Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt

22 september 2002

Halvering waarde melkquotum

De melkveehouderij kampt met een hoge kostprijs. Voor jonge boeren vormt de hoge waarde die het quotum vertegenwoordigt één van de grootste bedreigingen voor een haalbare bedrijfsovername. Daarom stel het NAJK het 'twee stromen systeem' voor.

Het systeem heeft tot doel het (fors) terugbrengen van de waarde, dat het melkquotum heeft. Dat moet resulteren in een gemakkelijker bedrijfsovername, en meer kansen voor bedrijfsontwikkeling. Een tweede doel is het terugdringen van het structureel verleasen. Om deze doelen te bereiken zullen er veranderingen moeten optreden in vraag en aanbodstromen van zowel leasemelk alswel koopmelk. Bij het 'twee stromen systeem' gaat een gedeelte van de verhandelde melk rechtstreeks van verkoper naar koper, een gedeelte via een 'tussenstation'.
Het basis idee is, dat veehouders via twee wegen hun quotum kunnen vergroten.
Het werkt als volgt: indien een veehouder besluit zijn quotum te verkopen, gaat een gedeelte rechtstreeks van de verkoper naar de koper. Het andere deel gaat naar een 'tussenstation', van waaruit het volgens een bepaalde sleutel verdeeld wordt over alle melkleverende boeren. Voor het deel dat rechtstreeks gaat, betaalt de koper 'gewoon' een marktprijs, het gedeelte via het tussenstation wordt gratis ingenomen en uitgedeeld.

Door er een staffeling in te maken wordt het zeer ongunstig voor gestopte melkveehouders hun quotum eerst een aantal jaren te verleasen, alvorens het te verkopen. In de praktijk zal het er dan als volgt uit gaan zien:
In jaar 1 na invoering gaat nog 100 % van het quotum rechtstreeks van verkoper naar koper.
In jaar 2 gaat 90 % van verkoper rechtstreeks naar koper en 10 % naar het tussenstation.
In jaar 3 gaat 80 % van verkoper rechtstreeks naar koper en 20 % naar het tussenstation.
Enzovoorts tot dat er in jaar 6 50 % rechtstreeks, en 50 % via het tussenstation verloopt.

De vraag hoe de verdeling van de melk in het tussenstation naar melkveehouders loopt willen we als NAJK niet direct invullen. Er zijn hiervoor verschillende manieren. In overleg met andere partijen en de overheid zal hiervoor een verdeling gezocht worden

Door bovenstaand systeem te hanteren zal veel leasemelk op de markt komen (=aanbod koopmelk vergroten), terwijl het verleasen niet direct aangepakt wordt. De melkveehouders houden in principe de mogelijkheid houden hun melk een aantal jaren te blijven verhuren. Het wordt, doordat men steeds een groter aandeel moet inleveren bij het tussenstation, alleen zakelijk gezien zeer onverstandig indien men niet weer van plan is zelf actief melk te gaan leveren.

De prijs voor koopmelk zal inzakken. Immers die prijs wordt voor een groot gedeelte bepaald door het directe rendement dat de koper van de aangekochte liters heeft. Hij of zij baseert zijn biedprijs op het aandeel dat hij er werkelijk van kan benutten. Dat aandeel wordt geleidelijk aan minder. Dat de veehouder op een andere manier ook zijn melkquotum vergroot (de stroom via het 'tussenstation') heeft geen invloed op zijn biedprijs.
Als hij in jaar vijf de helft van het aangekochte quotum direct kan benutten zal hij bij gelijkblijvende andere economische factoren de helft willen bieden van wat hij vandaag de dag voor een kg quotum biedt.
Door het inzakken van de prijs van quotum wordt voldaan aan het eerste doel wat gesteld is: De waarde van quotum bij verkoop fors af laten nemen en zo meer mogelijkheden bieden voor structuurverbetering en overname. Want de hoeveelheid te verkopen quotum is na 6 jaar na invoering van de systeem de helft.

Positie van verleasers
Om de mensen die melk verleasen tegemoet te komen, is in het plan geen wettelijke beperking van het verleasen opgenomen. Zakelijk gezien wordt het alleen sterk oninteressant gemaakt om eerst een aantal jaren het quotum te verleasen, alvorens het te verkopen. Immers, ieder jaar na invoering moet er een groter gedeelte gratis afgestaan worden. Verleasers die na een aantal jaren weer besluiten zelf te melken worden niet getroffen door bovenstaand plan. Ook mensen die nu het standpunt hebben dat ze na afrekening met de verpachter en de fiscus 'niets meer overhouden', mogen gewoon door blijven verleasen. Hierdoor wordt de kans op sociaal schrijnende gevallen op het platteland weggenomen.
Omdat mensen die hun quotum verleasen, niet hun grond en gebouwen kunnen verkopen wordt de structuurverbetering (bijvoorbeeld grotere huiskavel, extensivering van bedrijven) nadelig beïnvloed. Dat is wel een grondslag om als landbouworganisatie en overheid te proberen deze vorm te ontmoedigen.

Aanpak
Om ons plan te kunnen doen slagen zal het DB in het aankomend rondje politiek het plan uitvoerig aan de orde stellen. Het rondje politiek houd in dat we alle politieke partijen bezoeken en met hen in discussie gaan over aan aantal onderwerpen.
Ook is het DB op het ministerie van LNV geweest om ons plan daar toe te lichten. Verder wordt met LTO vakgroep rundveehouderij hierover overleg gevoeerd en het komt ook bij de NMV aan de orde

Paul Schram,
Dagelijks bestuur NAJK