College voor zorgverzekeringen

Standaard HIV-test bij zwangeren mogelijk in 2003 20 september 2002
CVZ onderzoekt twee scenario's

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert de minister van Volks-gezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om alle zwangere vrouwen de mogelijkheid te bieden zich op HIV te laten testen. Invoering van de standaard HIV-screening kan per 1 juli 2003 plaatsvinden. Het CVZ adviseert de landelijke HIV-test op te nemen in het reguliere laboratoriumonderzoek rondom de twaalfde week van de zwangerschap. De kosten hiervoor bedragen ¤ 3.400.000,- per jaar. De mogelijkheden voor het uitvoeren van een zgn. sneltest, die internationaal steeds vaker wordt toegepast, moeten verder worden onderzocht. Nadeel van de sneltest is dat de uitslag relatief vaak ten onrechte HIV-positief is. Het rapport "Implementatie standaard HIV-screening zwangere vrouwen" wordt op 26 september 2002 door het CVZ vastgesteld en aangeboden aan de minister van VWS.

Op verzoek van de vorige minister heeft het CVZ twee scenario's onderzocht: het laboratoriumonderzoek en de zogenaamde sneltest.

Het laboratoriumonderzoek past goed in de huidige werkwijze waarop het bloedonderzoek van zwangeren plaatsvindt. In aansluiting op de gangbare screening bij zwangeren wordt tegelijkertijd de HIV-test uitgevoerd. Voor de HIV-screening wordt, net als bij de andere bloedonderzoeken, de opting-out-methode gehanteerd. Dat wil zeggen dat de verloskundige hulpverlener de screening op hepatitis B, lues, HIV en Rhesus-factor aanbiedt, maar dat de zwangere (een of meer van de) de testen kan weigeren. De kosten voor deze methode van onderzoek komen uit op ¤ 3.400.000,- per jaar.
Het CVZ vindt het wenselijk dat de invoering van de standaard HIV-screening goed aansluit bij de huidige praktijk. Dat is bij het laboratoriumonderzoek het geval. Bovendien blijkt uit onderzoek dat met deze methode het beste resultaat te behalen valt. Voor dit scenario bestaat ook het breedste draagvlak bij de verloskundige hulpverleners. Andere voordelen van dit scenario zijn dat de entadministraties de uitslagen kunnen registreren, de kwaliteit van de laboratoriumtesten beter is gegarandeerd en de financiering van de testen eenvoudig via de bestaande subsidieregeling te realiseren is.

De sneltest is een patiëntvriendelijke manier om zwangeren op HIV te testen, omdat de uitslag al na 15 tot 30 minuten bekend is. Zwangeren hoeven dus geen week te wachten op de uitslag. Ook deze test wordt uitgevoerd bij het reguliere onderzoek in de twaalfde week van de zwangerschap. Het aanbieden van een sneltest aan zwangere vrouwen is een internationale tendens. Ook is de sneltest iets goedkoper (¤ 3.100.000,-) dan de laboratoriumtest, omdat een 'bevestigingstest' in het laboratorium alleen bij een positieve uitslag noodzakelijk is.
Tegenover deze voordelen staat echter ook een aantal nadelen, waarvan de belangrijkste is dat de sneltest onvoldoende betrouwbaar is. Van alle zwangeren die een positieve uitslag op de sneltest krijgen, zal ongeveer 9% echt positief zijn. Van de 220.000 zwangerschapstesten per jaar blijken zo'n 2.200 zwangeren een positieve uitslag ontvangen, terwijl daarvan ongeveer 217 zwangeren echt HIV-positief zijn. Dat betekent veel onnodige vervolgtesten in een laboratorium, waarvan de uitslag pas na een week bekend is, en veel onnodige ongerustheid bij de betreffende zwangeren.
Ook is de sneltest nog niet (wetenschappelijk) onderzocht voor de Nederlandse situatie van prenatale zorg en screening en sluit de sneltest niet aan op de huidige indeling van de verloskundige consulten/spreekuren. Verder is er voor deze test onvoldoende draagvlak bij de verloskundige beroepsgroepen. Bovendien is ook de registratie van de uitslagen via de Stichting HIV-monitoring ingewikkelder dan bij het laboratoriumonderzoek. Ten slotte zou invoering van de sneltest meer tijd kosten, omdat de verloskundige hulpverleners opgeleid moeten worden voor het uitvoeren van deze test. Gezien de snelheid van de uitkomst van deze screening en de internationale trend, adviseert het CVZ de minister wel een onderzoek te starten naar de mogelijkheid om dit scenario te zijner tijd in Nederland in te voeren.

Het CVZ doet de minister ook enkele aanbevelingen om de invoering van de screening soepel te laten verlopen. Zo moeten de verzekeringsaspecten voor de zwangere vrouwen vòòr de invoering van de standaard HIV-screening geregeld zijn. Ook de subsidie-regeling "Pre- en postnatale preventie" dient voor die tijd in de AWBZ en de Ziekenfondswet te worden aangepast. Het WTG-tarief voor de verloskundige hulpverlener moet aangepast worden, de entadministraties moeten hun nieuwe softwaresysteem werkend hebben en de voorlichting aan zwangeren dient aangepast te worden. Ook verdient het sterke aanbeveling om de Stichting Perinatale Registratie Nederland bij de landelijke registratie van de gegevens te betrekken en om een jaar na invoering een proces- en effectevaluatie uit te voeren. Het College voor zorgverzekeringen zal de HIV-screening implementeren, monitoren en sturen, in combinatie met het reeds lopende pre- en postnatale onderzoek.

Auteur: John van der Pas (020) 3475605

Mutatiedatum 20/09/2002 16:33:51
Site Meter