Vlaamse overheid

Morgen start in de Gentse regio een grootschalig onderzoek naar het verband tussen vervuilende stoffen in het leefmilieu en de gezondheid van de bevolking. Dit jaar worden pasgeboren kinderen onderzocht in Gent, Destelbergen, Evergem, Wachtebeke en Zelzate. Volgend jaar start in dezelfde gemeenten een gezondheidsonderzoek bij 14- en 15 jarigen. In 2005 worden de 50- tot 65 jarigen onderzocht. In de te onderzoeken regio wonen bijna een half miljoen mensen. Vanavond geeft Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua, in het Provinciehuis in Gent, uitleg aan iedereen die in de loop van het onderzoek een belangrijke taak zal te vervullen hebben: de betrokken burgemeesters, schepenen, milieuambtenaren, welzijnswerkers en huisartsen.

Het onderzoek "Milieu en Gezondheid" in de Gentse agglomeratie en in de kanaalzone - een initiatief van Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua en Vlaams minister van welzijn Mieke Vogels - krijgt vanavond een officieel startschot in het Provinciehuis in Gent. Het onderzoek - uitgevoerd door het Steunpunt Milieu en Gezondheid, een consortium van vier universiteiten (KULeuven, Vrije Universiteit Brussel, UIA en Universiteit Gent), het VITO en het PIH - peilt naar de gevolgen van het milieu op de gezondheid van elkeen. De onderzoekers willen gegevens verzamelen over een langere periode zodanig dat duidelijke trends kunnen worden afgeleid én de overheid klare wetenschappelijke informatie krijgt.
Dit jaar wordt gezocht naar het effect van vervuilende stoffen op pasgeboren kinderen. In Gent en Destelbergen worden daarvoor 200 pasgeboren kinderen onderzocht; in Evergem, Wachtebeke en Zelzate een honderdtal. De onderzoekers zullen daartoe nauw samenwerken met de ziekenhuizen in deze gemeenten. De selectie van de te onderzoeken pasgeborenen gebeurt via de materniteiten van de desbetreffende ziekenhuizen. Het onderzoek gebeurt via een analyse van het navelstrengbloed. Om in aanmerking te komen voor dit onderzoek moet de moeder minstens vijf jaar in het onderzochte gebied wonen. Voor alle duidelijkheid: het onderzoek gebeurt pas wanneer de moeder akkoord gaat. De pasgeborenen zullen onderzocht worden op PCB's, dioxine, cadmium, lood en gechloreerde pesticiden. In 2004 worden de eerste resultaten van dit onderzoek overgemaakt aan de deelnemers en hun huisarts. Het onderzoek loopt tot 2005.

Na het onderzoek op deze pasgeborenen volgt een opvolgstudie, waarbij de ontwikkeling van het kind tot 42 maanden oud, gevolgd wordt. Via een analyse van bloed en urine en bijkomende testen wordt gekeken welk effect postnatale blootstelling aan lood, cadmium en PCB's heeft op de ontwikkeling van het kind.

Daarnaast zullen 200 kinderen uit Gent en Destelbergen opgevolgd worden tot wanneer ze drie jaar oud zijn om de ontwikkeling van astma en allergieën te onderzoeken.

In het kader van hetzelfde gezondheidsonderzoek start volgend jaar een onderzoek bij 14- en 15 jarigen. In Gent en Destelbergen worden ook voor dit onderzoek 200 adolescenten uitgenodigd om deel te nemen; in Wachtebeke, Evergem en Zelzate samen een honderdtal. De jongeren worden gezocht via scholen en via de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB). Via bloed- en urineonderzoeken zal worden nagegaan in hoeverre de gezondheid van de jongeren is bedreigd door vervuilende stoffen, zoals PAK's en dioxineachtige deeltjes. Meteen wordt onderzocht welke effecten de milieuverontreiniging kan hebben op de groei en de ontwikkeling van de jongeren en in hoeverre ze mee bepalend kunnen zijn voor de gevoeligheid van de jongeren voor allerhande infecties.
In september 2005 volgt dan nog een uitbreiding naar oudere volwassenen, van 50 tot 65 jaar. Via een bloed- en urineonderzoek wordt gepeild naar het cumulatieve effect van een jarenlange blootstelling aan vervuilende stoffen. Deelnemers aan dit onderzoek moeten tenminste tien jaar in Gent, Destelbergen, Wachtebeke, Evergem of Zelzate wonen. De onderzoekers zullen zich baseren op het bevolkingsregister van de desbetreffende gemeenten om de te onderzoeken personen te vinden.

"Het is niet onze bedoeling om de deelnemers uit deze verschillende doelgroepen te gebruiken als proefkonijnen", beklemtoont minister Vera Dua. "Wel is het de bedoeling om het langdurig onderzoek te doen met respect voor de mensen die aan dit onderzoek meewerken en met een collectief doel voor ogen. Daarnaast heeft het brede publiek voor, na en tijdens de bekendmaking van de onderzoeksresultaten recht op heldere informatie. Vanuit deze visie vormen vertrouwen, communicatie, betrokkenheid en transparantie enkele van de voornaamste pijlers van dit onderzoek".

info : Ann Bats, woordvoerder van
minister Dua - tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be


---