Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vierde voortgangsrapportage SUWI
19 september 2002



Inhoudsopgave Pagina


1. Inleiding 4
1.1 Algemeen 4
1.2 Verantwoordingstijdvak 4
1.3 Doel en opzet van deze rapportage 4
1.4 Leeswijzer 7


2. Organisatie 8
2.1 Algemeen 8
2.2 Risicobeheersing 8


3. Wetgeving 10 3.1 Terugblik 10 3.2 Vooruitblik 10


4. Ontvlechting Arbeidsvoorziening 13

5. Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen 14 5.1 Terugblik 14 5.2 Vooruitblik 16 5.3 Beheersing van de risico's 18


6. Centra voor Werk en Inkomen 22 6.1 Terugblik 22 6.2 Vooruitblik 25 6.3 Beheersing van de risico's 26


7. Gemeenten 29 7.1. Terugblik 29 7.2 Vooruitblik 30 7.3 Beheersing van de risico's 31


8. Samenwerking kolommen 34 8.1 ICT 34 8.2 Communicatie 36 8.2.1 Terugblik 36 8.2.2 Vooruitblik 37 8.3 Cliëntenparticipatie 38 8.3.1 Terugblik 38 8.3.2 Vooruitblik 39 8.4 Kwaliteitsbewaking 41


9. Raad voor Werk en Inkomen 42

10. Reïntegratiemarkt 43 10.1 Terugblik 43 10.2 Vooruitblik 44


2



11. Handhaving en fraudebestrijding 47 11.1 Terugblik 47 11.2 Vooruitblik 48

12. Doelmatigheid en doeltreffendheid 50 12.1 Algemeen 50 12.2 Regels voor de jaarverantwoording 50 12.3 Prestatieindicatoren 51 12.4 Financieel beheer 51

13. Financiële aspecten 53 13.1 Uitvoeringskosten 53 13.2 Subsidieregelingen 54 13.3 Kosten en baten 2003-2006 55

Bijlagen

1. Stand van zaken toezeggingen

2. Rapport IWI over CWIntake

3. Rapport IWI over openstaande posten




---




1. Inleiding

1.1. Algemeen
Dit is de vierde voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI), die in het kader van de procedureregeling grote projecten van de Tweede Kamer is opgesteld. Hierbij is de gewijzigde procedureregeling (Kamerstukken II, 2001-2002, 28 247, nr. 1) gevolgd. Bij brief van 23 april 2002 (kenmerk 24-02-SZW) heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven waaraan de vierde en daaropvolgende voortgangsrapportages SUWI moeten voldoen. De Kamer ontvangt deze rapportage zoals aangekondigd bij brief van 14 juni 2002 (W&I/SIU/2002/43721) rond de derde dinsdag in september 2002, samen met de SZW-begroting en de Sociale Nota.

1.2 Verantwoordingstijdvak
Deze voortgangsrapportage bestrijkt de periode vanaf 1 maart 2002. De financiële en inhoudelijke informatie in deze rapportage heeft betrekking op de periode tot 1 juli 2002 (de peildatum). Daarmee wordt beantwoord aan de wens van de Kamer aan te sluiten bij de reguliere begrotingscyclus. Belangrijke wijzigingen die na 1 juli 2002 zijn opgetreden, zijn ook vermeld.
In onderstaande tabel wordt aangegeven wanneer de Kamer reeds eerder geïnformeerd is ten aanzien van het groot project SUWI.
Rapportages Kamerstuknummers Beschreven periode Eerste voortgangsrapportage Kamerstukken II, 2000-2001, 26 448, nr. 16 voor 13-10-2000 Tussenrapportage grof Kamerstukken II, 2000-2001, 26 448, nr. 19 ontwerp SUWI
Tweede voortgangsrapportage Kamerstukken II, 2000-2001, 26 448, nr. 26 13-10-2000 tot 16-05-2001 Derde voortgangsrapportage Kamerstukken II, 2001-2002, 26 448, nr. 35 16-05-2001 tot 31-10-2001 Tussenrapportage Kamerstukken II, 2001-2002, 26 448, nr. 44 01-11-2001 tot 01-03-2002
1.3 Doel en opzet van de rapportage
In de brief van 23 april 2002 van de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kenmerk: 24-02-SZW) heeft de Kamer haar bij brief van 10 mei 2000 (kenmerk: 47-00-SZW) opgestelde informatiebehoefte nader uitgewerkt.
In reactie op deze brief is bij brief van 14 juni 2002 (W&I/SIU/2002/43721) aangegeven de voortgangsrapportage groot project SUWI voortaan te laten aansluiten bij de reguliere informatievoorziening naar de Kamer, zoals deze in artikel 49 van de Wet SUWI is geregeld (begrotings- en budgetcyclus).
De voortgangsrapportage met peildatum 1 juli wordt rond de 3e dinsdag in september aangeboden, ongeveer gelijktijdig met de SZW-begroting en de Sociale Nota. Op grond van artikel 5.3 van de ministeriële regeling SUWI bieden de (uitvoerings)organisaties (RWI, CWI, UWV, SVB en Inlichtingenbureau (IB)) vóór 1 oktober hun begroting, jaarplan en eventueel meerjarenbeleidsplan (voor CWI, UWV en SVB) aan de minister aan. Voor 1


4



december stelt de minister het budget voor de uitvoeringskosten vast (op grond van artikel 48 Wet SUWI). De jaarplannen, de begroting en de meerjarenbeleidsplannen van de uitvoering worden met het oordeel van de minister en het toegekende budget naar de Kamer doorgezonden. De vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in de brief van 23 april 2002 (kenmerk: 24-02-SZW) aan over een negental onderwerpen inzicht te willen verkrijgen in de voortgang van de implementatie, de financiële ontwikkelingen en in de volume-ontwikkelingen. Deze negen onderwerpen komen overeen met de onderwerpen die de Kamer bij de start van het groot project SUWI in 2000 heeft opgenoemd (in de brief van 25 mei 2000, kenmerk: 47-00- SZW).
Deze rapportage geeft inhoudelijke informatie over de onderwerpen waarover de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid geïnformeerd wil worden. Er wordt ingegaan op de ambities voor 1 januari 2004, de ambities voor 1 januari 2003 en de realisatie tot nu toe. In de hoofdstukken wordt in de paragraaf "Terugblik" ingegaan op de realisatie van 1 maart 2002 tot nu toe. Hierbij zijn de door het UWV en de CWI opgeleverde tweede kwartaalrapportages verwerkt. In de paragraaf "Vooruitblik" wordt informatie gegeven over de nadere planning en wordt ingegaan op eventuele maatregelen. Deze informatie is ook terug te vinden in het planningsoverzicht waarmee de hoofdstukken worden afgesloten1. In afwijking van de in de brief van 23 april 2002 opgestelde wensen van de Kamer, wordt er geen ambitie voor 1 juli 2002 gegeven waartegen de realisatie afgezet kan worden. Er zijn vooraf geen ambities voor 1 juli 2002 vastgesteld, aangezien deze steeds gericht zijn op 1 januari van een bepaald jaar.
Vanuit pragmatische redenen is er daarnaast voor gekozen om in plaats van de gewenste eindsituatie, de ambitie voor 1 januari 2004 op te nemen. Dit heeft ook te maken met het feit dat er op grond van artikel 10 van bijlage B van de gewijzigde procedureregeling grote projecten nog afspraken gemaakt zullen moeten worden over de duur van de groot project-status. Er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij hetgeen in de Tussenrapportage van 19 april 2002 is opgenomen. In deze tussenrapportage werd echter ook ingegaan op de ambities voor 1 januari 2002. De ambities voor 1 januari 2002 die in maart 2002 (peildatum van de tussenrapportage) nog niet gerealiseerd waren, maar op dit moment wel, komen niet meer terug in het planningsoverzicht en de tekst. Dit betekent ook dat een aantal aandachtsgebieden uit de brief van de vaste commissie van 23 april 2002 niet terugkomen, aangezien zij in de Tussenrapportage afgerond zijn. De ambities voor 1 januari 2002 die in maart 2002 en in juli 2002 nog niet gerealiseerd waren, zijn als bijgestelde ambitie, terug te vinden in deze rapportage.
Via deze rapportage wordt, conform de wens van de vaste commissie, verantwoording afgelegd over de uitputting van de financiële middelen.
Naast tijd en geld is er volgens de vaste commissie een derde belangrijke indicator die inzicht kan bieden in de voortgang van de implementatie, namelijk volume-ontwikkelingen. Volgens de indeling in de negen aandachtspunten zouden volumegegevens moeten worden opgenomen bij de aandachtpunten "reïntegratie en sociale activering" en "de vormgeving van handhaving en fraudebestrijding" (en "NV KLIQ").
Inzicht in de volumegegevens van "reïntegratie en sociale activering" (opdrachtgeverschap reïntegratie en resultaten reïntegratie) zal in de voortgangsrapportage in mei 2003 op basis van


1 Ter wille van de toegankelijkheid is in hoofdstuk 8 Samenwerking Kolommen een planningsoverzicht opgenomen na de betreffende paragraaf (voor zover van toepassing).


5



de jaarverantwoording gegeven kunnen worden. Op dat moment hebben de gegevens voor zover thans te overzien een voldoende kwalitatief niveau. Volumegegevens op het terrein van "handhaving en fraudebestrijding" worden opgenomen in de door de Kamer gevraagde jaarlijkse Integrale Rapportage Handhaving. Deze rapportage wordt in november a.s. naar de Kamer gezonden. Cijfers over de SIOD komen hierin ook aan bod. Deze rapportage bevat geen informatie over NV KLIQ. Hierbij kan verwezen worden naar het algemeen overleg van 19 juni 2002 over de afwikkeling van Arbvo en het antwoord op de vragen van de Kamer over NV KLIQ (brief van 1 juli 2002 (Kamerstukken II, 2001-2002, 27 549 en 27 296, nr. 14)). NV KLIQ is een zelfstandige NV, waarvan de aandelen in handen van de Staat (de minister van Financiën) zijn. Informatie over de resultaten van NV KLIQ betreft bedrijfsinformatie, die vertrouwelijk is. In hoofdstuk 4 wordt wel ingegaan op de ontvlechting van Arbeidsvoorzieningsorganisatie.
Bij deze voortgangsrapportage is geen apart hoofdstuk over toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid gevoegd. Zoals eerder al is aangegeven, stelt de Inspectie Werk en Inkomen jaarlijks een verslag op met de uitkomsten over de toezichtswerkzaamheden, dat voorzien van het oordeel van de minister ter kennis van de Kamer wordt gebracht. In het jaarplan van de IWI wordt aangegeven hoe zij het toezicht vormgeeft. Daarnaast stuurt de IWI tussentijds ook rapporten naar de Kamer. Het toezicht in de overgangsfase is in de door de IWI opgestelde bijdrage bij de Tussenrapportage van 19 april 2002 afgerond. De vaste commissie wenst tenslotte geïnformeerd te worden van de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de aanbevelingen voortkomend uit de op 9 april 2002 door Berenschot verrichte audit naar risico's van de dienstverlening als gevolg van de invoering van de SUWI-wetten per 1 januari 2002 (gelijktijdig met de tussenrapportage SUWI naar de Kamer gezonden). In de hoofdstukken over het UWV, de CWI, gemeenten (hoofdstuk 5, 6, 7) en de paragraaf ICT (paragraaf 8.1) is een aparte paragraaf gewijd aan het beheersen van deze risico's. In het hoofdstuk UWV (hoofdstuk 5) wordt ook, zoals toegezegd bij brief van 28 juni 2002 (Kamerstukken II, 2001-2002, 26448, nr. 47), ingegaan op de voortgang in de aanpak van de risico's uit de door Ernst & Young opgestelde `nulmeting en risico-inventarisatie totstandkoming Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen' (Nulmeting UWV). Aangezien de risico-analyse van Berenschot vrij recent is uitgevoerd, is er geen nieuwe risico-analyse uitgevoerd.
De voortgangsrapportage geeft inzicht in de stand van zaken van eerdere toezeggingen die in het kader van SUWI aan de Kamer zijn gedaan. In bijlage 1 wordt een totaaloverzicht gegeven van alle toezeggingen. Tevens wordt de rapporten van de Inspectie Werk en Inkomen over CWIntake en de openstaande posten bij UWV-Gak meegezonden. Bij de uitvoering van het groot project SUWI is een groot aantal derden betrokken (de CWI, het UWV, de SVB, de gemeenten, de RWI, het Inlichtingenbureau, BKWI). Op grond van (de toelichting op) artikel 5 van de procedureregeling grote projecten dient met de Kamer afgesproken te worden wat de beleidsinhoudelijke verantwoordelijkheid van de bewindspersoon is en wat onder de verantwoordelijkheid van de derden valt. Kort gezegd is de bewindspersoon verantwoordelijk voor het overkoepelende beleid dat in wet- en regelgeving is neergelegd. De interne bedrijfsvoering betreft een verantwoordelijkheid van de uitvoering zelf.

1.4 Leeswijzer



6



De indeling van de vierde voortgangsrapportage sluit aan bij de indeling van de tussenrapportage (en de derde voortgangsrapportage). Het accent ligt daarbij op de vorming van het UWV (hoofdstuk 5), de CWI (hoofdstuk 6), de implementatie van SUWI bij de gemeenten (hoofdstuk 7) en de samenwerking tussen de kolommen (hoofdstuk 8). Er wordt niet afzonderlijk ingegaan op de Sociale verzekeringsbank (SVB), omdat de gevolgen van SUWI zich voor de SVB beperken tot de bestuurlijke inrichting en het toezicht. In het hoofdstuk Gemeenten (hoofdstuk 7) wordt ingegaan op de tijdens het algemeen overleg van 20 juni 2002 gedane toezegging na te gaan hoe de gegevensverstrekking van Anw-ers door de SVB aan gemeenten verloopt.
In de brief van 23 april 2002 van de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kenmerk: 24-02-SZW) heeft de Kamer haar bij brief van 25 mei 2000 (kenmerk: 47-00-SZW) opgestelde informatiebehoefte nader uitgewerkt. De daarin genoemde onderwerpen zijn terug te vinden in de volgende hoofdstukken:

1. Het samenvoegen van de uitvoeringinstellingen tot het UWV: hoofdstuk 5 Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, hoofdstuk 8 Samenwerking kolommen;
2. De vorming van de Centra voor werk en inkomen (CWI): hoofdstuk 6 Centra voor werk en inkomen, hoofdstuk 8 Samenwerking Kolommen;

3. ICT-programma SUWI: hoofdstuk 8 Samenwerking kolommen;
4. Reïntegratie en sociale activering: hoofdstuk 10 Reïntegratiemarkt, hoofdstuk 4 Ontvlechting Arbeidsvoorziening, hoofdstuk 5 Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, hoofdstuk 6 Centra voor werk en inkomen, hoofdstuk 7 Gemeenten;
5. De inrichting van het bestuurlijk en toezichtskader: zie paragraaf 1.3 en hoofdstuk 3 Wetgeving (toezichtskader) en hoofdstuk 9 RWI;
6. De vormgeving van cliëntenparticipatie: hoofdstuk 8 Samenwerking kolommen, hoofdstuk 5 Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, hoofdstuk 6 Centra voor Werk en Inkomen en hoofdstuk 7 Gemeenten;

7. De vormgeving van handhaving en fraudebestrijding; hoofdstuk 11 Handhaving en fraudebestrijding;

8. De financiële aspecten van de verschillende operaties: hoofdstuk 12 Doelmatigheid en doeltreffendheid en hoofdstuk 13 Financiële aspecten;
9. NV KLIQ: zie paragraaf 1.3.
De implementatie van de aanbevelingen van Berenschot komen terug in hoofdstuk 5 Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, hoofdstuk 6 Centra voor Werk en Inkomen en hoofdstuk 7 Gemeenten en hoofdstuk 8 Samenwerking kolommen.


7




2. Organisatie

2.1 Algemeen
Algemeen
De SUWI-wet en de Invoeringswet SUWI zijn per 1 januari 2002 inwerking getreden. De voortgang van het SUWI-proces wordt nauwlettend gevolgd door de Kamer en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Per 1 januari 2002 stuurt de Directeur-Generaal Uitvoeringsbeleid Werk en Inkomen (hierna DG Uitvoeringsbeleid) namens de minister de CWI, het UWV, de SVB en het Inlichtingenbureau (IB) aan (met inachtneming van hun eigen verantwoordelijkheid), volgt de ontwikkelingen in de uitvoering van de keten en bewaakt de samenwerking in de keten. Het Project Steunpunt SUWI Gemeenten (SSG) valt tevens onder de DG Uitvoeringsbeleid. Dit Steunpunt ondersteunt, in nauwe samenwerking met de VNG, de gemeenten bij de verdere implementatie van SUWI in 2002.
Ketenoverleg
Het Algemeen Ketenoverleg is opgezet om vorm en inhoud te geven aan de verantwoordelijkheid van de minister van SZW ten aanzien van de Keten van werk en inkomen. Naast het ministerie zijn in het Algemeen Ketenoverleg de VNG en de Raden van bestuur van het UWV en de CWI vertegenwoordigd. Het overleg spitst zich toe op de samenwerking in de keten en voert daarop de regie. Het Strategisch Akkoord en daaruit voortvloeiende gevolgen voor gemeenten, i.c. het grote financiële belang van gemeenten bij een reductie van het bijstandsvolume, stelt hoge eisen aan het functioneren van de totale keten. Het Algemeen Ketenoverleg bereidt adviezen voor aan de minister. Zie voor de verantwoordelijkheidsverdeling hoofdstuk 1, waar het om derden gaat.
2.2 Risicobeheersing
Risico's die zich zowel (kunnen) voordoen bij het UWV en de CWI, als bij de verdere implementatie van SUWI bij gemeenten worden in de betreffende hoofdstukken beschreven. In de paragraaf ICT van het hoofdstuk Samenwerking kolommen worden de risico's op ICT- terrein beschreven. In al deze hoofdstukken wordt met name ingegaan op de in het rapport van Berenschot van 9 april 2002 geconstateerde risico's en aanbevelingen. Het UWV, de CWI en de VNG hebben gezamenlijk een plan van aanpak ter realisatie van de aanbevelingen van Berenschot opgesteld, waarin aangegeven wordt hoe de aanbevelingen van Berenschot gerealiseerd gaan worden. Dit plan van aanpak is in het Algemeen Ketenoverleg van 19 juni 2002 geaccordeerd. Er is toen ook afgesproken dat de voortgang hiervan periodiek in het Algemeen Ketenoverleg aan de orde wordt gesteld. In de betreffende hoofdstukken wordt hier ook op ingegaan.
In het hoofdstuk UWV wordt daarnaast nog ingegaan op de maatregelen naar aanleiding van de door Ernst & Young opgestelde `nulmeting en risico-inventarisatie totstandkoming Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen' (Nulmeting UWV). In het kort kan uit deze meting worden geconcludeerd dat het onderzoek geen grote, nog niet op enigerlei wijze bij het UWV bekende risico's aan het licht heeft gebracht (zie paragraaf 5.3). De combinatie van de


8



reeds bekende risico's met de ambities, de veranderopgave, de inrichting van het UWV en de plaats in het publieke bestel plaatst de weging van de risico's echter in een nieuw perspectief. De Kamer is hierover al eerder geïnformeerd bij brief van 29 juni 2002 (Kamerstukken II, 2001-2002, 26448, nr. 47).


9




3. Wetgeving
3.1 Terugblik
In de tussenrapportage SUWI van 19 april 2002 is melding gemaakt van temporisering betreffende de invoering van de nieuwe situatie inzake de uitkeringsintake Algemene bijstandswet (Abw) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW). Met de zgn. `ingroeivariant' werd aan CWI en gemeenten de mogelijkheid geboden een gezamenlijk verzoek in te dienen om de overdracht van de uitkeringsintake Abw en IOAW uit te stellen tot - aanvankelijk - uiterlijk 1 april 2002. Van deze mogelijkheid hebben 22 gemeenten en 9 CWI's gebruik gemaakt. Sedertdien is voor 3 van deze gemeenten en 1 CWI een beperkte verlenging van het eerder verleende uitstel toegestaan. Hiervan is mededeling gedaan via publicatie van een nieuw vastgestelde bijlage XVIII bij de Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 80). Op grond van de wijziging van de Regeling SUWI van 2 april 2002 (Stcrt. 2002, 66) geldt vanaf 1 juni 2002 voor alle gemeenten en CWI's de nieuwe situatie.
Recent is voorzien in een Koninklijk Besluit op grond waarvan een deel van de nog gehandhaafde artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 is komen te vervallen (Stb. 2002, 310).
Diverse ministeriële regelingen
Een aantal in de tussenrapportage aangekondigde nog resterende - in verband met SUWI aan te passen - regelingen is in de achterliggende periode gerealiseerd. Het betreft:
* de Regeling reservevorming wachtgeldfondsen 2002 (Stcrt. 2002, 124);
* wijziging van de regeling houdende regels gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren (Stcrt. 2002, 84);

* wijziging van de regeling houdende regels gelijkstelling niet-gewerkte weken met gewerkte weken (Stcrt. 2002, 84);

* wijziging van het Besluit nadere regeling eindiging recht op uitkering werkloosheidswet (Stcrt. 2002, 84);

* de Regeling reservevorming Algemeen Werkloosheidsfonds(Stcrt. 2002, 140). Daarnaast is de nieuw totstandgekomen Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers gewijzigd met betrekking tot de bijlagen (Stcrt. 2002, 90).
3.2 Vooruitblik
In de tussenrapportage SUWI is reeds opgemerkt dat de SUWI-operatie qua wetgeving in feite als voltooid kan worden aangemerkt. Enkele onderdelen van de wetgeving moeten nog inwerking treden. Het gaat daarbij om:

* het vervallen van een aantal artikelen van de Arbeidsvoorzieningswet 1996;
* de invoering van een persoonsgebonden reïntegratiebudget voor WW-gerechtigden, voor arbeidsgehandicapte niet-werknemers, alsmede voor cliënten van gemeenten. Per 1 januari 2003 zullen de SUWI-bepalingen omtrent de bestuurlijke inrichting van de SVB in werking gaan treden. Aangezien deze inwerkintreding reeds geregeld is bij Koninklijk Besluit (Staatsblad 2001, 682), is hier geen aparte actie voor nodig.


10



Uit consultaties bij gemeenten en CWI is gebleken dat de het de voorkeur verdient de aanvraagprocedure voor het aanvragen van een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) bij de gemeenten te laten.
Wijziging Besluit uitvoering en financiering Wiw
Het Besluit uitvoering en financiering (Buf) Wiw moet worden aangepast in verband met de door de Tweede Kamer bepleite invulling van artikel 2 lid 5 Wiw (bij AMvB aan te wijzen categorieën UWV-cliënten waarvoor niet het UWV, maar de gemeente de reïntegratie- verantwoordelijkheid kan overnemen). In de tussenrapportage werd er nog vanuit gegaan dat de wijziging in augustus/september 2002 in werking zou kunnen treden. Duidelijk is geworden dat de planning uitloopt omdat de praktische uitwerking meer tijd heeft gekost dan was voorzien. Conform de toezegging tijdens het algemeen overleg over Sociale Activering op 14 maart 2002 wordt de AMvB in oktober voorgehangen bij de Tweede Kamer. Regeling SUWI
Gelijktijdig met deze voortgangsrapportage ontvangt de Kamer de Modellen Verantwoording voor het UWV, de CWI en de SVB en het Controleprotocol SUWI, die gezamenlijk met de uitvoering zijn opgesteld. Voor het Inlichtingenbureau (IB), BKWI en de RWI worden soortgelijke modellen voor het eind van dit jaar gerealiseerd. Er wordt naar gestreefd een zodanige overeenstemming met de (uitvoerings-)organisaties te krijgen dat de modelverantwoording als groeimodel kan worden gehanteerd zonder dat dit wordt vastgelegd in regelgeving (zie hiervoor hoofdstuk 12). In de jaarplannen van de (uitvoerings-)organisaties zal jaarlijks de beleidsinformatieverstrekking worden bepaald in aansluiting op het Model Verantwoording. Dit zal tot aanpassing van het gegevensregister SUWI leiden. In hoofdstuk 10 wordt aangegeven dat besloten is dat werkgevers alleen verantwoordelijk worden voor reïntegratie in het tweede spoor bij de nieuwe ziektegevallen. Dit leidt tot een aanpassing van de ministeriële regeling SUWI.
Diverse ministeriële regelingen
Het voormalige Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkering wordt - als ministeriële regeling (Regeling betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkeringen) - naar verwachting november/december 2002 vastgesteld. De in de Tussenrapportage genoemde voormalige Lisv-Regeling aanvraagtermijnen Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt in een ministeriële regeling omgezet na een nog te realiseren aanpassing van artikel 39 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, waarop de regeling wordt gebaseerd. Dit wordt betrokken bij een eind 2002 bij de Tweede Kamer in te dienen verzamelwet.


11



Planning
Wetgeving
Onderwerp Ambitie per 1 januari Ambitie per 1 januari Realisatie per 1 juli 2002, 2004 2003 inclusief eventuele maatregelen SUWI-wetgeving Inwerkingtreding nog niet * Inwerkingtreding nog Realisatie: n.v.t. in werking getreden niet in werking onderdelen wetten SUWI getreden onderdelen en I-SUWI, nader te wetten SUWI en I- bepalen SUWI nader te bepalen
* Inwerkingtreding SUWI-bepaling omtrent bestuurlijke inrichting SVB Artikel 3, 5e lid Nadere uitwerking van het Nadere uitwerking van het WIW nieuwe artikel 2, 5e lid van nieuwe artikel 2, 5e lid van de WIW: gericht op de WIW in concept gereed voorleggen aan Tweede voor behandeling in Kamer ministerraad (voorhangprocedure) oktober 2002 Regeling SUWI - Aanpassing gegevensregister SUWI
- Aanpassen ministeriële regeling SUWI ten aanzien van werkgeverschap 2e spoor Ministeriële Vaststellen resterende Vaststellen resterende Aantal ministeriële regelingen ministeriële regeling ministeriële regeling regelingen gerealiseerd (voormalige Lisv- (voormalige Lisv- regelingen), i.c. : regelingen), i.c. :
- Regeling - Regeling betaling, aanvraagtermijnen Wet terugvordering en REA (in afwachting van tenuitvoerlegging van wijziging art. 39 REA via boeten en onverschuldigd eind 2002 bij Tweede betaalde uitkeringen: Kamer in te dienen planning verzamelwet): planning november/december 2002 loop van 2003


12




4. Ontvlechting Arbeidsvoorziening
Algemeen
Zoals reeds in de tussenrapportage SUWI van 19 april 2002 is aangegeven zijn op 1 januari 2002 de NV KLIQ en de Stichting Centrum Vakopleiding opgericht en de bedrijfsonderdelen van Facent verkocht.
Op 19 juni 2002 is onder meer de rapportage "Afwikkeling Arbeidsvoorziening" van de bestuurder CBA en de reactie van het kabinet daarop in een Algemeen Overleg tussen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van SZW besproken. Per brief van 14 juni 2002 (SOZA-02-0430) is de Kamer geïnformeerd over de bestuurswisseling en de nieuwe fase waarin de afwikkeling van Arbeidsvoorziening is terechtgekomen.
In zijn rapportage "Afwikkeling Arbeidsvoorziening" heeft de bestuurder CBA de werkzaamheden beschreven waaraan hij in de periode vanaf 1 april 2001 uitvoering heeft gegeven. Met de afronding van deze werkzaamheden is de afwikkeling van Arbeidsvoorziening in de fase van vereffening beland.
Bestuurswisseling
Per 1 juni 2002 is de heer Koopmans als bestuurder op zijn verzoek teruggetreden. De heer Schimmelpenninck is met ingang van die datum als vereffenaar benoemd. De heer Schimmelpenninck draagt zorg voor de uitvoering van de in verband met de afwikkeling van Arbeidsvoorziening resterende activiteiten.


13




5. Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen 5.1 Terugblik
Organisatie-, besturings- en dienstverleningsconcept Met ingang van 1 september 2002 is de Raad van Bestuur compleet. Tevens is de Raad van Advies benoemd.
De Raad van Bestuur heeft in het eerste kwartaal 2002 de koers van het UWV vastgesteld in een notitie onder de naam Kompas 2005. Vervolgens is een Kompas-agenda opgesteld, waarin concreet is aangegeven welke activiteiten het UWV de komende jaren ontplooit. Het UWV hanteert als missie: "wij stimuleren werken; als werken onmogelijk is, zorgen wij snel voor inkomen". Hoofdthema's van Kompas 2005 zijn: het benoemen en behalen van meetbare resultaten, volumebeleid en handhaving, kostenreductie. Intern doel is met name de opbouw van de UWV-organisatie. In het kader van de opbouw van het UWV is een vestigingsbeleid vastgesteld, dat als voorgenomen besluit is voorgelegd aan de Centrale Ondernemingsraad. Het besluit voorziet in inrichting van het hoofdkantoor in Amsterdam en terugbrenging van het aantal regionale vestigingen van 171 naar 27, waarvan 17 gecombineerde back- en frontoffices en 10 frontoffices Sociaal Medische Functie. Dit alles onder handhaving van het niveau van dienstverlening aan de klanten.
De strategische doelstellingen ten aanzien van de klantgerichte dienstverlening zijn vertaald naar het dienstverleningsconcept, waarin de relatie met de cliënt vanaf het moment van verzekeren wordt georganiseerd. Gelijk oplopend met de inrichting van de nieuwe regionale organisatie (samenvoeging van de vijf nog separaat werkende voormalige uvi's en inrichting van front- en backoffice vestigingen) worden ook de nieuwe werkprocessen geïmplementeerd. De nulmeting van het klanttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd. De resultaten ervan worden in oktober 2002 verwacht.
Het personeelsbeleid is naast het bieden van goede arbeidsvoorwaarden met name gericht op bevorderen van de professionaliteit en het op de gewenste sterkte krijgen van de formatie. Een voorziene reductie, met name op stafniveau, kan naar verwachting geëffectueerd worden via natuurlijk verloop.
Samenwerking met Belastingdienst
Afgelopen voorjaar hebben UWV en Belastingdienst hun uitvoeringsprocessen vergeleken om te kijken of er mogelijkheden voor samenwerking zijn en, zo ja, waar die mogelijkheden liggen. In mei van dit jaar is het rapport Samenwerking UWV en Belastingdienst opgeleverd. Het rapport concludeert dat er grote overeenkomsten zijn in de primaire processen van de beide organisaties (premie-inning en heffing van de loonbelasting) en dat samenwerking zinvol is. In het Strategisch Akkoord heeft het kabinet kenbaar gemaakt dat de premie-inning zal worden uitbesteed aan de Belastingdienst.
Casemanagement
De implementatie van casemanagement WW verloopt volgens planning. Per regio is een implementatieteam ingericht.
Cliëntenparticipatie
In de achterliggende periode heeft overleg met cliëntenorganisaties plaatsgevonden over de regeling cliëntenparticipatie UWV (waarmee invulling wordt gegeven aan cliëntenparticipatie op centraal en decentraal niveau). De cliëntenorganisaties hebben de conceptregeling van een


14



positief advies voorzien. Vaststelling van de regeling voor cliëntenparticipatie door de Raad van Bestuur wordt verwacht in het najaar 2002.
Wet verbetering poortwachter
De implementatie van de Wet verbetering poortwachter vindt plaats in drie fases. De eerste twee fases zijn afgesloten. Fase 1 betrof het doorvoeren van wijzigingen die betrekking hebben op de uitvoering van de arborol door het UWV voor werknemers zonder werkgever (de vangnetgevallen). Deze fase is doorgevoerd per 1 april. Medio juni is fase 2, procedures voor de gewijzigde ziek- en hersteldmeldingen, in werking getreden. Zie voor fase 3 de Vooruitblik. De noodzakelijke acties voor systeemaanpassingen, onderkennen risicocategorieën, uitwerken sancties en maatregelen, werkinstructies, ontwikkelen opleidingsmateriaal etc. zijn in gang gezet.
Er is veel vraag naar informatie over de Wet Verbetering Poortwachter, al dan niet in combinatie met de flexwet. Momenteel wordt het voorlichtingsmateriaal naar diverse doelgroepen verbijzonderd, onder meer voor uitzendkrachten/flexwerkers. CBBS
De implementatie van het Claim Beoordelings- en BorgingsSysteem (CBBS) kende aanloopproblemen op het terrein van de technische stabiliteit en de gebruikersvriendelijkheid van het systeem. Deze problemen worden nu stapsgewijs verholpen. Uitvoering Andere taken
In Kompas 2005 heeft het UWV aangegeven zich te willen richten op de uitvoering van de kerntaken. Er is besloten de uitvoering van de andere, dan wettelijke, taken af te bouwen. Hiertoe is een projectorganisatie Ontvlechting Andere Taken in het leven geroepen. De eerste opdracht is het maken van een inventarisatie, verkenning en analyse van de oplossingsrichtingen.
Rol UWV bij start reïntegratietraject (zie ook hoofdstuk 10 Reïntegratie) Tijdens het algemeen overleg van 20 juni 2002 over de tussenrapportage is toegezegd nader in te gaan op de aanbieding en overdracht van cliënten voor reïntegratie aan reïntegratiebedrijven, aangezien dit niet altijd soepel zou verlopen. De voorbereiding voor de overdracht kent twee fasen: de claimbeoordeling, waarbij wordt vastgesteld of er benutbare restcapaciteit is en het opstellen van de reïntegratievisie, die de richting aangeeft waar de restcapaciteit het beste kan worden benut. In oktober 2002 komt het UWV met de eerste resultaten van het reïntegratietraject (zie hiervoor ook hoofdstuk 10 Reïntegratie) Vooruitlopend daarop onderkent UWV dat door de problematiek van achterstanden bij claimbeoordeling en herbeoordeling ook vertraging optreedt bij de overdracht van cliënten aan een reïntegratiebedrijf. Er zijn maatregelen getroffen om deze achterstanden weg te werken, waarbij de claimbeoordeling de hoogste prioriteit heeft. Hierover wordt in de reguliere rapportages gerapporteerd.
Overigens zijn in de contracten met de reïntegratiebedrijven bepalingen opgenomen die ertoe moeten leiden dat uitkeringsgerechtigden sneller op traject worden gezet. Niet naleving van deze bepalingen wordt beboet en de prestaties worden stelselmatig gemonitord. Van de na 1 april afgesloten contracten is bovendien in de meeste gevallen sprake van volledige resultaatsfinanciering.


15



Ook is het UWV eind juni in Limburg gestart met een proef voor WAO-ers die graag weer aan de slag willen en nog niet begeleid worden naar passend werk. Zij kunnen bellen met de Reïntegratietelefoon. Doel is de mensen met een WAO uitkering door middel van een persoonlijke benadering, begeleiding op maat en door gebruik te maken van een groot netwerk van contacten en samenwerkingsverbanden aan een passend reïntegratietraject te helpen, met als einddoel een passende baan. Voor deze mensen stelt het UWV een reïntegratievisie op en begeleidt hen naar een reïntegratiebedrijf. De eerste resultaten komen in oktober 2002 in beeld. Het aantal reïntegratietrajecten WW is aanzienlijk minder van omvang dan bij de WAO. Dit houdt verband met het feit dat de afstand tot de arbeidsmarkt van deze cliënten veel geringer is. Van de in 2001 door het UWV i.o. gedane aanbesteding zijn de trajecten pas na 1 april 2002 gestart, zodat daarvan nog te weinig resultaatsgegevens voorhanden zijn. 5.2 Vooruitblik
Organisatie-, besturings- en dienstverleningsconcept De Centrale Ondernemingsraad is gevraagd over het voorgenomen besluit ten aanzien van het vestigingsbeleid in september een advies uit te brengen. De uitwerking van de hoofdlijnen per regionale locatie en het tijdsschema is op 1 januari 2003 gereed. Het UWV werkt aan verbetering van de slagvaardigheid van de organisatie door een intern dereguleringsproject, dat in 2003 zijn vruchten zal afwerpen. Tegelijk onderzoekt het UWV in samenwerking met het departement dereguleringsmogelijkheden in de huidige wet- en regelgeving.
De eerste resultaten van de herinrichting van de klantprocessen worden vanaf 1 januari 2003 beproefd in een pilot met het Klantencontactcentrum. De voorbereidingen voor deze pilot zijn aangevangen.
De eerste fase van de inrichting van de klachtenprocedure UWV (één ingang voor de klachten van de klanten van het UWV) zal per 1 januari 2003 plaatsvinden. Tot dat moment fungeren de bestaande klachtenprocedures van de voormalige uvi's. Samenwerking met Belastingdienst
Op dit moment wordt de vormgeving van de samenwerking tussen het UWV en de Belastingdienst, alsmede het implementatietraject nader uitgewerkt. Dit najaar zal hierover besluitvorming plaatsvinden. Gelet op de samenhang met de wetsvoorstellen WALVIS en Aansluitingswet WALVIS is het streven de samenwerking per 1 januari 2005 te starten. Bedrijfsverzamelgebouwen (zie ook hoofdstuk 7 Gemeenten) Tijdens het algemeen overleg op 20 juni 2002 over de Tussenrapportage SUWI is toegezegd in te gaan op de deelname van het UWV in het bedrijfsverzamelgebouw. De klantcontacten voor de uitvoering van de WW worden thans overgebracht naar het bedrijfsverzamelgebouw. Het UWV heeft voorts zijn vestigingsbeleid vastgesteld en heeft een aantal van zijn kantoren aangeboden als bedrijfsverzamelgebouw. Er wordt naar gestreefd om de vestigingen van het UWV zoveel mogelijk te combineren met een bedrijfsverzamelgebouw. Vanaf 2003 zal in de bedrijfsverzamelgebouwen algemene informatie te verkrijgen zijn over arbeidsgeschiktheid. Casemanagement
De start en uitbouw van casemanagement verlopen gefaseerd, zowel naar omvang van het aantal casemanagers WW, als naar de prioritering van werkzaamheden. Per 1 september 2002 is


16



gestart vanuit 42 CWI-vestigingen. Het is de bedoeling dat per 31 december 2003 totaal 350 fte casemanagement werkzaam zullen zijn op CWI-vestigingen. ICT
Het UWV werkt nu aan de uniformering van de computernetwerken en de standaardisering van de werkplekken voor kantoorautomatisering. Voorts wordt ingezet op het verminderen van het aantal systemen. Er zijn nu nog zes ICT-stelsels in gebruik en binnen elk van die stelsels is er een veelvoud aan systemen. Volgens de planning van de Raad van Bestuur wordt nog dit jaar besloten welke primaire systemen worden afgebouwd en welke worden gehandhaafd. Streven is daarbij om per werkproces toe te werken naar één systeem. In de Nulmeting van Ernst & Young is het totale, complexe ICT-programma voor de komende jaren als een risicofactor aangemerkt (zie paragraaf 5.3 voor beschrijving van de risico's). De Raad van Bestuur onderkent de risico's en hanteert als strikt uitgangspunt in het veranderingsproces dat klanten geen hinder mogen ondervinden. Uitbesteding
In de afgelopen jaren zijn er in het kader van ICT veel werkzaamheden uitbesteed aan private partijen. UWV onderzoekt hoe de afhankelijkheid van externe partijen kan worden gereduceerd en beheerst. Daarbij zal rekening worden gehouden met de in de nulmeting (Ernst & Young) gesignaleerde continuïteitsrisico's (zie paragraaf 5.3). Concrete plannen daartoe worden momenteel ontwikkeld. Besluitvorming door het UWV over de wijze waarop de afhankelijkheid van externe partijen gereduceerd wordt vindt in het najaar plaats. Cliëntenparticipatie
De invoering van de nieuwe regeling cliëntenparticipatie UWV wordt voorzien vanaf 2003. Momenteel worden de huidige klantenpanels omgevormd naar cliëntenraden nieuwe stijl. De werkgeversparticipatie wordt in de 2e helft van 2002 vormgegeven. De huidige werkgeverspanels worden gedurende die tijd gecontinueerd. Wet verbetering poortwachter
De laatste implementatiefase vindt half november plaats. Het gaat hierbij om het verder inrichten van het proces vanaf het verzenden van de WAO-aanvraag tot en met het toetsen van het reïntegratieverslag. Begin december 2002 is het UWV gereed voor het kunnen toesten van de geleverde reïntegratie-inspanningen door werknemer en werkgever. Eind dit jaar wordt een onderzoek gestart waarin de effecten van de inspanningen van het UWV in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter zullen worden gemeten. Deze effecten zullen pas na de volledige invoering van de wet in de loop van 2003 zichtbaar worden. CBBS
In opdracht van het UWV wordt een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de introductie van het CBBS, dat begin volgend jaar wordt afgerond. In het onderzoek staan - naast aspecten als de bruikbaarheid, betrouwbaarheid en efficiëntie - de effecten op de claimbeoordeling en de reïntegratie centraal.
Uitvoering Andere taken
Per opdrachtgever wordt een projectplan opgesteld voor de ontvlechting van op die opdrachtgever betrekking hebbende andere taken. Dit leidt tot een overdrachts- c.q. ontvlechtingsovereenkomst tussen de opdrachtgever en het UWV, dan wel tot realisatie van een vooraf tussen de opdrachtgever en het UWV afgesproken ontvlechtingstraject. Parallel aan het


17



opstellen van de projectplannen vindt de komende maanden een impactanalyse plaats gericht op de gevolgen voor de UWV-organisatie. De resultaten van de impactanalyse komen in het eerste kwartaal van 2003 beschikbaar.
5.3 Beheersing van risico's
Nul-meting Ernst & Young
Ernst & Young heeft in opdracht van de Raad van bestuur UWV een onderzoek gedaan naar de stand van zaken, de belangrijkste risico's en de bijbehorende beheersingsmaatregelen, alsmede de haalbaarheid van de (verander)doelstelling in het jaarplan 2002 (zie hiervoor ook hoofdstuk
1 en 2). De hoofdconclusies van de nulmeting luiden als volgt:
1. Het onderzoek heeft geen grote, nog niet bij UWV bekende risico's uit het verleden aan het licht gebracht;

2. Het proces van afwikkeling uit de `voor-UWV periode' is nog niet afgerond; hierdoor ontbreekt weliswaar een volledig beeld van de juridische, fiscale en financiële positie, maar de kans op verrassingen wordt relatief gering ingeschat;
3. Ambities op het vlak van inrichting, going-concern en verandering plaatsen risico's in een nieuw perspectief;

4. Continuïteit en vernieuwing leggen een substantieel beslag op financiële middelen; de reductietaakstelling werkt in dat licht gezien belemmerend;
5. Het onderzoek leidt er toe dat terecht gesteld kan worden dat bovenwettelijke uitkeringen niet meer door UWV dienen te worden uitgevoerd maar dat zicht op de organisatie- en uitvoeringsconsequenties er van onvoldoende aanwezig is;
6. Op het terrein van inrichting van processen en sturing en beheersing moet nog een groot aantal stappen gezet worden; dit kan effect hebben op de realisatie van huidige en toekomstige doelstellingen;

7. De kans bestaat dat `bottom-up' initiatieven van de divisies een te grote autonomie op divisie-niveau in de hand werken en aldus een belemmering gaan vormen voor de noodzakelijke concern-brede innovatie;

8. De uitgangspositie van het UWV moet derhalve niet worden overschat;
9. In deze context blijken de doelstellingen uit het bedrijfsplan zeer ambitieus, zo niet onhaalbaar;

10.Op het terrein van de veranderprocessen is UWV goed op weg; Kompas 2005 is een goed startpunt.
De resultaten zijn in juni van dit jaar gepresenteerd en bij brief van 28 juni 2002 (Kamerstukken II, 2001-2002, 26448, nr. 47) aan de Tweede Kamer toegezonden. Daarnaast is naar aanleiding van een verzoek van mevrouw Verburg tijdens het ordedebat van 3 september jl. nog een aanvullende brief aan de Kamer gezonden waarin ook ingegaan wordt op de Nulmeting (W&I/IBA/02/65764). Kortheidshalve wordt hier niet gedetailleerd op deze risico's ingegaan, maar wordt naar de aan de Kamer aangeboden Nulmeting zelf verwezen. De in de Nulmeting gesignaleerde risico's worden momenteel vertaald in acties. Vervolgens worden deze onder regie van een stuurgroep verder uitgewerkt en wordt de voortgang gevolgd. Daartoe zullen afspraken met het UWV worden gemaakt over eenduidige prestatieverbeteringen volgens een vooraf vastgesteld tijdpad. Een strikt ingevulde Planning- en Controlcyclus met jaarplan, jaarbudget en kwartaalverantwoording is hiervoor absoluut noodzakelijk. Rapportage over de voortgang zal plaats vinden via de reguliere verantwoordingsrapportages. Een van de onderdelen die uit de Nulmeting naar voren is gekomen betreft het grote aantal openstaande posten. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft onderzoek gedaan naar de


18



afhandeling van openstaande posten door UWV-Gak. Dit rapport is meegestuurd bij deze rapportage. Actie van het UWV ten aanzien van de ongelabelde posten verdient de hoogste prioriteit. De Raad van Bestuur van het UWV heeft gemeld dat de omvang van de ongelabelde posten voor 1 juli 2003 tot normale proporties wordt teruggebracht. Daarnaast moet natuurlijk het invorderingsproces van reeds gelabelde posten doorgang vinden. Over het plan van aanpak van het UWV vindt nog overleg plaats. In de kwartaalrapportages zal het UWV over de voortgang in de afhandeling rapporteren.
Rapport Berenschot
Naar aanleiding van de tweede risico-inventarisatie van het bureau Berenschot van april 2002 is met de ketenpartners een gezamenlijk plan opgesteld. In dit plan is een aantal punten ter verbetering opgesteld. Hieronder wordt ingegaan op de door Berenschot gegeven aanbevelingen die het UWV betreffen.
Toen in april 2002 de CWI een pas-op-de-plaats maakte ten aanzien van CWIntake, heeft het UWV besloten om zijn activiteiten aan de ontvangskant te bevriezen. Dit betekent dat de gehele gegevensoverdracht op papier plaatsvindt. Het UWV werkt thans mee aan de ontwikkeling van een nieuwe applicatie (zie verder hoofdstuk 6: Centra voor Werk en Inkomen en hoofdstuk 8, paragraaf ICT). De uitzonderingspositie van UWV-USZO is inmiddels opgeheven. Ook deze aanvragen WW lopen via de CWI's.
De managementinformatie ten behoeve van de kwaliteitsbewaking en calamiteitenbestrijding is, toen de handmatige procedure van informatie-uitwisseling van kracht werd, in een noodprocedure vormgegeven. Nu deze handmatige procedure vermoedelijk nog enige tijd van toepassing blijkt, wordt de managementinformatie-functie geoptimaliseerd. De noodzaak om inzicht te geven in oude en nieuwe managementverantwoordelijkheden is niet langer aanwezig. De oude verantwoordelijkheden zijn overgegaan naar het nieuwe management. Er is aan het oude management decharge verleend voor het door hen gevoerde beleid in 2001 en eerder. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden stelselmatig geactualiseerd. Ook komt er binnenkort een zogenaamd "smoelenboek" beschikbaar dat voor alle medewerkers is te raadplegen via intranet.


19



Planning Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Onderwerp Ambitie per 1 januari Ambitie per 1 januari Realisatie per 1 juli 2002, 2004 2003 inclusief eventuele maatregelen Organisatie-, * Verdere * Verdere * Kompas-agenda 2005 besturings- en implementatie implementatie in eerste kwartaal dienstverlenings- Kompas-agenda 2005 Kompas-agenda 2005 vastgesteld concept * Voorgenomen
* Verdere * Uitwerking vestigingsbeleid implementatie van hoofdlijnen geformuleerd, dienstverlenings- vestigingsbeleid per medewerkers zijn concept regionale locatie en geïnformeerd omtrent
* Verdere tijdsschema gereed en plannen en implementatie eerste advies van de COR in medezeggenschaps- fase september traject met COR is klachtenprocedure * Competentiemanage- gestart. UWV ment nader uitwerken * CAO en Sociaal Plan
* Verdere vastgesteld implementatie van * Benoeming 4e lid Raad dienstverlenings- van Bestuur: drs. P. concept Cloo
* Resultaten van * Dienstverleningscon- nulmeting cept opgesteld klanttevredenheid: in * Nulmeting oktober klanttevredenheid
* Pilot uitgevoerd Klantencontactcentru
---

* Start implementatie eerste fase klachtenprocedure UWV Samenwerking Samenwerking per 1 januari Nader vormgeven Vergelijking van Belastingdienst 2005 met Belastingdienst samenwerking uitvoeringsprocessen voor Belastingdienst en UWV mogelijkheden van en uitwerken samenwerking met implementatietraject. Belastingdienst (rapport Besluitvorming in najaar Samenwerking UWV en Belastingdienst in mei opgeleverd) Casemanagement Invoering casemanagement Casemanagement WW * Per regio is een regio gerealiseerd: 350 fte wordt vanaf 1 september implementatieteam casemanagement werkzaam 2002 gefaseerd voor casemanagement op CWI-vestigingen gerealiseerd in BVG: vanuit ingericht 42 CWI-vestigingen ICT Besluit welke primaire * Uniformering van de systemen worden computernetwerken en afgebouwd en welke standaardisering van gehandhaafd werkplekken voor kantoorautomatisering
* Onderzoek naar hoe afhankelijkheid van leveranciers verminderen (uitbesteding)


20



Cliëntenparticipa- * Cliëntenraden van start * Vormgeving Overleg met tie werkgeversparticipatie cliëntenorganisaties over
2e helft 2002 concept-regeling
* Vaststellen regeling cliëntenparticipatie UWV: najaar 2002

Poortwachter Resultaten onderzoek * Poortwachter Poortwachter per 1 april in Poortwachter implementatie laatste werking getreden (2 fasen), fase: verzenden WAO- inclusief acties voor aanvraag t/m toetsen systeemaanpassingen, etc: reïntegratieverslagen * doorvoeren van
* Start onderzoek: wijzigingen die meting effecten van betrekking hebben op de inspanningen UWV in vangnetgevallen per 1 kader van april Poortwachter * inwerkingtreding procedures voor gewijzigde ziek- en hersteldmeldingen per medio juni CBBS Resultaten evaluatie CBBS Evaluatieonderzoek CBBS Aanloopproblemen CBBS (begin 2003) verholpen Andere taken * Bezig met afbouw van Andere taken Afronding eerste opdracht de andere taken * Per opdrachtgever projectgroep Ontvlechting
* Resultaten projectplan: andere taken: verkenning en impactanalyse andere overdrachts- analyse van de taken /ontvlechtingsovereen oplossingsrichtingen komst
* Impactanalyse over gevolgen UWV Opdrachtgever- Opdrachtgeverschap schap reïntegratie reïntegratie:
* Eind juni gestart met bijzondere proef voor WAO-ers die aan de slag willen, maar nog niet begeleid worden naar passend werk.


21




6. Centra voor Werk en Inkomen
6.1 Terugblik
De Centra voor Werk en Inkomen hebben zich het eerste half jaar in sterke mate toegelegd op de uitvoering van de uitkeringsintake, i.c op de juiste, volledige en tijdige overdracht van de gegevens aan UWV en de sociale diensten. Na de eerste paar maanden is er meer geïnvesteerd in de vervulling van de poortwachtersrol en in werkgevers. De bij de start voorgedane aanloopproblemen worden langzamerhand opgelost. De CWI is begonnen met de ontwikkeling van elektronische formulieren. De wachttijden van cliënten zijn inmiddels verminderd; bij 96% van de CWI-vestigingen is de wachttijd voor de klantontvangst minder dan 15 minuten tegen (tegen 50% in maart 2002). Ten aanzien van de overdracht van de uitkeringsintake aan UWV en gemeenten zijn nog verbeteringen te behalen. Met de ketenpartners worden daartoe acties ondernomen, zoals het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe verkorte formulieren Abw; van kwaliteitsinstrumenten en het gezamenlijk verrichten van metingen. Daarbij vindt regelmatig overleg plaats over definities en telconventies. Uit de interne metingen van de CWI-organisatie over het eerste halfjaar komt naar voren dat de overdracht van de uitkeringsaanvraag WW aan het UWV in 57% van de gevallen tijdig plaatsvindt. De overdracht van uitkeringsaanvragen Abw aan de GSD geschiedt in ruim 90% van de gevallen tijdig. Voor de IOAW gaat het om 58% van de dossiers. Van de aanvragen WW wordt 54% van de dossiers WW als een compleet dossier overgedragen. Voor de Abw gaat het om 50% van de dossiers en voor de IOAW om 75%.
Om de samenwerking tussen de CWI's en gemeenten te bevorderen is in een circulaire aangegeven welke locale arrangementen mogelijk zijn (zie hoofdstuk 7). In de maanden mei en juni is op de CWI's een klanttevredenheidsonderzoek onder werkzoekenden en bezoekers gehouden. Op de beursvloer of na een gesprek zijn willekeurig vragenformulieren uitgedeeld, die ter plekke zijn ingevuld. Uitgangspunten voor de vragenlijsten zijn de negen kwaliteitskenmerken uit het bedrijfsplan die in de vorm van 52 stellingen zijn getoetst. Na verwerking van bijna 9.400 formulieren valt te concluderen dat ruim 70% van de respondenten aangaf met de stelling "ik ben tevreden over de dienstverlening van het CWI" het "eens" of "helemaal eens" te zijn. Ook gaf ruim 70% van de klanten aan het gebruik maken van het CWI aan andere werkzoekenden te zullen aanbevelen. Poortwachtersrol
De CWI kan als eerste schakel in de keten de instroom in een Abw- of WW-uitkering voorkomen door de bemiddeling van werkzoekenden te intensiveren (Poortwachtersrol). De poortwachtersopstelling van CWI's is beschreven in een plan van aanpak dat in uitvoering is genomen. Prestatie-indicatoren van de CWI die in 2003 zullen gaan gelden, bevatten incentives gericht op het voorkomen dat cliënten een beroep moeten doen op een uitkering of langer in een uitkering blijven dan nodig.
Daarnaast worden de intensivering van de bemiddeling en de werkgeversbenadering vastgelegd in het bedrijfsprocesmodel van de CWI (gewijzigd voormalig referentiewerkproces). Op dit moment is er overeenstemming over de te hanteren definities in het bedrijfsprocesmodel en wordt een concept van het bedrijfsprocesmodel uitgetest op een aantal CWI locaties in samenwerking met de ketenpartners.
ICT


22



Bij brief van 12 juni 2002 (TK 2001-2002, 26 448, nr. 49) is de Kamer geïnformeerd over het besluit van de CWI om niet verder te investeren in CWIntake (de beoogde tijdelijke applicatie ter ondersteuning van de intake werk en inkomen (inleesfunctie)). De minister heeft in de brief aangegeven hierover een nader oordeel te zullen geven op basis van nadere informatie van de CWI en hierbij de opvatting van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) te zullen betrekken. De Raad van Bestuur heeft op 14 juni jl.in een brief aan de minister haar besluit nader toegelicht. Het rapport van de IWI is als bijlage met deze voortgangsrapportage meegezonden.De IWI heeft geen volledige audit op CWIntake gedaan, maar heeft op basis van de door de Raad van Bestuur aangedragen conclusies en onderbouwing zelfstandig de werking en mogelijkheden van het systeem onderzocht. Uitgangspunt voor de IWI is dat besluiten die tot ingrijpende koerswijzigingen leiden, een duidelijke en uitdrukkelijke motivering vereisen. In het oordeel heeft de IWI niet alleen de motivering van de Raad van Bestuur van de CWI in de brief van 14 juni betrokken, maar ook de nadere toelichting die de Raad van Bestuur in het kader van het onderzoek heeft gegeven op de feiten en omstandigheden die bij haar besluit een rol hebben gespeeld. In februari heeft de raad van Bestuur pas op de plaats gemaakt met het project. De IWI geeft aan dat in februari 2002 landelijke invoering van CWIntake inderdaad niet mogelijk was. Bij de besluitvorming hoe verder te gaan, heeft de Raad van Bestuur zowel de inspanningen en tijdspanne betrokken die naar haar inschatting nog nodig zou zijn om CWIntake tot een technisch en functioneel invoerbaar systeem te maken, als het geheel aan ervaringen met de ontwikkeling van het systeem, de geboekte voortgang, het niet op tijd halen van mijlpalen en het daaruit voortvloeiende verlies aan vertrouwen in het ontwikkelteam. Op basis van de optelsom van ervaringen, onzekerheden en risico's met het oog op de toekomst achtte de Raad van Bestuur het niet verantwoord om voort te gaan. De IWI erkent de lastige omstandigheden waarmee de Raad van bestuur van CWI wordt geconfronteerd. Het zijn juist die omstandigheden, waaronder begrepen de ontwikkelingen en processen in de periode vóór 1 januari 2002 alsmede de actuele situatie in de nieuwe uitvoeringsstructuur na 1 januari 2002, die verplichten tot de nodige zorgvuldigheid in de finale besluitvorming van juni jongstleden. De IWI concludeert dat uit de motivering van het besluit van de Raad van Bestuur om CWIntake stop te zetten en uit de gang van zaken rond de besluitvorming niet af te leiden valt dat de stand van zaken tot een dergelijk ingrijpend besluit moesten leiden. De IWI acht de door de CWI gegeven onderbouwing onvoldoende. Ook acht de IWI de betrokkenheid van de ketenpartners bij de besluitvorming onvoldoende. Gezien de overwegingen die bij het besluit van de Raad van Bestuur van CWI een rol hebben gespeeld, is de minister van mening dat een duidelijker motivering van de Raad dienstbaar zou zijn geweest. Het geheel van feiten en overwegingen overziende kan de minister billijken dat de Raad van Bestuur haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Wel dient hierbij aangetekend te worden dat het voor het vervolg van belang is dat de CWI en de andere ketenpartners bij de uitvoering van projecten werken vanuit gezamenlijk vastgestelde functionele afspraken, planningen en doelstellingen, en elkaar tijdig informeren. Op die wijze werken de ketenpartners nu gezamenlijk aan de ontwikkeling van drie belangrijke werkproceskoppelingen tussen CWI, UWV en gemeenten (zie ook hoofdstuk 8).
Door de besluitvorming rond CWIntake zal de Inkijk-voorziening bij de SUWI-partijen, zoals in hoofdstuk 8 beschreven, voorlopig alleen bestaan uit de raadpleegfunctie. Nog dit jaar is ervoor gekozen de digitale formulieren in te voeren. Een drietal CWI's heeft de eerder opgeleverde versie van de digitale formulieren getest, waarna een aantal aanpassingen heeft plaatsgevonden. Bij de definitieve ontwikkeling en invoering van de digitale formulieren


23



zal de aansluiting van de gegevensuitwisselingsfunctie bij de proceseen in de keten nader moeten worden bekeken. In het kader van de digitale formulieren is eind april een onderzoek afgerond omtrent het verwerken van gegevens in het informatiesysteem PGI, de bestanden van UWV (via Rinis) en het verantwoordingssysteem MIP. Vanaf begin september wordt de nieuwe release van de formulieren in nauw overleg en in nauwe samenwerking met de ketenpartners getest op een 5-tal CWI-locaties. Met de ketenpartners zijn afspraken gemaakt over aanlevering van testcases en controle van de resultaten. De Raad van bestuur CWI zal eind oktober in overleg met de ketenpartners een beslissing nemen op basis van de bevindingen in de pilot. De CWI is gestart met het project "Werk en Inkomen"dat voorziet in de structurele informatievoorziening in de keten. Hierin zullen alle bruikbare onderdelen van CWIntake als technisch platform, koppelingen, documentatie en ervaringen voor zowel de korte als de lange termijn worden meegenomen.
De applicatie werk.nl is op 3 augustus ontsloten via internet. De applicatie werk.nl omvat de nationale vacature- en sollicitantenbank (NVS), een omvangrijk aantal informatiemodules en koppelingen naar de sites van onder meer uitzendbureaus. Via de NVS is dan een groot aantal (ruim100.000) cv's van werkzoekenden en een groot aantal vacatures (ca. 40.000) te benaderen.
Pilot elektronisch paspoort
De pilot elektronisch paspoort in Eindhoven en Helmond vindt geen doorgang. Personele aspecten en huisvesting
Nagenoeg alle CWI-vestigingen beschikken thans over een eigen manager Op dit moment zijn 192 GSD-medewerkers (170 fte) definitief overgegaan naar de CWI-organisatie. Nog lopende detacheringsovereenkomsten voor GSD-medewerkers hebben een maximale doorlooptijd tot eind 2002. Tot dat moment kunnen deze medewerkers besluiten de overstap naar CWI te maken. In de opleidingen die de medewerkers van de CWI volgen, wordt specifiek aandacht besteed aan de poortwachtersrol van de CWI.
De CAO voor de CWI is ondertekend. Deze CAO loopt van januari 2002 tot maart 2003. De onderhandelingen over de CAO voor het jaar 2003 worden eind dit jaar gestart. Service Niveau Overeenkomsten
Over de met gemeenten te sluiten Service Niveau Overeenkomsten vindt in een aantal CWI- werkgebieden nog gesprekken plaats. De in overleg met VNG, Divosa en het Steunpunt SUWI Gemeenten opgestelde kaderovereenkomst vormt de leidraad voor deze gesprekken. De uitvoeringsafspraken in de SNO's zijn zeer divers, waarvoor de kaderovereenkomst ook de ruimte bood.
Cliëntenparticipatie
De conceptregeling cliëntenparticipatie werkzoekenden is onderwerp van overleg met de vakorganisaties en een aantal belangenorganisaties. Er is in de regeling voorzien in overleg op centraal en decentraal niveau. Op centraal niveau vindt daarnaast periodiek overleg plaats met de centrale werkgeversorganisaties en een aantal branche-organisaties. Eens per jaar zal er één gezamenlijke vergadering van de twee (centrale) raden plaatsvinden. De CWI participeert ook in de klankbordgroep cliëntenparticipatie van het Steunpunt SUWI Gemeenten in verband met de ketenbrede cliëntenparticipatie (zie hoofdstuk 7 Gemeenten). Opschoning bestanden niet-uitkeringsgerechtigden


24



De opschoning van bestanden van niet-uitkeringsgerechtigden is in augustus afgerond. Per gemeente c.q. CWI zullen de NUG-gers op basis van bilaterale afspraken (maatwerk) overgedragen worden aan de gemeenten.
6.2 Vooruitblik
De komende drie maanden wordt de aandacht van de CWI's verlegd van het accent op de juiste, volledige en tijdige uitvoering van de uitkeringsintake (de inkomenscomponent) naar de goede vervulling van de poortwachtersrol en aandacht voor de werkgevers (de werk-component). De prioriteiten van de activiteiten in het komende halfjaar zijn:
1. Het verbeteren van het bedrijfsprocesmodel, om zo specifieker te kunnen sturen op de doelstellingen ten aanzien van de poortwachter en de intensivering van de benadering werkgevers.

2. De ontwikkeling en de verdere operationalisering van de digitale formulieren. Met betrekking tot gegevensuitwisseling met de ketenpartners wordt invulling gegeven aan het Streefbeeld werkproceskoppelingen 2003 (zie ook hoofdstuk 8).
3. Het structureel uitzetten van tevredenheidsmetingen onder werkgevers en werkzoekenden en ketenpartners en de verdere sturing op de uitkomsten hiervan. Na de zomer zal het eerste klanttevredenheidsonderzoek onder werkgevers worden gehouden. Eind dit jaar vindt een tweede onderzoek onder werkzoekenden plaats. Het klanttevredenheidsonderzoek onder ketenpartners zal naar verwachting begin 2003 plaatsvinden. ICT
Voor de realisatie van de lange termijn architectuur (spoor 2) zijn twee projecten opgestart: Herstructureren Vacature Service (HVS), dat voornamelijk is bedoeld voor de ondersteuning van de interne CWI processen, en Werk & Inkomen (W&I), dat ook is bedoeld voor de ondersteuning van gegevensuitwisseling in de SUWI-keten . Herstructureren Vacature Service (HVS) richt zich op het realiseren van een nieuw systeem voor de adviseur als ondersteuning van de dienstverlening aan werkgevers en zal begin 2003 worden geïmplementeerd. Werk & Inkomen (W&I) richt zich op een nieuw systeem voor werkzoekenden. De ketenpartners worden betrokken bij de vaststelling van het programma van eisen voor dit systeem. Het project zal in het najaar Europees worden aanbesteed. Implementatie is voorzien in 2003-2004. Hierdoor zal een aantal door de CWI gebruikte systemen in 2004 worden uitgefaseerd (bijv. PGI, GIS, Coda).
Zowel de elektronische formulieren als Werk & Inkomen worden ontwikkeld binnen de kaders die met de ketenpartners worden afgesproken rond het Streefbeeld werkproceskoppelingen.


25



Personele aspecten en huisvesting
In 2003 zal met name aandacht worden besteed aan verdieping en verbreding van kennis naast de basisopleiding voor nieuwe medewerkers.
Het hoofdkantoor van CWI wordt vanaf november 2002 verplaatst naar Amsterdam. De locatie die dan zal worden betrokken ligt in de directe nabijheid van het hoofdkantoor van het UWV. Enkele faciliteiten (opleidingsruimte e.d.) zullen in de toekomst door beide organisaties worden gedeeld.
Poortwachtersrol
De Poortwachtersrol CWI wordt na afloop van de pilots definitief in het bedrijfsprocesmodel vastgelegd. Op basis van het bedrijfsprocesmodel wordt eind 2002 voor elk klantprofiel het dienstverleningpakket vastgesteld. Deze klantprofielen worden in 2003 in de CWI-organisatie geïmplementeerd.
Cliëntenparticipatie
Na het overleg met de vakorganisaties en de belangenorganisaties wordt de regeling cliëntenparticipatie werkzoekenden definitief vastgesteld. Na de zomer zal voor het centrale overleg met werkgeversorganisaties en branche-organisaties een afzonderlijke regeling worden vastgesteld.
6.3 Beheersing van de risico's
Naar aanleiding van de tweede risico-inventarisatie van het bureau Berenschot van april 2002 is met de ketenpartners een gezamenlijk plan opgesteld. In dit plan is een aantal punten ter verbetering opgesteld. Voor zover de aanbevelingen van Berenschot betrekking hebben op de CWI of op de keten met de eerste verantwoordelijkheid bij de CWI, is het volgende in ontwikkeling gezet of gerealiseerd:

* De verdere ontwikkeling van meet- en rapportagesystemen is ter hand genomen. Berenschot voert een onderzoek uit, waarin enkele gegevens over de uitvoeirng van de ketenprocessen ter validatie zijn voorgelegd.

* CWI biedt transparantie over de gang van zaken in het algemeen, de prestaties en de optredende knelpunten. In de keten worden knelpunten en oplossingen besproken. De gezamenlijke (CWI en ketenpartners) werkgroepen bereiden verbeteringen voor die geïmplementeerd kunnen worden;

* bij de ontwikkeling van werkprocessen en ondersteunende hulpmiddelen (formulieren, ICT) wordt de onderlinge aansluiting van beide geborgd door de verdere ontwikkeling van intern releasemanagement, in aansluiting op het in ontwikkeling zijnde releasebeleid voor de SUWI-keten (zie hoofdstuk 8);

* het werken met de digitale formulieren is op drie CWI's getest. Een nieuwe release wordt op een 5-tal CWI's getest;

* de ontwikkeling van aangepaste formulieren Abw vindt in nauw overleg met gemeenten plaats. Het voorheen (zeer uitgebreide) formulier is verdeeld over meerdere formulieren die afhankelijk van de klantencategorie c.q. situatie van betrokkene al dan niet gebruikt zullen worden. Het aantal aan klanten te stellen vragen neemt hierdoor af;
* een aanpassing van de normtijden is intern voorbereid. Externe toetsing hiervan vindt nog plaats. Aan de grote steden is tot 1 januari 2003 een personele uitbreiding toegestaan;
* het bijspringen van medewerkers van "rustige" CWI's op "drukke" CWI's wordt gestimuleerd, door benchmarking van vestigingen en het overleg hierover;
* formats voor de aanvullende rapportage op de uitkeringsintake en het reïntegratie-advies worden met de ketenpartners besproken;


26




* coaching van CWI-medewerkers vindt in een aantal situaties plaats, door inzet van de medewerkers van ketenpartners `on the job'. Men leert hierdoor van elkaars expertise;
* de oriëntatie en taakopvatting van medewerkers krijgen aandacht in trainingen;
* de pro-actieve poortwachtersopstelling van CWI's is beschreven in een plan van aanpak dat in uitvoering is genomen (zie ook paragraaf 6.1). Prestatie-indicatoren van de CWI die in 2003 zullen gaan gelden bevatten incentives gericht op het voorkomen dat cliënten een beroep moeten doen op een uitkering;

* de klant-werkgever krijgt in de komende maanden aanzienlijk meer aandacht dan in de eerste maanden van het jaar mogelijk was. Er is een plan opgesteld waarin is beschreven welke dienstverlening specifiek aan werkgevers wordt geboden;
* impasses in de samenwerking met gemeenten worden voortvarend en adequaat vanuit CWI opgepakt, onder andere door werkbezoeken van het centrale management;
* met de ketenpartners wordt gezamenlijk gewerkt aan kwaliteitsinstrumenten, waarmee de kwaliteit van de uitkeringsintake door de beide ketenpartners kan worden bewaakt. Planning CWI
Onderwerp Ambitie per 1 januari Ambitie per 1 januari Realisatie per 1 juli 2002, 2004 2003 inclusief eventuele maatregelen ICT * Implementatie van: * Voor langere termijn * Besluit om CWIntake Herstructureren twee projecten niet verder uit te Vacature Service opgestart: rollen. Doorstart. (HVS): begin 2003; Herstructureren * Voor de korte termijn Werk en Inkomen Vacature Service wordt gericht op (W&I): in 2003/2004 (HVS); Werk en invoering digitale Inkomen (W&I): formulieren. Europees aanbesteden Formulieren worden in najaar getest.
* Eind april onderzoek koppeling elektronische formulieren met PGI, Rinis en MIP afgerond.
* Werk.nl via internet beschikbaar in
* KA/WAN- augustus 2002 infrastructuur * Uitrol KA/WAN op uitgerold ruim 100 CWI- vestigingen gerealiseerd. Proef elektronisch Proef vindt geen doorgang paspoort


27



Personele aspecten * Einde detachering van * Aantal medewerkers en huisvesting medewerkers van gemeenten werkt gemeenten: beslissing op detacheringsbasis. over wel/niet werken Substantieel deel is bij CWI arbeidsovereenkomst met CWI aangegaan.
* CAO 2003 is * Nieuwe * CAO is ondertekend. afgesloten onderhandelingen Looptijd van januari