Partij van de Arbeid

Den Haag, 19 september 2002

VRAGEN VAN HET LID VAN HEEMST (PvdA) AAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN JUSTITIE EN VAN VOLKSGEZONDHEID


1. Herinnert u zich mijn verzoek om de Kamer te informeren over de consequenties van de rechterlijke uitspraak over de rechtsgeldigheid van het wijkverbod dat de burgemeester van Rotterdam heeft opgelegd aan een groep van ruim vijftig "dealers, pooiers, junks en andere randfiguren"? 1)
2. Heeft u kennis genomen van de berichtgeving in het Algemeen dagblad onder de kop "Wijkverbod heeft nauwelijks effect "? 2)
3. Op welke termijn zal deze vergaande maatregel een merkbaar effect hebben?

4. Waarom wordt verwacht dat dat effect pas zal optreden na "twee tot drie jaar"?

5. Wat betekent een effect dat met deze vertraging optreedt voor het vertrouwen van de betrokken wijkbewoners in de slagkracht van de overheid?
6. Wat kunt u er aan bijdragen dit effect te versnellen?
7. Hoeveel mensen van de "lijst van Opstelten" zijn daadwerkelijk weggestuurd?

8. Hoeveel mensen van deze groep hebben al meerdere keren een proces-verbaal gekregen?

9. Waarom komen de eerste zaken pas in oktober voor de strafrechter?
10. Wat kunt u doen om dit te versnellen?

11. Wat is de maximale straf die kan worden opgelegd bij een eerste overtreding verbod? En wat is de maximale straf bij een reeks van opeenvolgende overtredingen?

12. Beoordeelt u deze strafbedreiging, met name bij een reeks van opeenvolgende strafbedreigingen, als effectief?

13. Hoe groot is de totale groep verslaafden die zich in en rond de wijk Delfshaven ophoudt en hoeveel opvang is voor deze groep beschikbaar?
14. In welke mate is het beschikbaar hebben van voldoende opvang bepalend voor de juridische houdbaarheid van een wijkverbod?
15. Wat draagt u bij aan het snel op peil brengen van deze opvang?
16. Waarom lopen dealers vrij rond c.q. waarom is een wijkverbod noodzakelijk om ze vast te zetten?

17. Waarom lopen criminele verslaafden vrij rond c.q. waarom is een wijkverbod noodzakelijk om ze vast te zetten?

18. In welke mate veroorzaakt het wijkverbod in Delfshaven een uitwaaiering naar andere wijken?

19. Hoe is een dergelijke uitwaaiering te voorkomen?
18. Wat is naar uw mening de beste aanpak (uit oogpunt van veiligheid en verslaafdenzorg) om in een wijk als Delfshaven de overlast zo snel mogelijk uit te bannen?


1. zie de regeling van werkzaamheden d.d. 3 september 2002

zie het Algemeen Dagblad d.d. 19 september 2002