Maastricht, Maestricht, Mestreech: de taalverhoudingen tussen
Nederlands, Frans en Maastrichts in de negentiende eeuw
Datum 20-9-2002
Tijd van 13:30 tot 14:30 uur
promovendus Mw. drs. M.C.A. van der Heijde (e.v. Kessels)
promotores Prof. dr. A.M. Hagen
copromotores Dr. G.A.M. Beekelaar
faculteit Faculteit der Letteren
beschrijving In Maastricht sprak men vroeger Nederlands, Frans en
vooral het Maastrichts dialect. Deze cultuurhistorische studie van mw.
drs. Kessels-Van der Heijde beschrijft hoe de taalverhoudingen in
bestuur, onderwijs, communicatiemedia, familie- en verenigingsleven,
industrie en handel zijn veranderd gedurende de negentiende eeuw.
Het Frans, reeds in de achttiende eeuw door de elite veel gebruikt,
speelde na de Franse inlijving in 1795 een belangrijke rol in het
leven van alle Maastrichtenaren totdat in 1823, onder dwang van koning
Willem I, bestuur en onderwijs vernederlandst werden. Boeken en
kranten bleven echter nog lang Franstalig. Industrie en handel
richtten zich sterk op Wallonië. Dit veranderde toen Noord-Nederland
als afzetgebiedgebied werd ontdekt en de Limburgse mijnbouw tot
ontwikkeling kwam. De culturele waarde van het Maastrichts dialect
groeide na 1840, vooral door toedoen van de sociëteit Momus. Rond 1900
was Maastricht een echt Nederlandse stad geworden, waar het Nederlands
de schrijftaal was, maar het Mestreechs als spreektaal de boventoon
bleef voeren.
biografie Mw. drs. Kessels-Van der Heijde (Oirsbeek) studeerde van
1992 tot 1997 cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit en schreef
een scriptie over het taalgebruik in de Maastrichtse pers in de
negentiende eeuw. Van 1997 tot 2002 werkte zij aan een dissertatie
over de taalverhoudingen tussen Nederlands, Frans en Maastrichts in de
zojuist genoemde eeuw. Dit onderzoek werd verricht voor de faculteit
der Letteren van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
contactpersoon Communicatie
email marina.kessels@wanadoo.nl
telefoon 024 - 361 22 30
handelseditie Uitgeverij Verloren Hilversum
Katholieke Universiteit Nijmegen