VSNU



VSNU-persbericht
Datum: 19 september 2002

Onderwijs en onderzoek op eenzame hoogte Bewegingswetenschappen bereikt de top

Zowel het onderwijs als het onderzoek op het terrein van Bewegingswetenschappen zijn van hoog niveau. Dat kan geconcludeerd worden uit de visitatierapporten onderwijs en onderzoek Bewegingswetenschappen die donderdag 19 september uitkomen. Prof. Tom Reilly, die als voorzitter van beide internationaal samengestelde visitatiecommissies fungeerde, zal dan de rapporten aanbieden aan de rector magnificus van de Vrije Universiteit, Prof.Dr. Taede Sminia. De Vrije Universiteit (VU) is als enige betrokken geweest bij de beoordeling van het onderwijs in Bewegingswetenschappen. Bij de visitatie van het onderzoek zijn naast een drietal onderzoekgroepen van de VU ook drie onderzoeksgroepen van het Academisch Ziekenhuis Nijmegen beoordeeld.

De afgelopen jaren heeft Beweginsgwetenschappen zich ontwikkeld tot een zelfstandige discipline, die aan de Vrije Universiteit een eigen faculteit inneemt. De visitatiecommissie die het onderwijs binnen deze faculteit beoordeeld heeft, was vooral zeer te spreken over de missie, structuur en inhoud van het onderwijsprogramma dat sterk gericht is op de wetenschappelijk training van studenten. Deze nadruk op de onderzoekskwaliteiten van studenten brengt echter ook een beperking met zich mee, mede gezien het feit dat veel studenten buiten de wetenschap werk vinden. De invoering van het bachelormasterstelsel en verdere internationalisering van de faculteit bieden ruimte voor een verbreding van het programma.

De commissie was ook enthousiast over de faciliteiten waarover Bewegingswetenschappen beschikt en het interne kwaliteitszorgsysteem. De grootste zorgen lagen op het terrein van de instroom en vooral doorstroom van studenten. Voor sommige studenten, met name zij die in hun vooropleiding geen technische vakken hebben gehad, is het moeilijk om het onderwijsprogramma in het voorgeschreven tempo te doorlopen. De faculteit zou beter in kunnen spelen op de verschillende achtergronden van haar studenten.

Op het terrein van onderzoek wordt geconcludeerd dat zowel in Nijmegen als aan de Vrije Universiteit excellent onderzoek gedaan wordt, dat internationaal tot de top behoort. De productiviteit van de zes onderzoeksgroepen die beoordeeld zijn is hoog, vooral in Nijmegen. Zowel de maatschappelijke als de wetenschappelijke relevantie van het onderzoek is indrukwekkend. De onderzoeksgroepen zijn erin geslaagd goede onderzoekers te vinden en te behouden, hoewel de invulling van enkele vacatures van cruciaal belang is voor de levensvatbaarheid van sommige onderzoekslijnen. De visitatiecommissie heeft er het volste vertrouwen in dat de beoordeelde onderzoeksgroepen ook in de toekomst essentiële bijdragen zullen leveren aan de kennis op het terrein van Bewegingswetenschappen.

Voot

VSNU