Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Accountantsdienst

RAPPORT
Inzake de vierde voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen Den Haag, 19 september 2002 Accountantsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AD/2002/69555

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI



Accountantsdienst

INHOUDSOPGAVE

1 Opdracht 1
2 Samenvatting en conclusies 2 2.1 Reikwijdte van het onderzoek door de AD 2 2.2 Normen en uitgangspunten 3 2.3 Financiële informatie 3 2.4 Uitkomst van het onderzoek van de AD 4
3 Toelichting 6 3.1 Opzet van de vierde voortgangsrapportage 6 3.2 Behandelde onderwerpen en aandachtspunten 7

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI



Accountantsdienst


1 OPDRACHT
De Tweede Kamer heeft, op voorstel van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Vaste Commissie), op 23 mei 2000 de SUWI-voorstellen aangewezen als groot project, hetgeen betekent dat de Procedureregeling grote projecten van toepassing is op dit project. De Vaste Commissie is voor het SUWI-project belast met het toezicht op de uitvoering van deze regeling.
De accountantsdienst van het bij het groot project betrokken ministerie beoordeelt de toereikendheid van de organisatie van het project en de kwaliteit en volledigheid van de voortgangsrapportage die aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd en stelt hierover een rapport van bevindingen op. De inhoud van het rapport van bevindingen en de daarvoor te verrichten werkzaamheden worden in belangrijke mate bepaald door de Procedureregeling grote projecten. Dit rapport bevat het oordeel en de bevindingen van de Accountantsdienst (AD) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bij de vierde voortgangsrapportage van het ministerie aan de Tweede Kamer over de nieuwe structuur van de uitvoerings-organisatie van werk en inkomen (SUWI). In § 2.1 wordt de reikwijdte van het onderzoek uiteengezet

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 1



Accountantsdienst


2 SAMENVATTING EN CONCLUSIES

2.1 Reikwijdte van het onderzoek door de AD
Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd met inachtneming van de voorschriften in de Procedureregeling grote projecten en de controlevoorschriften voor grote projecten zoals opgenomen in het Handboek controle departementale accountantsdienst. Voorts is rekening gehouden met de aanpassingen in de Procedureregeling die op 9 april 2002 door de Tweede Kamer, op voorstel van de Commissie voor de Rijksuitgaven, zijn aangenomen. De Projectorganisatie die in 2001 binnen het departement was opgericht, is met het in werking treden van de SUWI-wet per 1 januari 2002 opgeheven. Dit geldt eveneens voor de Verander- organisatie SUWI, die belast was met de implementatie van de nieuwe uitvoeringsstructuur. Wij hebben derhalve geen onderzoek meer verricht naar zowel de Projectorganisatie als de Veranderorganisatie.
In een brief van 14 juni 2002 van SZW aan de Vaste Commissie (W&I/SIU/2002/43721) is aangegeven dat de volgende voortgangsrapportages zullen aansluiten bij de reguliere informatievoorziening zoals deze in de SUWI-wet is geregeld (de begrotings- en budget-cyclus). De peildata van de volgende rapportages zijn 1 januari (2003) en 1 juli (2003). De voortgangsrapportage met als peildatum 1 januari 2003 valt gelijk met de indiening van de verantwoordingsstukken van de uitvoeringsorganisaties en het jaarverslag van de Inspectie Werk en Inkomen over uitkomsten van de toezichtswerkzaamheden. De in de verantwoor-dingsstukken van de uitvoeringsorganisaties opgenomen jaarrekeningen zijn voorzien van een accountantsverklaring. In de jaarverslagen van de uitvoeringsorganisaties zal worden ingegaan op de voortgang van de implementatie van SUWI. Immers met ingang van 2002 (het jaar waarover in 2003 verantwoording wordt afgelegd) behoort deze implementatie tot het normale proces van de uitvoeringsorganisaties. Het oordeel dat de bij de uitvoeringsorganisatie fungerende accountant afgeeft zal mede omvatten de volledigheid en de kwaliteit van de verstrekte informatie. Ten behoeve van het opstellen van de jaarverslagen en jaarrekeningen vanaf 2002 alsmede voor de accountantscontrole zijn modellen voor de verantwoording en een controleprotocol SUWI opgesteld. Deze stukken worden gelijktijdig met de vierde voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer aangeboden.
Gezien de vorenbeschreven overgangssituatie heeft de AD bij deze vierde voortgangs-rapportage uitsluitend onderzocht of over alle door de Vaste Commissie gewenste onderwerpen is gerapporteerd.

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 2



Accountantsdienst

2.2 Normen en uitgangspunten
De normen en uitgangspunten die wij hebben gehanteerd bij ons onderzoek voor de beoordeling van de kwaliteit en volledigheid van de voortgangsrapportage zijn ontleend aan: de Procedureregeling grote projecten, inclusief de wijzigingen zoals opgenomen in Kamerstukken
*
II 2001/2002, 28 247, nr. 1;
de brief van de Vaste Commissie (23 april 2002) waarin onderwerpen zijn opgenomen waarover
*
in de voortgangsrapportage moet worden gerapporteerd; de verslagen van het Algemeen Overleg waarin de minister heeft toegezegd bepaalde
*
onderwerpen in de voortgangsrapportage te behandelen. In de Procedureregeling wordt onderscheid gemaakt naar de voorbereidingsfase en de uitvoeringsfase van grote projecten. Het SUWI-traject is pas in de uitvoeringsfase aangewezen als groot project. De vierde voortgangsrapportage heeft betrekking op de projectuitvoering en moet voldoen aan de "Aanwijzingen voor de informatievoorziening in de fase van project-uitvoering". Bij het toepassen van de normen en uitgangspunten hebben wij met een aantal zaken rekening gehouden. Ten eerste is de Procedureregeling grote projecten vooral geschreven met het oog op grote infrastructurele projecten. Bij SUWI gaat het echter vooral om het realiseren van een andere organisatie en een andere werkwijze van mensen. Daarbij zijn als ondersteuning wel infrastructurele voorzieningen nodig zoals ICT en gebouwen. Ten tweede wordt in de Procedureregeling in de aanwijzingen voor de uitvoeringsfase voortgebouwd op de aanwijzingen in de fase van voorbereiding. Voor zover mogelijk hebben wij dit getoetst.

2.3 Financiële informatie
Onze controle van de financiële informatie heeft zich gericht op de periode van de vierde voortgangsrapportage, te weten 1 maart 2002 tot 1 juli 2002 (peildatum). In de vierde voortgangsrapportage is financiële informatie opgenomen over de ontvangsten en uitgaven die via de begroting van SZW lopen. Hierbij zijn buiten beschouwing gebleven de incidentele kosten die samenhangen met de ontvlechting van de Arbeidsvoorzienings-organisatie. In overeenstemming met de Procedureregeling hebben wij de aansluiting met de financiële administratie en de departementale begrotingsstukken beoordeeld en vastgesteld. Wij hebben geen accountantscontrole toegepast op deze opgenomen financiële informatie, dat wil zeggen dat wij de desbetreffende ontvangsten en uitgaven niet hebben gecontroleerd op juistheid, volledigheid en rechtmatigheid.
Met betrekking tot de overige financiële gegevens (uitvoeringskosten die via de fondsen worden gefinancierd) zijn de gegevens uit de derde voortgangsrapportage en tussenrapportage overgenomen. Wij hebben vastgesteld dat dezelfde informatie is opgenomen. Wij hebben bij de beoordeling van de derde voortgangsrapportage reeds beoordeeld hoe de betreffende overzichten tot stand zijn

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 3



Accountantsdienst

gekomen en hebben toen ook de beoordelingsprocedures binnen het departement in ons onderzoek betrokken. Ten behoeve van de onderhavige (vierde) voortgangsrapportage hebben wij te dien aanzien geen werkzaamheden meer verricht.

2.4 Uitkomst van het onderzoek door de AD
2.4.1 De uitvoering in 2002 op het departement
Met ingang van 1 januari 2002 zijn de Projectorganisatie en de Veranderorganisatie opgeheven. De directie Werk & Inkomen heeft tot taak het afbouwen van de Verander-organisatie oude stijl in 2002 in goede banen te leiden. Begin 2002 is een Algemeen Ketenoverleg in het leven geroepen dat in 2002 de realisatie van de implementatie van de keten van werk en inkomen bewaakt. Daarmee zijn voldoende organisatorische maatregelen getroffen om het veranderingstraject in 2002 te blijven aansturen.
2.4.2 Risico's en de beheersing daarvan
In de vierde voortgangsrapportage is nadrukkelijk aandacht voor de risico-analyse die door Berenschot in april 2002 is uitgevoerd. In de verschillende hoofdstukken wordt nader ingegaan op deze risico's en de maatregelen die zijn getroffen om deze risico's beheersbaar te houden. Dit geldt eveneens voor de door Ernst & Young opgestelde zgn. nulmeting UWV. Ook wordt ingegaan op de risico's (en de beheersing daarvan) met betrekking tot het niet verder uitrollen van de CWIntake. Tot slot is aandacht besteed aan de problemen bij het Inlichtingenbureau (landelijke samenloop- applicatie).
Wij hebben geen inhoudelijke beoordeling uitgevoerd van de verschillende risico-analyses en de maatregelen die naar aanleiding van deze analyses door de verschillende organisaties zijn getroffen. 2.4.3 Conclusie over de volledigheid van de vierde voortgangsrapportage In de brief van 23 april 2002 heeft de Vaste Commissie haar eerdere informatiebehoefte verder uitgewerkt met het doel een beter inzicht te krijgen in de implementatie van SUWI. Daartoe zijn tien onderwerpen geformuleerd. Elk onderwerp is onderverdeeld in een aantal aandachtsgebieden. In de vierde voortgangsrapportage zijn sommige onderwerpen/aandachtsgebieden om de volgende redenen niet behandeld:
de informatie is op een andere manier beschikbaar;
*
de informatie wordt later (separaat) aan de Tweede Kamer toegezonden;
*
de informatie kan niet meer worden gegeven omdat het betreffende punt al in de vorige
*
rapporteringsperiode (1 november 2001 tot 1 maart 2003) was afgerond. De onderwerpen/aandachtsgebieden die onder de eerste twee redenen vallen is, zijn specifiek in de voortgangsrapportage genoemd. De onderwerpen/aandachtsgebieden die reeds in de tussenrapportage als afgerond waren gemeld, zijn niet specifiek benoemd. In hoofdstuk 3.2 hebben wij een specificatie van de niet behandelde onderwerpen opgenomen.

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 4



Accountantsdienst

De redenen voor het niet opnemen van sommige onderwerpen en/of aandachtsgebieden achten wij aanvaardbaar. Hiermee rekening houdend beoordelen wij de volledigheid van de informatie als toereikend.

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 5



Accountantsdienst


3 TOELICHTING

3.1 Opzet van de vierde voortgangsrapportage In paragraaf 1.3 van de vierde voortgangsrapportage is uitgebreid ingegaan op de brief van 14 juni 2002 (W&I/SIU/2002/43721) aan de Vaste Commissie. In deze brief is uiteengezet op welke wijze de volgende voortgangsrapportages kunnen aansluiten bij de reguliere informatie-voorziening naar de Tweede Kamer, zoals deze door middel van de begrotings- en verantwoordingscyclus in de SUWI- wet is geregeld.
De eerste voortgangsrapportage in het jaar met peildatum 1 januari is beschikbaar op de 3e woensdag in mei. Dan vindt immers de verantwoording over het voorafgaande jaar plaats. De Tweede Kamer ontvangt op genoemde datum:
de jaarverslagen (inclusief jaarrekening) van de uitvoeringsinstellingen, voorzien van een
*
accountantsverklaring;
de integrale rapportage van de Inspectie Werk en Inkomen met daarin opgenomen de resultaten
*
van de uitgevoerde toezichtswerkzaamheden;
het oordeel van de minister over voornoemde informatie.
*
De voortgangsrapportage met als peildatum 1 juli is beschikbaar op de 3e dinsdag in september. Deze rapportage wordt gelijktijdig met de SZW-begroting en de Sociale Nota naar de Tweede Kamer gezonden.
Tot slot ontvangt de Tweede Kamer op 1 december de jaarplannen van de uitvoerings-instellingen, informatie over de toegekende budgetten en het oordeel van de minister over deze plannen. Vooruitlopend op de verantwoordingssituatie in 2003 is het oordeel van de AD bij deze voortgangsrapportage uitsluitend gericht op de volledigheid van de gewenste onderwerpen, zoals deze in de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kenmerk: 24-02- SZW) van 23 april 2002 zijn verwoord. De toets van toereikendheid van de projectorganisatie is niet aan de orde, aangezien SUWI per 1 januari 2002 is ingebed in de SZW-organisatie en niet langer een zelfstandig project is. Over de kwaliteit van de informatie zal bij de vijfde voortgangsrapportage van mei 2003 een oordeel worden gegeven, omdat deze rapportage mede gebaseerd zal zijn op de jaarverslagen, de daarin opgenomen jaarrekeningen (inclusief accountantsverklaring) van de uitvoeringsorganisaties.

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 6



Accountantsdienst

3.2 Behandelde onderwerpen en aandachtsgebieden In de brief van 23 april 2002 heeft de Vaste Commissie de volgende onderwerpen bepaald waarover dient te worden gerapporteerd:

1 het samenvoegen van de uitvoeringsinstellingen tot het UWV;
2 de vorming van CWI's;

3 ICT-programma SUWI;

4 de reïntegratie en sociale activering;
5 de inrichting van het bestuurlijk en toezichtskader;
6 de vormgeving aan cliëntenparticipatie;
7 de vormgeving handhaving en fraudebestrijding;
8 de financiële aspecten van de verschillende operaties;
9 NV KLIQ;

10 de implementatie van de aanbevelingen van Berenschot. Bij elk onderwerp verwacht de Vaste Commissie informatie in tijd en geld met als peildata voor de ambities 1 juli 2002, 1 januari 2003 en 1 januari 2004. Daarnaast wordt bij de onderwerpen 4, 7 en 9 ook volume-informatie verwacht.
Er is niet ingegaan op de ambities per 1 juli 2002 omdat vóóraf geen ambities per 1 juli 2002 waren bepaald. De peildatum voor ambities was steeds 1 januari. De onderwerpen zijn nader onderverdeeld in een aantal aandachtsgebieden. Een deel van de gevraagde informatie is niet in de vierde voortgangsrapportage opgenomen. Hiervoor is een drietal redenen aan te geven:

1 de informatie is op een andere manier beschikbaar;
2 de informatie wordt later (separaat) aan de Tweede Kamer toegezonden;
3 de informatie kan niet meer worden gegeven omdat het betreffende punt al in de vorige rapporteringsperiode (1 november 2001 tot 1 maart 2003) was afgerond. Ad 1: de informatie is op een andere manier beschikbaar Onderwerp 5 is niet in de voortgangsrapportage behandeld. Enerzijds omdat in de derde voortgangsrapportage al over de risico's voor het toezicht in de overgangssituatie informatie is verstrekt (2001 werd als overgangsjaar beschouwd), anderzijds omdat de Inspectie Werk en Inkomen zelfstandig rapporteert over de uitkomsten van haar toezichtswerkzaamheden. Dit is in paragraaf 1.3 van de voortgangsrapportage vermeld. Om een andere reden is onderwerp 9 ook niet in de voortgangsrapportage opgenomen. Ook deze reden is in paragraaf 1.3 van de voortgangsrapportage vermeld. Ad 2: de informatie wordt later (separaat) aan de Tweede Kamer toegezonden Een deel van de informatie is niet in de vierde voortgangsrapportage opgenomen, enerzijds omdat de gegevens nog niet beschikbaar zijn, anderzijds omdat de huidige beschikbare informatie nog nader moet worden verwerkt. Het gaat om de aandachtsgebieden "invulling opdrachtgeverschap reïntegratie UWV naar bedrijfsonderdeel qua volume" en "invulling opdrachtgeverschap gemeenten

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 7



Accountantsdienst

qua volume", beiden onderdeel van onderwerp 4. In paragraaf 1.3 van de voortgangsrapportage is dit toegelicht. De betreffende informatie zal op basis van de jaarverantwoording in mei 2003 kunnen worden gegeven. Op dat moment hebben de gegevens voor zover thans is te overzien een voldoende kwalitatief niveau.
Hetzelfde geldt voor de volume-informatie van onderwerp 7. In paragraaf 1.3 van de voortgangsrapportage is aangegeven dat de volumegegevens (en overigens ook overige informatie) op het terrein van handhaving en fraudebestrijding worden opgenomen in de jaarlijkse integrale rapportage handhaving.
Overigens is wel over de betreffende onderwerpen gerapporteerd. Ad 3: de informatie kan niet meer worden gegeven omdat het betreffende punt al in de vorige rapporteringsperiode was afgerond
Een aantal aandachtsgebieden van de verschillende onderwerpen is niet (meer) in de vierde voortgangsrapportage behandeld omdat deze aandachtsgebieden reeds ten tijde van het uitbrengen van de tussenrapportage op 19 april 2002 waren afgewikkeld. Dat wil niet zeggen dat zij niet meer bestaan. Zij worden nog slechts als operationele zaken beschouwd waarover de uitvoeringsorganisaties zich door middel van het reguliere verantwoordingsproces dienen te verantwoorden (kwartaalrapportages, jaarverslag en jaarrekening). Het gaat om de volgende aandachtsgebieden:

onderwerp aandachtsgebied

1 plaatsing medewerkers

2 aantal cwi's dat operationeel is 2 plaatsing uvi-medewerkers
2 plaatsing abnl-medewerkers

3 suwi-breed gegevensregister 3 suwi-brede netwerkvoorziening 5 toezicht in de overgangsfase conclusie
De redenen voor het niet opnemen van sommige onderwerpen en/of aandachtsgebieden achten wij aanvaardbaar. Hiermee rekening houdend beoordelen wij de volledigheid van de informatie als toereikend.
Den Haag, 19 september 2002
De Accountantsdienst,

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 8



Accountantsdienst

A. Kastelein RE RA P. de Bruijn RA directeur teammanager

AD-rapport bij de vierde voortgangsrapportage SUWI 9