Rechtbank Leeuwarden



Waddenvereniging in het ongelijk gesteld in procedure tegen vergunning van de NAM voor proefboringen in Noord-Holland

Bron: Rechtbank Leeuwarden

Datum actualiteit: 25-09-2002

De minister van Economische Zaken heeft aan de NAM een vergunning verleend op grond van de Wet opsporing delfstoffen. De NAM heeft deze vergunning nodig om met proefboringen aan te tonen dat er gas zit onder de bodem van Noord-Holland.

De Waddenvereniging is van mening dat de Noorderhaaks (een zandplaat met belangrijke natuurwaarden, direct ten westen van het Marsdiep, die door vogels en zeehonden wordt gebruikt als rustplaats) en het noordelijke deel van de Noordzeekustzone buiten het gebied hadden moeten worden gelaten waarvoor de vergunning is verleend. Bij de vergunningverlening is ten onrechte niet getoetst aan de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Tevens had de vergunning gedeeltelijk moeten worden geweigerd, namelijk voor zover het gaat om gebieden die ecologisch verbonden zijn met de Waddenzee. Dit volgt uit het rijksbeleid voor de Waddenzee, de zogenaamde PKB-Waddenzee, aldus de Waddenvereniging.

De rechtbank heeft het beroep van de Waddenvereniging ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank is er geen reden om nu al te toetsen aan de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, omdat de vergunning op grond van de Wet opsporing delfstoffen de NAM nog niet het recht geeft om de proefboringen al uit te voeren. Daarvoor is nog een nader besluit nodig (een zogenaamd locatiebesluit) of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet. Bovendien is de toetsing aan de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn pas echt goed uit te voeren als de exacte locatie van de proefboring bekend is. Ten tijde van de verlening van de vergunning op grond van de Wet opsporing delfstoffen ligt dat namelijk nog niet vast. Ter voorbereiding van het locatiebesluit en de vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet moet milieu-informatie worden ingewonnen, zodat door de minister een goede afweging kan worden gemaakt, met inachtneming van de voorschriften van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Het argument van de Waddenvereniging dat het gebied waarvoor de vergunning geldt op grond van de PKB-Waddenzee had moeten worden beperkt, wordt door de rechtbank met een vergelijkbare redenering van de hand gewezen.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE7938

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...id=9106&i=32&ti=3 http://www.rechtspraak.nl/act...ct_id=9106&i=&ti= . Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...id=9106&i=32&ti=3 .