AXA presenteert: De Seniorenbarometer 19 september 2002
Grote meerderheid Nederlanders ziet verlenging
pensioengerechtigde leeftijd niet zitten
AXA heeft recent een onafhankelijke studie laten uitvoeren bij ruim
1000 Nederlanders ouder dan 25 jaar naar de opvattingen omtrent het
pensioen en de (geplande) activiteiten van de Nederlanders na hun
actieve loopbaan. De "Seniorenbarometer van AXA" brengt een aantal
markante resultaten aan het licht. Hetzelfde onderzoek is in België
uitgevoerd, zodat de uitkomsten van beide onderzoeken vergeleken
kunnen worden.
Niet later met pensioen
Overduidelijk is dat Nederlanders (niet gepensioneerden en
gepensioneerden) verre van positief staan tegenover een verlenging van
de pensioengerechtigde leeftijd tot 68 jaar. Liefst 67% van de
ondervraagden is tegen verlenging, 19% is voor. Vrouwen blijken vaker
voor verlenging dan mannen en gepensioneerden zijn vaker voor
verlenging dan niet-gepensioneerden. Slechts een kwart van de
Nederlanders is voorstander van overheidsmaatregelen om mensen langer
aan het werk te houden.
De leeftijd waarop Nederlanders willen stoppen met werken bedraagt
gemiddeld 59,5 jaar, waarbij 75% aangeeft te willen stoppen voor de
leeftijd van 65 jaar bereikt is. De werkelijk leeftijd waarop men in
Nederland met pensioen gaat ligt gemiddeld op 61 jaar, waarbij slechts
54% inderdaad voor z'n 65ste met pensioen is gegaan.
"Het pensioen" wordt door de Nederlanders geassocieerd met: genieten
van het leven, eindelijk tijd voor andere dingen, eindelijk tijd voor
mezelf en eindelijk niets doen. Mannen associëren "het pensioen" vaker
met "eindelijk tijd voor mezelf " dan vrouwen (20% vs. 10%).
Verslechtering financiële situatie na pensionering Bijna 40% van de ondervraagde werkenden verwacht dat de eigen financiële situatie na pensionering zal verslechteren. Bij gepensioneerden blijkt dat in 31% van de gevallen de financiële situatie inderdaad is verslechterd. Dit terwijl gepensioneerden over het algemeen uit de grote kosten zijn (kinderen uit huis, kinderen afgestudeerd, hypotheek afgelost). Cijfers van het Verbond van Verzekeraars dat 60 tot 80 procent van de gepensioneerden een pensioengat hebben/krijgen, bevestigen deze uitkomsten.
Hoe met pensioen gaan?
Overigens ziet slechts een kwart van de Nederlanders iets in de
traditionele manier van met pensioen gaan; 24% wil "gewoon" met
pensioen gaan en van de vrije tijd gaan genieten. De overige 76% ziet
meer in: geleidelijk afbouwen door bijvoorbeeld werken in deeltijd
(30%), pensioen combineren met vrijwilligerswerk (23%), tijdens het
pensioen nog wat bijverdienen (9%) en overstappen op het coachen van
jongeren en daarna pas echt stoppen met werken (8%) of weet het niet
(4%).
Vrijetijdsbestedingen
Nederlanders die nog niet met pensioen zijn, hebben in éénderde van de
gevallen projecten in hun hoofd die ze tijdens hun pensioen willen
realiseren. Belangrijkste projecten zijn meer reizen (49%), sociaal
contact/vrijwilligerswerk (18%), specifieke hobby (16%),
tuinieren/knutselen/renoveren (10%). De al wel gepensioneerden blijken
minder activiteiten te willen ontplooien dan de niet gepensioneerden.
Van de gepensioneerde respondenten heeft 22% een activiteit
ontwikkeld. Ook hier zijn de belangrijkste projecten: meer reizen
(31%), specifieke hobby (17%), tuinieren/knutselen/renoveren (16%),
sociaal contact/vrijwilligerswerk (11%). Niet-gepensioneerde mannen
hebben al vaker projecten in gedachten dan niet-gepensioneerde vrouwen
(35% en 24%).
Daadwerkelijk gerealiseerde projecten
Sociaal contact/vrijwilligerswerk blijkt in redelijke mate ook
daadwerkelijk door de gepensioneerden te zijn aangepakt. In 32% van de
gevallen is de gepensioneerde met dit project aan de slag gegaan. Een
overzicht van andere plannen die daadwerkelijk ontwikkeld zijn:
Tuinieren/knutselen/renoveren (29%) Familie (kinderen/kleinkinderen)
helpen (19%)
Sporten (27%) Meer reizen (18%)
Specifieke hobby (23%) Niets doen/rusten (14%)
Studies/lezen/cultuur/kunst (20%) Uitstapjes maken/gastronomie (13%)
Opvallend is dat meer reizen wel genoemd werd als belangrijkste te
realiseren project (49%), maar dat dit in veel minder gevallen ook
echt wordt gerealiseerd (18%).
Belgische gepensioneerden hebben bovenstaande activiteiten in hogere
mate ontwikkeld dan Nederlandse gepensioneerden. Activiteiten die meer
dan de helft van de Belgische gepensioneerden daadwerkelijk ontwikkeld
hebben na pensionering zijn: tuinieren/knutselen/renoveren (58%),
sport, wandelen (53%), de familie (kinderen/kleinkinderen) helpen
(53%).
Sport
Nederlandse gepensioneerden zijn sportiever dan Belgische
gepensioneerden. 44% van de Nederlanders beoefent een sport, bij de
Belgen is dat 30%. Naarmate de Belgen ouder worden, neemt het deel dat
aan sport doet af, in Nederland is dit niet het geval. De populairste
sporten onder ouderen zijn zowel in Nederland als in België fietsen,
wandelen en zwemmen. Bijna 60% van de Nederlandse gepensioneerden
fietst minstens 1 keer per week en 35% iedere dag.
Vrijwilligerswerk
Een groot percentage (43%) van de Nederlandse gepensioneerden doet
vrijwilligerswerk, 19% van de Belgische gepensioneerden zet zich in
voor vrijwilligerswerk. Voorbeelden van vrijwilligerswerk die in
Nederland vaak genoemd worden zijn: helpen van bejaarden en
gehandicapten/helpen in een ziekenhuis, kerkelijk werk, bestuurslid
van een vereniging, begeleiden en steunen van ernstig zieke mensen en
het bezoeken van bejaarden/gehandicapten. Ruim de helft van de
gepensioneerden die vrijwilligerswerk doen, doet dit minstens 1 keer
per week.
Verenigingsleven
In Nederland nemen gepensioneerden meer deel aan het verenigingsleven
dan in België (39% vs. 28%). Ook hier blijkt dat het in Nederland
vooral gaat om sportbeoefening (21%) en om zangkoor/muziekbeoefening
(15%). In België gaat het vooral om lidmaatschap van een ouderenbond
(17%) en om een bestuurlijke/organiserende functie (13%). Nederlandse
gepensioneerden nemen niet alleen meer deel aan het verenigingsleven,
maar ook vaker.
Reizen
Een groot aantal Nederlandse gepensioneerden (36%) gaat nooit op reis
terwijl 11% minstens vier keer per jaar op reis/vakantie gaat.
Gemiddeld blijft men 15 dagen weg. Belgen gaan minder vaak op
vakantie, maar blijven wel langer weg (15 dagen vs. 21 dagen).
Nederlanders gaan vaker met hun partner op vakantie, Belgen vaker met
vrienden of in groepsverband.
Het merendeel van vakantiebestemmingen bevindt zich in Europa (61%)
waarbij vooral Spanje een populair land is. Verder brengen veel
Nederlandse gepensioneerden de vakantie door in Nederland (36%) en
gaat 26% naar een bestemming buiten Europa. Nederlanders blijken
redelijk honkvast, want meer dan 40% gaat vaak naar één en dezelfde
bestemming.
De auto blijkt het favoriete vakantietransportmiddel, gevolgd door het
vliegtuig, de bus en de trein. De belangrijkste dingen die
gepensioneerden willen doen als ze op reis gaan zijn: genieten van de
natuur (83%), bezoek aan culturele bezienswaardigheden (68%), lekker
eten en drinken (43%) en zon en zee (20%).