Utrecht, 18-09-2002
Ouderenhuisvesting gemeenten: rapportcijfer 8,39 tot 0,97
Het lokale ouderenhuisvestingsbeleid vertoont enorme verschillen en 65
procent van de gemeenten scoort een onvoldoende, zo blijkt uit een
landelijk onderzoek van de ouderenbonden ANBO, PCOB en Unie KBO. Het
onderzoek wordt vanochtend, 18 september 2002, overhandigd aan de
Nederlandse Vereniging van Gemeenten (VNG). Dit gebeurt tijdens het
seminar Wonen en zorg voor senioren, de gemeente een zorg? op de
50-Plusbeurs in de Jaarbeurs te Utrecht.
250 Vertegenwoordigers van gemeenten, ouderenbonden, zorgaanbieders en
woningbouwverenigingen komen daar bijeen om te spreken over het
toekomstige woonzorgbeleid als antwoord op veranderende woonwensen.
De gemeenten Etten-Leur, Apeldoorn en Noordoostpolder komen in het
onderzoek als beste uit de bus op het terrein van de
seniorenhuisvesting en de combinatie van het woonzorgbeleid.
Etten-Leur staat met 8,39 op de eerste plaats en de gemeenten
Apeldoorn en Noordoostpolder volgen beiden met een score van 8,06.
Amersfoort en Purmerend hebben met 7,74 punten de op twee na hoogste
score behaald. De gemeente Roermond scoort met 0,97 punten het laagst,
gevolgd door de gemeenten Bergh, Mill en Sint Hubert die van de
ouderenbonden 1,29 punten krijgen.
65 procent scoort een onvoldoende
Aan het onderzoek, dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipso Facto,
hebben 210 van de 496 gemeenten deelgenomen. 65 Procent van de
gemeenten scoort een onvoldoende met het rapportcijfer 5,49 of minder.
De gemiddelde score bedraagt 4,94.
Bepalend voor het rapportcijfer van de gemeenten is hun antwoord op 19
vragen over de mate waarin gemeenten beschikken over relevante kennis
en informatie, en hun activiteiten op het gebied van
ouderenhuisvesting en woonzorgbeleid.
Vervolgonderzoek
Het onderzoek is een vervolg op een enqu?te van 1998. Destijds bleek
dat het met de lokale ouderenhuisvesting slecht was gesteld. Er zijn
sindsdien enkele verbeteringen opgetreden. Zo zijn nu meer gemeenten
die weten hoeveel seniorenwoningen er in de gemeente aanwezig zijn dan
in 1998.
Ruim 91 procent van de gemeenten heeft activiteiten ondernomen om
inzicht te krijgen in de behoeften van ouderen omtrent wonen. In 15
procent van de onderzochte gemeenten geldt Woonkeur, keurmerk voor
levensloopbestendig wonen, als voorwaarde voor nieuw te bouwen
woningen. Het thema woonzorgbeleid heeft voor de helft van de
gemeenten de hoogste prioriteit. Toch is er nog altijd 28 procent van
de gemeenten die niet weet hoeveel seniorenwoningen er binnen de eigen
gemeente zijn. Bovendien is het tekort aan seniorenwoningen in vier
jaar tijd toegenomen van 70 naar 86 procent.
Volgens de ouderenbonden is er sprake van een zorgwekkende
ontwikkeling, temeer omdat slechts 21 procent van de gemeenten
aandacht heeft voor vraagsturing en veel gemeenten zijn niet bekend
met de woonzorgstimuleringsregeling.
Slechts 38 procent van de gemeenten scoort volgens de ouderenbonden
een voldoende op woonzorgbeleid voor ouderen.
Overigens: Volgens een recente onderzoek van het ministerie van VROM
is er een tekort aan 140.000 ouderenwoningen.
De drie ouderenbonden willen met het rapport knelpunten aanstippen en
bewerkstelligen dat gemeenten samen met woningbouwverenigingen,
ouderenorganisaties en zorgaanbieders zich inspannen om goed
woonzorgbeleid gestalte te geven.
U kunt hier de score-overzichten van de deelnemende gemeenten
downloaden (in PDF-formaat)