek is er
wel zon beetje uit: volgens cijfers van het RIVM valt hier nog slechts
200 duizend ton te halen. Met enige goede wil levert het
kabinetsbeleid dus zon 0,5 à 1,5 miljoen ton CO2 op.
Schijn tegen
Kyoto wordt zo niet gehaald: de winst van de aangekondigde extra
maatregelen weegt geenszins op tegen het fors oplopende tekort.
Iedereen had dit op de achterkant van de spreekwoordelijke sigarendoos
kunnen uitrekenen. Ook het kabinet had dit kunnen doen. Het zou het
kabinet hebben gesierd wanneer het zelf een grondige analyse had laten
uitvoeren naar de effecten van het strategisch akkoord op het
klimaatbeleid. Maar een motie van de ChristenUnie tijdens de
regeringsverklaring, waarin werd gevraagd om het strategisch akkoord
te laten doorrekenen op milieugevolgen, kreeg alleen de steun van de
oppositie. Premier Balkenende gaf aan dat het niet mogelijk was het
akkoord door te rekenen. Wij menen dat het bovenstaande het tegendeel
aantoont. Bovendien is Balkenendes afwijzende reactie op het redelijke
voorstel van de oppositie om het regeerakkoord te laten doorrekenen op
milieueffecten strijdig met de beleden voorkeur van dit kabinet voor
transparantie en dualisme. Als het kabinet-Balkenende het parlement
(en de kiezers) wil doen geloven dat Nederland de Kyoto-afspraken gaat
halen, dan moet het aantonen dat zijn beleid Kyoto-proof is. Voorlopig
heeft het de schijn tegen. Te hopen valt dat bij de presentatie van de
Miljoenennota meer duidelijkheid wordt geboden. Te vrezen valt echter
dat opnieuw zal blijken dat milieu lage prioriteit krijgt van dit
kabinet. De extreme weersomstandigheden en waterstanden in heel Europa
van afgelopen zomer ten spijt.
Kars Veling is voorzitter van Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie
en Reinier Koppelaar is beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie
van de ChristenUnie.
---