P o s t a d r e s Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Postbus 20001 der Staten-Generaal
2500 EA Den Haag Plein 2
B e z o e k a d r 2511 CR Den Haag
Binnenhof 19, Den Haag
K e n m e r k O n d e r w e r p
02M439656 Algemene Politieke Beschouwingen
Bijgaand treft u aan de schriftelijke beantwoording op een vraag gesteld door het lid Giskes
(D66) van uw Kamer tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van
18 september jl.
Met de meeste hoogachting,
Mr.dr. J.P. Balkenende
Vraag van de g.a. Giskes (D66)
Nadere uiteenzetting over de Verlofknip.
Antwoord
1. Per 1 januari 2003 wordt de Verlofknip geïntroduceerd als een eerste stap in de
uitwerking van het levensloopbeleid. De verdere uitwerking van het
levensloopbeleid is behoorlijk ingewikkeld. Het kabinet kiest ervoor om snel een
eerste stap te maken, in de vorm van de Verlofknip. Via de Verlofknip kan iedere
burger jaarlijks *600 sparen uit zijn nettoloon op een speciale rekening (bij opening
van de rekening kan max. *2400 extra worden ingelegd). Als het geld uit de
Verlofknip wordt opgenomen voor verlof, geeft de overheid een bonus van 30%
(met een maximum van *5100 over het gehele arbeidzame leven). Op de jaarinleg
van *600 is de bonus dus *180. De bonus is zo gekozen dat een `modale
werknemer' één jaar verlof kan financieren. De bonus wordt verstrekt voor alle
vormen van onbetaald verlof. Dat kan bijvoorbeeld zijn: zorgverlof, studieverlof,
langer kraamverlof voor mannen, ouderschapsverlof en sabbaticals. De bonus is
onafhankelijk van het inkomen. Daarmee is de Verlofknip dus relatief
aantrekkelijker voor lagere inkomens. Wanneer werknemers willen stoppen met de
Verlofknip kunnen zij het gespaarde geld voor alle mogelijke doelen gebruiken. Het
is onder meer mogelijk om op zo'n moment het gespaarde geld te gebruiken om
deelname aan pensioensparen of de fiscale verlofspaarregeling te financieren. De
volgende voorbeelden maken het mogelijke gebruik van de Verlofknip inzichtelijk:
2. De fiscale verlofspaarregeling biedt werknemers de mogelijkheid om geld
(jaarlijks maximaal 10% van het bruto jaarsalaris) of tijd (jaarlijks maximaal 10%
van het aantal werkuren in een kalenderjaar) te sparen voor verlof. De fiscale
faciliëring bestaat net als bij pensioensparen uit het toepassen van de omkeerregel:
niet de inleg wordt belast, maar belastingheffing vindt pas plaats op het moment
van opname. Dit brengt voor de burger een rentevoordeel mee. Voor hogere
inkomens kan er daarnaast een tariefsvoordeel zijn als het bedrag dat uitgenomen
wordt voor verlof lager ligt dan het inkomen dat daarvoor werd verdiend. Als
mensen in de praktijk voor volledige compensatie van loonderving kiezen, zal dit
tariefsvoordeel zich niet voordoen. Deze regeling blijft gehandhaafd.
3. Het Strategisch Akkoord duidt op het fiscale instrumentarium voor de
vormgeving van levensloopbeleid. Het kabinet wil dit spoor verder uitwerken. Dit
kan bijvoorbeeld langs de door de CDA fractie voorgestelde route, door voort te
bouwen op de fiscale verlofspaarregeling, en een relatie te leggen met het pensioen
en pré-pensioen. Over dit onderwerp heeft het vorige kabinet ook advies gevraagd
aan de Sociaal Economische Raad. Het kabinet ziet dit advies begin 2003 tegemoet.
4. In het Strategisch Akkoord is afgesproken dat de volgende verlofregelingen
worden afgeschaft per 1 januari 2003:
* Via de financieringsregeling loopbaanonderbreking (in de Wet arbeid en
zorg) ontvangt een werknemer een uitkering van max. *490 bruto bij opname
van verlof, als zijn arbeidsplaats (tijdelijk) wordt herbezet door een langdurig
werkloze of als sprake is van palliatief verlof. In 2001 hebben 157 mensen
gebruik gemaakt van deze regeling.
* Via de fiscale faciliëring van betaald ouderschapsverlof ontvangt een
werkgever een afdrachtkorting van 50% (met een maximum ter hoogte van 70%
WML), als hij het loon van een werknemer die ouderschapsverlof opneemt
(gedeeltelijk) doorbetaalt. In 2002 wordt naar verwachting ten behoeve van
ongeveer 15.000 werknemers gebruik gemaakt van de regeling.