Den Haag, woensdag 25 september 2002 / vl/rf/jj
Mededeling van het Presidium
Het Presidium van de Tweede Kamer heeft in zijn vergadering van 25 september
2002 gesproken over de beveiliging van de gebouwen van de Tweede Kamer.
Het betrof een gedachtewisseling over de nadere uitvoering van een aantal
maatregelen waarover het Presidium reeds eerder, tijdens zijn vergadering
van
4 september jongstleden, had gesproken. Het Presidium heeft het volgende
besloten:
De Tweede Kamer laat zich bij de beoordeling van de veiligheidssituatie en
de op basis daarvan te nemen structurele en ad-hoc maatregelen leiden door
de reguliere contacten en adviezen van de AIVD (voorheen de BVD) en de
politie Haaglanden.
Bezoekers van de plenaire vergadering en van andere openbare vergaderingen
worden gedetecteerd.
Bij de herinrichting van de Statenpassage worden de toegangen zo vorm
gegeven dat "meelopen" zoveel als mogelijk wordt voorkomen, onder meer door
het plaatsen van zogenoemde tourniquets. Voor zolang dat nog niet het geval
is, vindt er meer fysieke controle plaats. Bij de te nemen bouwkundige
aanpassingen zal de toegankelijkheid van de gebouwen voor minder validen
worden gewaarborgd.
Alle bewoners, gasten en bezoekers van de Tweede Kamer (dus inclusief de
leden en de bewindspersonen) moeten met ingang van 7 oktober 2002 zichtbaar
hun toegangspas dragen. Zonodig reikt de Beveiligingsdienst een zichtbaar te
dragen dagpas uit.
De gebouwen van de Tweede Kamer zijn toegankelijk voor alle bezitters van
een permanent toegangsbewijs. Dit toegangsbewijs geeft geen toegang tot de
individuele werkkamers van anderen, maar wel voor de aanpalende gangen.
Met ingang van 1 januari 2003 wordt een nieuw model toegangsbewijs ingevoerd
(deze maatregel was reeds gepland).
Op basis van een nadere analyse van het werkaanbod zal de formatie van de
Beveiligingsdienst zo nodig worden uitgebreid.