Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA Den Haag Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk W&I/PCF/2002/67469
Onderwerp Datum
Verantwoordingsmodellen en controle 20 september 2002
protocol SUWI
De Wet SUWI heeft ingrijpende veranderingen aangebracht in de uitvoering van de sociale
zekerheid en het toezicht op die uitvoering. In samenhang daarmee dient ook het stelsel van
verantwoording en controle opnieuw te worden ingericht. Hierover heeft in de afgelopen
periode overleg plaatsgevonden tussen de departementen van SZW en Financien, de
zelfstandige bestuursorganen UWV, CWI en SVB en de toezichthouder, i.c. de Inspecteur-
Generaal Werk en Inkomen. De resultaten van het overleg worden gevormd door modellen van
verantwoording en een controleprotocol, die wij u hierbij doen toekomen.
Het ontwikkelde stelsel beoogt meer stabiliteit te brengen in de relatie tussen de minister en de
zelfstandige bestuursorganen en heeft daardoor een sturend karakter. De planning- en
controlecyclus is leidend, zodat op juiste momenten in het jaar ook de juiste informatie
beschikbaar komt. Dit leidt tot een transparant totaaloverzicht op voorzienbare momenten. Het
stelsel is zodanig vormgegeven dat wordt aangesloten bij de eigen verantwoordelijkheden van
de zelfstandige bestuursorganen voor de uitvoering van hun taken. Van groot belang is dat het
stelsel is ingericht overeenkomstig de rijksbrede benadering van de methodiek "Van
beleidsbegroting tot beleidsverantwoording, VBTB". Dit betekent onder meer dat de
verantwoording direct aansluit op de uitvoering van het beleid, op een aantal belangrijke
meetpunten in de werkprocessen van de zelfstandige bestuursorganen, op de financiële
verantwoording en op de prestatie-indicatoren, die thans in de relatie met de zelfstandige
bestuursorganen worden gehanteerd. Op dit punt dient wel de kanttekening te worden gemaakt,
dat de prestatie-indicatoren nog in ontwikkeling zijn. Het zal zonder enige twijfel nog een
aantal jaren vergen alvorens een stabiele set van prestatie-indicatoren is ontwikkeld. Ook in
meer algemene zin dient overigens te worden bedacht dat het overeengekomen stelsel eerst in
volle omvang vanaf 2004 kan worden gehanteerd. In de komende periode zal per zelfstandig
bestuursorgaan worden vastgesteld welk deel van het stelsel kan worden toegepast voor
verantwoording en controle over de jaren 2002 en 2003. Daarnaast moet worden bedacht dat
wij een verdere ontwikkeling van het stelsel voorzien als gevolg van de ervaringen die de
---
departementen van SZW en Financiën, de zelfstandige bestuursorganen en de Inspecteur-
Generaal Werk en Inkomen in de komende jaren zullen opdoen.
Het stelsel zal dan ook nog verder evolueren, er is sprake van een groeimodel. Betrokkenen
kunnen echter instemmen met de uitgangspunten en opzet van het stelsel. Voor allen is helder
waarop sturing en controle van de uitvoering zal gaan plaatsvinden. Daarmee is een grote stap
vooruit gezet.
De belangrijkste wijzigingen, die een gevolg zijn van het stelsel, zijn:
1. De zelfstandige bestuursorganen worden niet meer eenzijdig beoordeeld op
rechtmatigheidscores. Er ontstaat een beter evenwicht tussen rechtmatigheid,
doelmatigheid en doeltreffendheid.
2. De rechtmatigheid ziet uitsluitend op de activiteiten (het "handelen") in het
verslagjaar. Fouten uit het verleden moeten daadkrachtig worden opgelost. Voor de
beoordeling van de rechtmatigheid spelen zij alleen een rol indien zij in het verslagjaar
verholpen hadden kunnen worden; zij kunnen worden opgenomen in een herstelplan.
Hierdoor wordt een zuiverder beeld verkregen van de prestaties van het zelfstandig
bestuursorgaan in het desbetreffende verslagjaar.
3. Aangegeven wordt wat het kader is voor het werk van de accountant, die vervolgens
zelf de opzet en de gehanteerde normen moet vastleggen. De richtlijnen die gelden voor
de accountants van de rijksoverheid zijn daarmee ook leidraad voor de accountants van
de zelfstandige bestuursorganen.
4. Bij het vaststellen van zijn oordeel dient de accountant thans uit te gaan van
rechtmatigheidscores per wet. Naar analogie van de situatie binnen de rijksoverheid
is in het onderhavige model gekozen voor het relateren van de gevonden fouten aan de
totalen van de jaarrekening van het ZBO. De accountant toetst vervolgens aan
vastgelegde toleranties en bepaalt op grond daarvan de strekking van de
accountantsverklaring.
Tenslotte merken wij op dat artikel 49 van de Wet SUWI de mogelijkheid biedt om regels te
stellen over de jaarrekening, het jaarverslag, de accountantsverklaring, het verslag van
bevindingen van de accountant en het kwartaalverslag van de zelfstandige bestuursorganen. Wij
zijn evenwel van mening dat er geen noodzaak is het overeengekomen stelsel van
verantwoording en controle in regelgeving vast te leggen, gezien het algehele streven van het
kabinet naar deregulering.
De Modellen Verantwoording UWV, SVB en CWI (bijlagen)
De modellen zijn ingepast in de planning- en controlecyclus, zoals neergelegd in de wet SUWI.
Deze cyclus vangt aan met de brief met kaders, die de minister in het voorjaar verzendt aan de
ZBO s. Binnen deze kaders stellen de ZBO's hun jaarplannen op. Dit jaarplan inclusief
meetpunten en prestatie-indicatoren is enerzijds de grondslag voor de minister voor de
toekenning van het uitvoeringskostenbudget, anderzijds bevat het jaarplan de zaken waarover
het ZBO zich met behulp van het verantwoordingsmodel dient te verantwoorden. Het
verantwoordingsmodel is daarmee tevens richtinggevend voor de inrichting van het jaarplan.
De modelverantwoordingen bestaan uit een Toelichting en een Model jaarverslag inclusief
jaarrekening. In het Model jaarverslag staan, naar de methodiek van VBTB, drie hoofdstukken
(4, 5 en 6) centraal:
* Wat moesten we doen?
---
Rekening houdend met de doelstellingen van het gevoerde beleid leggen de ZBO's
verantwoording af van de realisatie versus de planning uit het jaarplan. Hierbij doen zij
verslag over de uitkomsten van de prestatie-indicatoren die in het jaarplan waren opgenomen.
Het is de bedoeling hier, via een groeimodel, zoveel mogelijk op outcome (beoogde effecten)
te sturen.
Gestuurd wordt op een aantal meetpunten in de bedrijfsprocessen van de ZBO's, aan essentiële
meetpunten kunnen prestatieindicatoren verbonden worden. Voor voorbeelden van meetpunten
en prestatie-indicatoren die in het jaarplan worden opgenomen wordt verwezen naar de
bijlage.
* Wat hebben we gedaan?
Het management van het ZBO legt verantwoording af over de sturing en de beheersing van de
bedrijfsprocessen en sluit dat af met een formele "Mededeling over de Bedrijfsvoering". In
deze mededeling verwoordt het management in hoeverre de organisatie in het verslagjaar "in
control" is geweest. Dit vormt voor de accountant de grondslag voor zijn verslag van
bevindingen over de bedrijfsvoering.
Het hoofdstuk besteedt ook aandacht aan het herstelplan voor oude fouten. Het management
moet een herstelplan maken, dat aangeeft welke oude fouten hersteld moeten worden. De
overige oude fouten (bijvoorbeeld uitkeringen die niet meer hersteld kunnen worden of omdat
het herstellen van de fout onevenredig veel kosten met zich brengt) behoeven verder geen actie.
Het management biedt inzicht in de in het verslagjaar uitgevoerde herstelactiviteiten en de
resultaten daarvan.
* Wat heeft het gekost?
Tot 2002 werden de jaarrekeningen opgesteld per fonds en per uitvoeringsorganisatie. Vanaf
2002 omvat de jaarrekening per ZBO naast de financiële verantwoording van de uitvoering van
de wetten de verantwoording van de beheerde fondsen. In een aansluitend hoofdstuk worden
per wet de volgende verantwoordingsgegevens aan elkaar gerelateerd:
* Werkproces (aansluiting bij werkprocessen, Instroom/Bestand/Uitstroom)
* Productieomvang (aansluiting bij Meetpunten)
* Kwaliteit (aansluiting bij Prestatie-indicatoren)
* Financieel (aansluiting bij Financiële uitkomsten in de jaarrekening)
Controleprotocol SUWI (bijlage)
Het Controleprotocol SUWI bestaat uit een opsomming van definities, een beschrijving van het
onderwerp van controle en de reikwijdte van het accountantsonderzoek en -verklaring, de
formulering van de accountantsverklaring en de omschrijving van het verslag van bevindingen.
Onderwerp van het accountantsonderzoek zijn het jaarverslag en de jaarrekening. De
accountantsverklaring heeft betrekking op de jaarrekening.
Belangrijke wijzigingen ten opzichte van het verleden zijn:
1. In het protocol wordt voorgeschreven wat het kader is voor het werk van de accountant.
De accountant moet zelf de opzet (het hoe) en de gehanteerde normen vastleggen. De
richtlijnen van het IODAD en andere regels die gelden voor de accountants van de
rijksoverheid zijn voor hem leidraad.
2. De rechtmatigheid wordt in overeenstemming met de controle bij de rijksoverheid
gekoppeld aan de activiteiten (het "handelen") in het verslagjaar. Fouten uit het
verleden (oude fouten) vallen buiten de rechtmatigheidsscore. Als bij de opzet of de
uitvoering in het verslagjaar van het herstelplan fouten worden gemaakt, worden deze
weer als nieuwe fouten betiteld en toegerekend aan het handelen in het verslagjaar.
---
3. Bij het vaststellen van het oordeel diende de accountant in het verleden uit te gaan van
de rechtmatigheidscores per wet. Naar analogie van de rijksoverheid is gekozen voor
het relateren van de gevonden fouten aan de totalen van de jaarrekening waarmee het
management zich verantwoordt. De accountant toetst dit aan vastgelegde toleranties en
bepaalt op grond daarvan de strekking van de accountantsverklaring
Deze nieuwe werkwijze leidt tot een eenmalige trendbreuk in de cijfermatige uitkomsten van de
rechtmatigheidbeoordeling van de accountant. Dit werkt ook door in het oordeel van de
accountant over de jaarrekening van de ZBO's.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
5
Bijlage
Onderstaand staan met verwijzing naar de paragrafen van de modelverantwoordingen enkele
meetpunten/prestatie-indicatoren
UWV
Tabel 7.2 Ziektewet/Poortwachter
Aantal beoordeelde reïntegratieverslagen
In de wet poortwachter is verplicht gesteld om voor werknemers die langdurig ziek dreigen te
worden een reïntegratieverslag op te maken en bij het UWV in te dienen. Het UWV dient
vervolgens te beoordelen of deze reïntegratieverslagen aan de wettelijke vereisten voldoen.
Dit meetpunt geeft aan hoeveel mensen in een traject zitten dat uiteindelijk tot een
arbeidsongeschiktheidsuitkering zou kunnen leiden. Het is geen prestatie-indicator.
Tabel 7.4 WAO/WAZ/WAJONG
Aantal herbeoordelingen
Bij de arbeidsongeschiktheidsregelingen is een periodieke herbeoordeling verplicht. Dit
meetpunt geeft aan in hoeveel gevallen daadwerkelijk een herbeoordeling heeft
plaatsgevonden. De bijbehorende prestatie-indicator geeft aan welk percentage van de
gevallen herbeoordeling binnen de daarvoor gestelde termijn heeft plaatsgevonden.
Tabel 7.5 WW
Aantal toegekende uitkeringen
Elk jaar worden vele honderdduizenden mensen voor kortere of langere tijd werkloos. Dit
meetpunt geeft aan hoe groot dit aantal is en daarmee ook hoeveel werk het UWV heeft aan het
toekennen van WW-uitkeringen. Aan dit meetpunt zijn drie prestatie-indicatoren gekoppeld
namelijk:
* De tijdigheid van de beslissing: welk percentage vindt plaats binnen de daarvoor gestelde
termijn
* De tijdigheid eerste betaaldag
* De rechtmatigheid van de uitkering: welk percentage beslissingen voldoet aan alle daaraan
te stellen eisen.
Tabel 7.6 REA
Bij de reïntegratie-trajecten wordt in elke verslagperiode een vijftal meetpunten gehanteerd.
- het aantal ingekochte trajecten
- het aantal daadwerkelijk gestarte trajecten
- het aantal lopende trajecten
- het aantal afgeronde trajecten
- de gemiddelde kosten van de trajecten.
Aan de hand hiervan kunnen de inspanningen van het UWV worden beoordeeld. De
bijbehorende prestatie-indicator die het effect weerspiegelt, is het plaatsingspercentage.
Tabel 7.11 Collecterende functie
Aantal vastgestelde premienota's
Bij de premie-inning is het aantal vastgestelde premienota's en de gemiddelde hoogte van die
premienota's een belangrijk meetpunt voor zowel het financiële effect van de collecterende
functie alsook de inspanningen die daarvoor moeten worden geleverd.
De bijbehorende prestatie-indicatoren zijn tijdigheid en rechtmatigheid.
6
SVB
Tabel 7.2 AOW
Aantal toekenningen AOW
Het aantal toekenningen AOW is bepalend voor de instroom in het bestand AOW-
gerechtigden. Binnen de SVB sluit het meetpunt aan op het decentrale werkproces `AOW
gevalsbehandeling nieuwe gerechtigden', daarvan wordt weer afgeleid de SVB-prognose
toekenningen AOW voor de meerjarenraming per vestiging.
Het meetpunt wordt uitgevraagd verdeeld in nationaal en internationaal zodat de prestatie-
indicatoren `tijdigheid beslissingen nationaal' en `tijdigheid beslissingen internationaal'
daaraan zijn gekoppeld, hierin komt het verschil in behandelingstijd tot uitdrukking. Als de
beslissing niet binnen een gestelde redelijke termijn kan worden afgehandeld, wordt een
vertragingsbericht verzonden.
Tabel 7.3 ANW
Aantal beschikkingen einde uitkering ANW
Het aantal beschikkingen einde uitkering ANW is het uitstroomgegeven in het bestand ANW-
gerechtigden. Binnen de SVB sluit het meetpunt aan op het decentrale werkproces `ANW
gevalsbehandeling gerechtigden'.
Het meetpunt wordt uitgevraagd verdeeld naar Nabestaanden / wezen / halfwezen. De
prestatie-indicator `tijdigheid beslissingen' (binnen x weken na ontvangst van de melding)
sluit hierop aan.
Aantal aangiften bij OM
Dit meetpunt is onderdeel van een trits meetpunten op het gebied van handhaving (aantal
fraude-vooronderzoeken / aantal fraude-opsporingsverzoeken / aantal aangiften bij OM). Het
aantal personen waarbij fraude is aangetoond komt bij de ANW relatief het meeste voor.
Dit meetpunt is gekoppeld aan de prestatie-indicator Handhaving - Geconstateerde fraude (%
onderzoeken waarin fraude wordt geconstateerd).
Tabel 7.4 AKW
Aantal lopende uitkeringen AKW
In het Model verantwoording is aan het meetpunt "aantal lopende uitkeringen AKW" geen
prestatie-indicator verbonden, maar het wordt gekoppeld aan het financieel centrale gegeven
"Uitkeringlasten AKW". Binnen de SVB sluit het meetpunt aan op het werkproces `AKW
uitkeringsverstrekking'
Dit meetpunt wordt uitgesplitst naar aantal AKW-gerechtigden en kinderbijslagkinderen.
Aansluitend op de verantwoordingsinformatie wordt beleidsinformatie uitgevraagd, daarin
wordt het aantal AKW-gerechtigden en kinderbijslagkinderen naar diverse gezichtspunten
uitgesplitst.
Tabel 7.5 TOG
Aantal klachten
Dit meetpunt is gesplitst in aantal klachten ontvangen resp. afgehandeld. Het is gekoppeld aan
de prestatie-indicator Afhandeltijd klachten (% afgehandeld binnen x weken). De prestatie-
indicator maakt onderdeel uit van de indicatoren betreffende de kwaliteit van de productie.
Bovendien geeft de behandeling van klachten een aanvullende indicatie van de
Klantgerichtheid van de SVB zoals gemeten in het jaarlijkse klantwaarderingsonderzoek.
7
CWI
Tabel 7.2 Producten en prestaties transparante arbeidsmarkt
Aantal geprinte vacatures op vacaturezuilen; De CWI draagt zorg voor een transparante
arbeidsmarkt. Hiertoe faciliteert de CWI de ontmoeting tussen de werkgever en de
werkzoekende door informatie ter beschikking te stellen over beroepen, perspectieven en
opleidingen en door vacatures en arbeidsaanbod inzichtelijk te maken. De CWI maakt hiertoe
gebruik van de beursvloer, waarbij de zelfwerkzaamheid voorop staat.
Door het meten van het aantal geprinte vacatures op vacaturezuilen wordt het mogelijk om met
betrekking tot de rechtmatigheid en doelmatigheid van de zelfwerkzaamheid van de
beursvloer uitspraken te doen. Tevens kan de indicator aanwijzingen geven over de
inhoudelijke kwaliteit van de vacaturezuilen.
Tabel 7.3 Producten en prestaties poortwachter
Preventiequote WW, Abw en IOAW; In haar rol als poortwachter tracht de CWI in de fase
voordat er recht bestaat op een uitkering te voorkomen dat werkzoekenden onnodig een
beroep doen op een uitkering. De preventiequote geeft aan welk deel van de werkzoekenden
met sollicitatieplicht en de met werkloosheid bedreigden die zich bij het CWI melden voor
werk en die niet tot een uitkeringsaanvraag komen. Deze indicator stelt ons in staat om met
betrekking tot de doelmatigheid van de dienstverlening van de CWI een oordeel te vormen.
Tabel 7.4 Producten en prestaties ketenpartner
Tijdigheid en volledigheid van de uitkeringsgegevens WW, Abw en IOAW aan de
ketenpartners; Indien een uitkeringsaanvraag echt nodig is geworden zal de CWI een
uitkeringsintake doen, waarna de uitkeringsgegevens tijdig en volledig gevalideerd en
geverifieerd aan de ketenpartners wordt geleverd.
Door het meten van de tijdigheid en volledigheid van de levering van uitkeringsgegevens
WW, Abw en IOAW, aan de ketenpartners is het mogelijk om uitspraken te doen met
betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan de ketenpartners.
Het verzamelen van uitkeringsgegevens is een dynamisch proces met meerdere actoren,
waarbij de tijdlijnen niet vooraf vaststaan. Dit kan de tijdigheid en volledigheid van de te
leveren gegevens beïnvloeden. Hierbij moet vaak de keuze gemaakt worden tussen enerzijds
tijdig maar niet volledig leveren of niet tijdig maar wel volledig leveren.
Tabel 7.5 Producten en prestaties vacaturematching voor werkgevers en aanvragen
voor ontslag- en tewerkstellingsvergunningen
Vervullingsquote werkgevers; De CWI faciliteert de werkgever op verschillende manieren
bij het vervullen van vacatures. Enerzijds worden bij de vacaturevervulling zelf-service
instrumenten beschikbaar gesteld zoals Werk.nl. Anderzijds ondersteunen de adviseurs op de
beursvloer de werkgever pro-actief of op verzoek van de werkgever.
De vervullingsquote meet welke percentage van de op verzoek van de werkgever aangemelde
vacatures vervuld zijn. Hierdoor kan er over de rechtmatigheid en doelmatigheid van de
adviseurs op de beursvloer een oordeel gevormd worden, voorzover dit de
vacaturevervulling betreft.
Tijdigheidsquote ontslagvergunningen; De CWI behandelt aanvragen van werkgevers om
ontslagvergunningen. Deze behandeling wordt gedaan door de afdeling Juridische Zaken. Het
percentage van de ontslagaanvragen die binnen de gestelde termijn worden behandeld wordt
gemeten door de tijdigheidsquote. Deze quote kan met betrekking tot de kwaliteit van de
dienstverlening aan werkgevers, bij het vervullen van vacatures, een indicatie geven.