Gemeente Maassluis

23-9-2002

Antwoorden op schriftelijke vragen van D66 over ruimtelijke ordening

Op 16 augustus 2002 heeft de fractie van D66 schriftelijke vragen gesteld aan het Maassluise college van burgemeester en wethouders over het beleid in het kader van de ruimtelijke ordening. Het college heeft het volgende antwoordschrijven verzonden:

In het kader van artikel 37 van het Reglement van Orde heeft u naar aanleiding van perspublicaties vragen gesteld over het beleid van het college in het kader van de ruimtelijke ordening.

Door wethouder Koen is aangegeven, dat een bestuur altijd moet nadenken over de omgeving waarin zij opereert en de uitdagingen waarvoor zij gesteld staat. De complexiteit van de huidige samenleving vraagt om zon bestuur. In een open bestuurscultuur moet het mogelijk zijn om gedane keuzes ter discussie te stellen als omstandigheden daarom vragen.
Wij kunnen daarin geen strijdigheid ontdekken met ons huidige beleid en ook niet met het beleid zoals zal worden neergelegd in het collegeprogramma.

Voor wat betreft de noodzaak van de bouw van duurdere huurwoningen in Maassluis kan worden gemeld, dat hiernaar in 1998 onderzoek is gedaan en dat op dit moment een actualisatie van dit onderzoek wordt uitgevoerd. Er is op dit moment geen aanleiding om te veronderstellen, dat Maassluis een dergelijke unieke positie inneemt, dat de landelijke tendens hier niet van toepassing is.
Overigens is het ons bekend dat de woningmarkt mede door de economische ontwikkelingen in beweging is. Het woonbeleid moet daarom ook regelmatig geëvalueerd en zonodig aangepast worden.

Tenslotte wensen wij op te merken, dat Maassluis onderdeel uitmaakt van de Rotterdamse regio en dat regionale belangen ook Maassluise belangen zijn. In die zin is het van groot belang, dat wethouder Koen ook op regionaal niveau een verantwoordelijke positie bekleedt. Wij zijn van mening, dat dat uitstekend aan onze inwoners is uit te leggen.