SER in ontwerpadvies:
ALLE FINANCIËLE BEMIDDELAARS HEBBEN EEN VERGUNNING NODIG
20 september 2002 -
Er moet een vergunning- en registratieplicht komen voor alle
bemiddelaars in financiële diensten: assurantietussenpersonen,
bemiddelaars in effecten, hypotheken en kredieten, alsmede financiële
planners. Het toezicht dient in handen te komen van de Autoriteit
Financiële Markten. Deze is verantwoordelijk voor de
vergunningverlening en de registratie van bemiddelaars. Dat is nodig
vanwege het grote publieke belang van de markt voor financiële
diensten. De branches zelf kunnen via een op te richten stichting met
de overheid overleggen over de regelgeving. Bovendien kan deze
stichting sectoroverstijgende zelfreguleringsafspraken stimuleren,
binnen de grenzen van de Mededingingswet.
Dat staat in het ontwerpadvies (1)Bemiddeling in financiële diensten,
dat zal worden besproken in de raadsvergadering van vrijdag 18
oktober. Het ontwerpadvies is opgesteld door een ad hoc-commissie
onder voorzitterschap van prof.mr. H. Franken. In deze commissie is
ook de Consumentenbond vertegenwoordigd. Tevens hebben enkele
brancheorganisaties van financiële bemiddelaars via de centrale
ondernemersorganisaties zitting in deze commissie. Het ontwerpadvies
is een reactie op een adviesaanvraag van toenmalig minister Zalm van
Financiën van 16 april 2002. Het wordt op dit moment ter bespreking
voorgelegd aan de achterbannen van de organisaties. Op 1 oktober komt
de commissie nogmaals bijeen om de resultaten hiervan te bespreken.
Aanleiding voor de adviesaanvraag zijn de ontwikkelingen in de markt voor financiële diensten. Zowel bij het aanbod als bij de distributie is sprake van een aanzienlijke vervlechting, terwijl de wetgeving en zelfregulering nog sectoraal gericht zijn. Daardoor bestaan er verschillen in de waarborging van een adequaat niveau van consumentenbescherming en het efficiënt functioneren van de financiële markten. De minister wil daarom een nieuw wettelijk kader voor bemiddeling in financiële diensten introduceren. Daarin zullen de kwaliteitskenmerken voor de bemiddelingsmarkt door algemene zorgplichten worden geborgd. De vraag aan de SER was in welke mate de nadere invulling van de wettelijke zorgplichten door middel van zelfregulering kan plaatsvinden. Als randvoorwaarde geldt hierbij consistentie in regelgeving ten aanzien van zowel de verschillende soorten financiële diensten als de verschillende distributievormen.
Kwaliteitskenmerken
De commissie maakt onderscheid naar vier kwaliteitskenmerken waaraan
eisen en normen voor de financieel bemiddelaar worden verbonden:
informatieverstrekking;
deskundigheid;
integriteit;
financiële en juridische zekerheid.
Zij is van mening dat de goede balans tussen wetgeving en
zelfregulering per kwaliteitskenmerk kan verschillen. De commissie
stelt dat de kwaliteitseisen integriteit en financiële en juridische
zekerheid wettelijk moeten worden geregeld. Zelfregulering zal hierbij
beperkt blijven tot de zorgvuldigheidsnorm jegens de consument en het
opzetten en instandhouden van een klachtenregeling en instituut.
Bij de overige twee kwaliteitseisen (informatieverstrekking en
deskundigheid) is meer ruimte voor zelfregulering. Hierbij zal de
Autoriteit-FM vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid het gedrag van de
bemiddelaars kunnen toetsen op basis van erkende gedragscodes.
Per saldo is de commissie van mening dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden voor sectoroverschrijdende zelfregulering in deze branche. Dat komt omdat zelfreguleringsafspraken moeilijk kunnen voldoen aan de voorwaarde van volledige marktdekking, een voorwaarde die de commissie stelt ter bescherming van de consument. Een ander punt is het mededingingsaspect. De commissie vindt dat het niet zo kan zijn dat de branche zelf de toegang tot de branche bepaalt.
Dat wil echter niet zeggen dat de branche geen invloed kan hebben op de regelgeving. De commissie stelt de oprichting van een stichting voor, de Stichting Overleg Financiële Diensten. Over het takenpakket en de benoemingswijze van deze stichting is de commissie nog niet tot een eindoordeel gekomen; zij legt met name dit punt voor aan de achterbannen. De stichting zou de Autoriteit-FM kunnen ondersteunen bij de invulling van de kwaliteitseisen ten aanzien van de bemiddelaars in financiële diensten. Ook kan de stichting zelfreguleringsafspraken stimuleren die de gehele branche omvatten, met als doel zoveel mogelijke gelijke normen te ontwikkelen. Ten slotte zou de stichting overleg kunnen voeren met de overheid over wetgeving op het terrein van bemiddeling in financiële diensten
Vergunningverlening
De Autoriteit-FM is de eerstverantwoordelijke voor het toezicht op
alle bemiddelaars in financiële diensten en daarmee ook voor de
vergunningverlening en de registratie. De commissie vindt dat deze
zich moet richten op alle ondernemingen die bemiddelingsactiviteiten
verrichten. De leiding van de onderneming moet voldoen aan de
wettelijke bepalingen ten aanzien van de kwaliteitseisen en zij moet
borg staan voor de kwaliteit en deskundigheid van de medewerkers. De
vergunning geeft het profiel van de bemiddelaar weer: hij heeft de
toestemming van de Autoriteit-FM om als zodanig op te treden op het
aangegeven deskundigheidsterrein en -niveau.
De commissie moet nog een definitieve afweging maken of er een voor de
consument via internet toegankelijk register zou moeten komen van
personen en door hen met succes gevolgde opleidingen, zodat voor de
consument duidelijk wordt wat zijn bemiddelingsterrein en zijn
deskundigheid is. Ook met name dit punt legt de commissie aan de
achterbannen voor, om daarna tot een eindoordeel te komen.
1. Het gaat om een ontwerpadvies. De weergegeven standpunten zijn die
van de commissie van voorbereiding.