Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 19 september 2002 SV/V&V/02/69457

Onderwerp Datum Wet beperking export uitkeringen 23 september 2002

Bij de regeling van de werkzaamheden op 19 september 2002 heeft mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA), mede namens het CDA, aandacht gevraagd voor het aflopen van de overgangstermijn van de Wet beperking export uitkeringen op 31 december 2002 en het feit dat met een aantal landen weliswaar overeenstemming is bereikt over de tekst van de te sluiten verdragen, maar dat deze verdragen nog niet zijn ondertekend. Hierover kan ik u het volgende mededelen. In het Strategisch Akkoord is het voornemen opgenomen om in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) het zogenaamde woonlandbeginsel te introduceren. Dit voornemen heeft rechtstreeks gevolgen voor de in het kader van de Wet beperking export uitkeringen gesloten en nog af te sluiten verdragen, uiteraard voorzover daarin de export en de handhaving van de kinderbijslag voor in de desbetreffende landen wonende kinderen zijn geregeld. De uitwerking van het voornemen om het woonlandbeginsel in de AKW te introduceren verdient nog zorgvuldige bestudering. Dit laat echter onverlet dat onverminderd voortgang wordt gemaakt met het afsluiten van verdragen in het kader van de Wet beperking export uitkeringen. Dit kabinet hecht immers aan een goed handhavings- en fraudebestrijdingsbeleid bij de betaling van uitkeringen. Met betrekking tot de uitkeringen die worden betaald aan in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden of ten behoeve van in het buitenland wonende gezinsleden, vormen de verdragen in het kader van de Wet beperking export uitkeringen bij uitstek het instrument om aan dit beleid vorm te geven.
Met een groot aantal landen is inmiddels een verdrag gesloten (bijlage). Daarnaast is met een groot aantal andere landen overeenstemming bereikt over de wijze waarop de handhaving van de Nederlandse uitkeringen in die landen vorm kan krijgen. Voorzover de desbetreffende verdragen als gevolg van vertraging bij de ondertekening niet tijdig, dat wil zeggen vóór het verstrijken van de overgangstermijn van de Wet beperking export uitkeringen op 31 december 2002, kunnen worden



ondertekend, ben ik voornemens om met deze landen in het te sluiten verdrag af te spreken dat de export van Nederlandse uitkeringen niettemin vanaf 1 januari 2003 wordt gegarandeerd. De landen die het betreft staan genoemd in de bijlage bij deze brief. Voorwaarde is overigens wel dat deze landen er mee instemmen in het verdrag een voorziening op te nemen die de mogelijkheid open laat het woonlandbeginsel in de AKW ten aanzien van die landen te effectueren. De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)



Bijlage
A. Overzicht BEU-verdragen/-convenanten
Land Plaats en datum ondertekening
1. Chili Santiago de Chile, 10 januari 1996
2. Kroatië Zagreb, 11 september 1998
3. Turkije Ankara, 6 januari 2000
4. Indonesië Jakarta, 6 maart 2000
5. Slovenië Ljubljana, 22 maart 2000
6. Kaapverdië Praia, 22 mei 2000
7. Nieuw-Zeeland Den Haag, 30 juni 2000
8. Aruba Den Haag, 9 april 2001
9. Filipijnen Manilla, 10 april 2001
10. Zuid-Afrika Den Haag, 16 mei 2001
11. Nederlandse Antillen Den Haag, 22 mei 2001
12. Hongarije Den Haag, 22 mei 2001
13. Slowakije Bratislava, 28 mei 2001
14. Tsjechische Republiek Praag, 30 mei 2001
15. Canada Brantford, 27 juni 2001
16. Australië Den Haag, 2 juli 2001
17. Israël Jeruzalem, 17 juli 2001
18. Suriname Paramaribo, 17 augustus 2001
19. Verenigde Staten Den Haag, 30 augustus 2001
20. Malta Rome, 11 september 2001
21. Roemenië Boekarest, 13 november 2001
22. Monaco Monaco, 29 november 2001
23. Québec Québec, 4 december 2001
24. Brazilië Brasilia, 7 maart 2002
25. Marokko Rabat, 24 juni 2002
26. Zuid-Korea Den Haag, 3 juli 2002
27. Cyprus Den Haag, 9 juli 2002 B. Inhoudelijk overeenstemming over een BEU-verdrag
1. Andorra 13. Litouwen

2. Argentinië 14. Mexico

3. Bolivia 15. Panama

4. Bulgarije 16. Paraguay

5. Costa Rica 17. Polen

6. Ecuador 18. Thailand

7. Egypte 19. Tunesië

8. Estland 20. Uruguay

9. FYROM (Macedonië)




10. Hongkong

11. Jordanië

12. Letland