Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Staatssecretaris Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) sprak zondag 22 september op een bijeenkomst van Pax Christi in de Nieuwe Kerk te Den Haag over 'vrede door ontmoeting van culturen', dit jaar het thema van de vredesweek dit jaar.

Dames en heren,

Een van mijn medewerkers op het ministerie gaf vorige week een zoekopdracht in ons electronisch databestand. Wat is er te vinden over cultuur en vrede. Het resultaat: nul documenten met die twee trefwoorden in de titel. Zoek je op cultuur en identiteit, cultuur en minderheden, cultuur en discriminatie, dan krijg je lange lijsten.

Vrede door ontmoeting van culturen. Dat is het thema van deze vredesweek. Een boeiend, maar ook een lastig thema. Er gaat de suggestie vanuit alsof ontmoeting van culturen automatisch bijdraagt aan vrede. We hoeven maar een blik in de wereld te werpen en we weten dat het zo niet werkt. Waar culturen elkaar ontmoeten, wordt vaak juist verbeten strijd geleverd.

Samuel Huntington schreef over de 'Clash of civilizations', de botsende beschavingen. Juist langs de breuklijnen tussen de grote beschavingen in de wereld lopen volgens hem ook de breuklijnen tussen oorlog en vrede. Maar zelfs als dat waar is, dan zegt dat nog niets over de vraag die er echt toe doet: wat bepaalt of een ontmoeting ontaardt in een gewelddadige botsing of leidt tot respect voor elkaar en tot samenwerking.

De voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Canada en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, Lester Pearson, zag het scherp, al in het midden van de jaren vijftig. Hij zei: "We staan aan de rand van een tijdperk waarin verschillende beschavingen zullen moeten leren om vreedzaam naast elkaar te leven, van elkaar te leren, elkaars geschiedenis en idealen en kunst en cultuur te bestuderen, elkaar wederzijds te verrijken. Het alternatief, in deze overvolle kleine wereld, is onbegrip spanning, conflict en rampspoed

Vanmiddag heeft Pax Christi mensen aan tafel die deze opdracht in praktijk proberen te brengen. Mensen die het gesprek durven aangaan met diegenen die aan de andere kant van de scheidslijn in hun samenleving staan. Een Noord- en een Zuid-Sudanees, een jood en een Palestijn, een Servier en een Kosovaar. Ik heb diepe bewondering en respect voor mensen als zij die die dialoog durven aangaan, dwars door de gevechtslinies en de vooroordelen heen.

Onze rol daarbij gaat verder dan in gepaste eerbied toekijken hoe ze het eraf brengen. We kunnen vrede door ontmoeting van culturen helpen bevorderen. En dat doen we ook in ons ontwikkelingsbeleid.

Voor een ontmoeting heb je eerst en vooral een ontmoetingsruimte nodig. Daarmee doel ik met name op de media. Open communicatie is een voorwaarde voor wederzijdse kennis, begrip en dialoog. We hebben in het verleden gezien
- en nu nog steeds - hoe gemuilkorfde media misbruikt kunnen worden om haat en tweedracht in een samenleving te zaaien.

Ontwikkelingssamenwerking steunt daarom media, met name in gebieden waar conflicten dreigen of uitgebroken zijn. Een paar voorbeelden: Radio Voice of Hope, een initiatief van de Raad van Kerken en de NCRV in het zuiden van Sudan; de gezamenlijke opleiding van journalisten uit de Balkan van verschillende etnische achtergronden.

De populaire televisieserie Nashe Maalo, 'onze buurt', in Macedonië is een schoolvoorbeeld van hoe je media kunt gebruiken voor verzoening en toenadering. In de serie leven jongeren uit diverse etnische groepen samen in een magisch gebouw. Ze ontdekken wat ze gemeen hebben en worden vrienden ondanks hun etnische verschillen. Zo wil de producent het Macedonische afweersysteem tegen geweld versterken.

Voor een ontmoeting heb je ook leiderschap nodig. Helaas bezondigen leiders zich vaak aan uitvergroting van verschillen om hun eigen machtsbasis te versterken. Er zijn legio voorbeelden. Zoals twee jaar geleden in Ivoorkust. Een kandidaat voor de presidentsverkiezingen werd van deelname uitgesloten. Hij zou niet van Ivoriaanse afkomst zijn. Dat besluit zette de verhoudingen op scherp. Er brak geweld uit tussen zuiderlingen en noorderlingen, tussen moslims en aanhangers van andere geloven. Er vielen tientallen slachtoffers. De uitbraak van geweld in Ivoorkust deze week ligt in het verlengde van dat conflict.

Ex-president Konaré van het buurland Mali - hij maakte dit jaar plaats voor een opvolger - heeft wel begrepen wat verantwoord leiderschap inhoudt. "De ontkenning van de culturele eigenheid van een volk staat gelijk aan de ontkenning van haar waardigheid," zei hij. Die wijze woorden paste hij toe op de oorlog in het noorden van Mali. Onder zijn bewind is jarenlange strijd tussen de nomadische Touareg en Malinese boeren beeindigd. Veel wapens zijn tijdens een groot feest verbrand.

In Afrika zie ik een hoopvolle beweging naar meer van zulk beter leiderschap. Vorige week heb ik de Algemene Vergadering mogen toespreken over NEPAD, het New Partnership for African Development. Dat initiatief is een signaal dat Afrikaanse leiders zelf de verantwoordelijkheid voelen voor beter beleid en bestuur. Dat houdt ook in: meer democratie, meer vrije media, minder corruptie, minder conflict. Wij steunen dat. Maar het is een proces dat de Afrikanen zelf moeten vormgeven.

Voor leiderschap moeten we niet alleen omhoog kijken. Vaak komt de roep om vrede juist van onderop. Van maatschappelijke organisaties en bewegingen die dood en verderf niet langer willen tolereren. Wat hier telt is, ook als buitenstaander, om een lange adem hebben. Je een betrouwbaar en standvastig partner tonen, die bereid is te investeren in relaties. Nederlandse kerkelijke en organisaties doen dat gelukkig ook. Deze middag van Pax Christi is er een bewijs van.

Ik wil hier met name de rol van vrouwen noemen. Als ze de kans krijgen, zijn ze aanjagers voor verandering. Vaak krijgen ze de kans niet. Ontwikkelingssamenwerking steunt al jaren de pogingen van vrouwen in Sudan om een stem aan tafel te krijgen en bij te dragen aan vrede. Het is niet gemakkelijk. Elke stap vooruit lijkt gevolgd door net zo'n grote stap achteruit.

Tot dusver heb ik vooral gesproken over ontmoeting van culturen in verre landen. We kunnen het ook dichter bij huis zoeken. Ook de allochtone vrouwen in Nederland verdienen een prominenter rol bij de ontmoeting van culturen binnen onze eigen grenzen. Ook wij moeten bereid zijn ons meer te verdiepen in hoe mensen met een andere cultuur of met een ander geloof in het leven staan. Ik herinner me nog levendig bijeenkomsten van de International Dialogue Foundation in Oegstgeest, Rabat en Amman. Islamitische en christelijke vrouwen zochten er naar wat hen bindt. Dat bleek heel veel te zijn. Bijvoorbeeld waarden als respect, rechtvaardigheid, zorg, verantwoordelijkheid en tolerantie.

Ik vind dat de huidige discussie over waarden en normen vanuit die houding gevoerd moet worden. Laten we daarbij vooral over onze duinen en dijken heen blijven kijken en de wil hebben ons te verdiepen in de ander en het andere.

Wat de wereldgodsdiensten gemeen hebben, is veel meer dan wat hen scheidt, stelt ook de Duitse theoloog Hans Küng. Op een bijeenkomst in Amsterdam over het VN-rapport 'De kracht van cultuur' zes jaar geleden pleitte hij voor meer ontmoeting en dialoog, vooral ook tussen de religies. Ik citeer: "We leven in een wereld en een tijd waarin de vrede in veel landen wordt bedreigd door allerlei vormen van religieus fundamentalisme - zowel van christenen, als van moslims, joden, hindoes en boeddhisten. Dit komt dikwijls voort uit sociale ellende, is een reactie op het westers secularisme en ontstaat uit het verlangen naar een basisoriëntatie in het leven. Op deze uitdaging antwoord ik: er zal geen vrede bestaan zonder dialoog."

De noodzaak van die dialoog is er sindsdien alleen maar groter op geworden. Het loont om daar in te investeren en het debat op te zoeken. Want religies en culturen mogen zich niet verschuilen achter eigen waardes en eigen identiteit. Denk aan de rechten van vrouwen waar we in Johannesburg voor geknokt hebben. Een beroep op cultuur of religie mag nooit een excuus zijn om algemeen geaccepteerde waarden, zoals de universele mensenrechten, te verwerpen. Het VN-bevolkingsfonds zet momenteel een programma op om deze relatie tussen cultuur en ontwikkeling beter te begrijpen. Een goed idee.

Dialoog biedt niet altijd een uitweg. Bijvoorbeeld niet voor het vraagstuk Irak. Het probleem met Irak is niet een gebrek aan begrip voor de islam. Het probleem is het regime van Saddam Hussein. Hij stoort zich niet aan internationaal aanvaarde normen en waarden. De internationale gemeenschap kan en mag dat niet gedogen. Dat onderstreepte de premier deze week ook in de Tweede Kamer. Landen die de internationale rechtsorde aan hun laars lappen, moeten we tot medewerking dwingen. Het VN-traject kan daarbij effectief en geloofwaardig worden ingezet. Het blijft van belang om tot het eind van de rit alle opties op tafel te houden, totdat Irak volledig aan alle eisen van de VN heeft voldaan. Ontspanning via dialoog en ontmoeting is hier een gepasseerd station.

Tot slot, ontmoeting van culturen is geen loden last. Niet alleen iets voor zware gesprekken tussen gestudeerde dames en heren. Wie bijvoorbeeld het jaarlijkse Festival Mundial in Tilburg bezoekt weet dat. Ontmoeting van culturen is vooral ook een ontdekkingstocht. Naar andere muziek, andere literatuur, ander eten, andere talen. Je verdiepen in de leuke dingen van de ander is misschien wel de beste basis voor wederzijds begrip en vertrouwen. En daarmee voor duurzame vrede.

===