Koffie is bittere armoede voor verbouwers
Reddingsplan van Novib/Oxfam kans voor 25 miljoen koffieboeren:
18 september 2002
Miljoenen kleine koffieboeren in Afrika, Latijns Amerika en Azië
bevinden zich op de rand van de economische afgrond. Ondanks hun harde
arbeid lijden zij honger, moeten zij hun kinderen van school halen en
kunnen zij zich geen medicijnen veroorloven. Oorzaak zijn de
wereldwijd ingestorte koffieprijzen. Boeren, maar ook koffiehandelaren
en banken gaan failliet, nationale economieën en overheidsbegrotingen
van koffieproducerende landen komen onder druk te staan.
Ontwikkelingsorganisatie Oxfam International, waarvan Novib de
Nederlandse tak is, heeft de gevolgen van de lage koffieprijs voor de
25 miljoen kleine koffieboeren onderzocht. Het Oxfam-rapport MUGGED
dat vandaag is gepubliceerd, waarschuwt voor een omvangrijke
humanitaire ramp. De publicatie van het rapport vormt de aftrap van de
internationale koffiecampagne van Oxfam International die in Azië
Australië, Latijns-Amerika, Europa, Noord-Amerika en Afrika wordt
gelanceerd.
MAKKELIJKE WINSTEN
De koffiemarkt is in 1989 met de opheffing van de internationale
koffieovereenkomst veranderd van een gecontroleerde markt met een
actieve rol voor de overheden, naar een stelsel waarin de werking van
de vrije markt de koffieprijs bepaalt. Gecombineerd met een
structurele overproductie is een overschot van 8 procent ontstaan en
is de prijs in elkaar gestort.
Multinationals Sara Lee/Douwe Egberts, Kraft, Proctor & Gamble en
Nestlé kopen bijna de helft van de wereldwijde koffieoogst op,
profiteren van de lage prijzen en maken extra winsten. Volgens
analisten schommelen die tussen 17 en 20 procent, hoger dan
bijvoorbeeld het winstpercentage van een bedrijf als Heineken. Maar
aan de onderkant van de keten, voor de kleine koffieboer, voelt de
markt absoluut niet vrij. De extreem lage prijs dekt niet eens hun
kosten en hun mogelijkheden om over te stappen op andere vormen van
levensonderhoud zijn beperkt. Hierdoor is een groot deel van de
koffieboeren overgeleverd aan de âtake-it-or-leave-itâ-prijzen die
rondreizende handelaren hen bieden.
SLECHTE ADVIEZEN
De Wereld Bank en het Internationale Monetaire Fonds hebben landen
aangemoedigd hun markten te openen, zich te concentreren op export van
die producten waar ze een voordeel hebben, zoals koffie, zonder deze
landen voor potentieel catastrofale prijsdalingen te waarschuwen. Een
schokkend bewijs van falend beleid van deze internationale financiële
instellingen.
Maar ook Westerse regeringen tonen tot nu toe weinig daadkracht. In
internationale fora wordt de koffiecrisis erkend, maar met het vrije
markt adagium in een globaliserende wereld in het achterhoofd voelt
niemand zich verantwoordelijk en blijft een structurele internationale
oplossing tot nu toe achterwege.
KANSEN
De voorzitter van de International Coffee Organisation (ICO), hét
internationale overlegorgaan voor koffie, steunt de Oxfam-campagne
voluit. Van 24-27 september komt de ICO in Londen bijeen en daar kan
een eerste stap worden gezet om de ellende voor koffieboeren
verminderen, mits alle partijen meewerken. De ICO heeft een
kwaliteitsprogramma ontwikkeld en dat moet nu door alle betrokken
regeringen, Noordelijk en Zuidelijk worden gesteund. Nestlé, een van
de vier grote koffiebranders, geeft publiekelijk aan dat lage prijzen
slechts zijn voor boeren én de industrie. Nestlé steunt daarom
internationale initiatieven voor voorraadbeheersing en stabilisering
van de wereldwijde koffieprijzen, inclusief systemen vergelijkbaar met
de in 1989 opgeheven Internationale Koffieovereenkomst. Dit betekent
een breuk met de overheersende trend binnen internationale politiek en
bedrijfsleven.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen behoort in Nederland tot de
hoofdtaken van het bedrijfsbeleid. Daarmee is de Nederlandse
koffie-industrie â en dan met name het jubilerende Douwe Egberts dat
hier een marktaandeel van ongeveer 65% heeft - mede-verantwoordelijk
voor de levensomstandigheden van haar grondstoffenleveranciers. De
Nederlandse overheid kan deze verantwoordelijkheid in haar dialoog met
het bedrijfsleven actief benadrukken.
KOFFIECRISIS IN CIJFERS
Koffie is een product van kleinschalige teelt. Kleine boerenfamilies
produceren 70 procent van het koffieaanbod. De wereldmarkt wordt ieder
jaar overspoeld met een overaanbod van ongeveer 540 miljoen kilo
koffie. Er wordt 8 procent meer koffie geproduceerd dan wordt
geconsumeerd. De vraag naar koffie in rijke landen stagneert. Tien
jaar geleden, ontvingen koffieproducerende landen ongeveer 30 cent van
iedere dollar op elk kopje koffie dat geconsumeerd werd. Vandaag de
dag ontvangen zij amper 10 cent.
Koffieboeren krijgen $ 0,24 per pond koffie. Consumenten in rijke
landen betalen $3,60 per pond, wat overeen komt met een winstmarge van
1500%. De koffie brengt minder op dan ze kost. 25 miljoen boeren en
hun gezinnen worden door honger bedreigd. Sommige boeren in Latijns
Amerika schakelen over op coca-teelt, die meer oplevert. In sommige
Midden Amerikaanse landen zijn de inkomsten uit koffie met meer dan 40
procent gedaald. De inkomsten uit koffiehandel zijn wereldwijd dit
jaar met 4 miljard dollar afgenomen.
REDDINGSPLAN
Sanering van de koffiemarkt met behulp van rijke landen is
noodzakelijk. Met een redelijke prijs kunnen de boeren voedsel en
medicijnen kopen en hun kinderen naar school sturen. Het Coffee Rescue
Plan (Koffie Reddingsplan) van Oxfam International kan een eerlijke
verdeling van de opbrengsten van de handel in koffie een kans geven.
De maatregelen houden onder meer in dat: de teelt en verkoop van
kwaliteitskoffie volgens internationale kwaliteitsstandaards wordt
bevorderd bedrijven een redelijke prijs betalen aan koffieboeren een
internationaal fonds wordt opgezet dat boeren helpt op alternatieve
vormen van levensonderhoud over te schakelen.
Arme landen blijven anders in de vicieuze cirkel steken waarin zij
goedkope grondstoffen exporteren die anderen vervolgens in
winstgevende goederen veranderen. Eerlijke handel is in het belang van
alle partijen. Oxfam International roept de partijen op om het
reddingsplan te steunen.
Bron: Novib, 18 september 2002
Auteur: Novib