Gemeente Leiden

Modern appartement met waterput

Rapenburg 13-15

Ingeklemd tussen rijen imposante woningen, staan aan het begin van het Rapenburg twee op het eerste gezicht onbeduidende huisjes. Ze vallen nauwelijks op, naast de sprookjesachtige etalage van kinderboekenwinkel Sylvester. Hoewel, om het gekrijs van schuurmachines kun je niet heen. Er wordt gewerkt in Rap 13-15. Over een half jaar moeten de nu nog stofwolken spuwende panden uit vijf appartementen en een winkel bestaan. Bouwlieden staan voor de taak de unieke historische details met de grootste zorgvuldigheid te sparen en uit te lichten.

Aannemer Kasper Burgy legt er zijn ziel en zaligheid in. In nauw overleg met architect, opdrachtgever, uitvoerder en werklui zorgt hij ervoor dat alles wat in de ruim vier eeuwen oude panden ook maar riekt naar vroeger tijden, bewaard blijft. Zoals de twee houten ornamenten in de hoek van een muur. De achteloze bezoeker kijkt eroverheen. Een consciëntieuze timmerman ontdekt er achttiende-eeuwse versiersels in. 'Zoiets móet je natuurlijk gewoon laten zitten!', vindt Burgy.

Razend enthousiast is hij ook over de authentieke waterput. Met een opstaand randje, zodat de vrouw des huizes er tijdens een ijverige schoonmaak geen stof in zou vegen. De put krijgt een glazen deksel, zodat nieuwe bewoners er niet in kunnen stappen, verder verandert er niets aan. De bijna gave kruik die uitvoerder Joris op de bodem van de drie meter diepe put aantrof, ligt bij een archeoloog voor nader onderzoek. En dan te bedenken dat timmerlieden het 'gat' in de grond voor hetzelfde geld hadden kunnen aangrijpen als een handige puinbak, vertelt Burgy hoofdschuddend.

De restauratie is in volle gang, met oog voor unieke historische details. Foto Wim van Noort

Hoge klassen

Jonkheer Pieter van Assendelft mocht zich eind zestiende eeuw de eerste eigenaar van Rap 13 en 15 noemen. Zijn onroerend goed moet in die tijd volgens de archieven respectievelijk zo'n 635 en ruim 800 euro geweest zijn. In Rap 13 woonden vanaf het einde van de zeventiende eeuw studenten. Onder hen was Jacob Evert baron de Vos van Steenwijck, de latere burgemeester van Haarlem. Onder eigenares Grietje Hasselbach fungeerde de benedenachterkamer van Rap 13 vanaf 1921 als feestzaaltje. Rapenburg 15 werd in 1657 gekocht door Thonis Jacobsz van der Schacht, met 28 huizen in zijn bezit te kenmerken als een moderne huisjesmelker. Uit zijn kapitaal na zijn dood onder meer het Schachtenhofje aan de Middelstegracht. Mevrouw E.L. van Bergen, de laatste eigenares van Rap 13 en 15, richtte de panden in als antiekwinkel die ze de naam Accolade gaf. Ze woonde zelf op nummer 11. Sinds haar dood beheert stichting Accolade, die nu opdracht heeft gegeven tot de renovatie, de kapitale panden. Of straks volgens de traditie opnieuw beroemdheden hun intrek nemen in de huizen is niet bekend.