Persbericht CNV Publieke Zaak - 25 september 2002.
CNV Publieke Zaak blij met vonnis rechtbank over vacaturestop bij
ministerie van Justitie
CNV Publieke Zaak is blij met het vonnis van mr. R.J. Paris, president
van de Haagse arrondissementsrechtbank over de vacaturestop bij het
ministerie van Justitie. Minister mr. J. P. H. Donner had aan de
Departementale Ondernemingsraad (DOR) instemming moeten vragen over de
door hem op 26 juli jl. eenzijdig opgelegde vacaturestop op zijn
departement. De rechter heeft op 24 september jl. uitgesproken dat op
basis van artikel 27 in de Wet op de Ondernemingsraden de DOR met
betrekking tot de vacaturestop instemmingsrecht heeft. De minister was
hier tot woede van de DOR en de bonden aan voorbijgegaan. Het passeren
van de medezeggenschap leidde tot het aanspannen van een kort geding
bij de rechtbank door de DOR tegen de minister.
CNV Publieke Zaak had op 26 juli jl. minister Donner gekapitteld over
zijn overhaast besluit, waaraan bekendheid was gegeven in een
persbericht van zijn departement. De minister had verzuimd de
vakbonden te informeren, wat tot grote onrust onder de ambtenaren
leidde. Temeer omdat Donner ook geen helderheid gaf over de taken die
hij wil uitvoeren. CNV Publieke Zaak wees de minister erop dat de
vacaturestop snel zou leiden tot verhoging van de werkdruk op het
ministerie van Justitie. Daarmee zou de kwaliteit van de publieke zaak
(dienstverlening aan de samenleving) verder onder spanning komen te
staan.
Hoger beroep
Minister Donner heeft aangekondigd tegen de uitspraak van de rechtbank
in hoger beroep te gaan. CNV Publieke Zaak vindt dit niet verstandig.
De minister had zich ruiterlijk moeten opstellen en zijn verlies
moeten nemen. Het verweer van de minister dat de maatregel van een
tijdelijke vacaturestop in het verleden al vaker is gehanteerd zonder
overleg met en instemmingsadvies van de ondernemingsraad kan volgens
de rechter niet leiden tot het oordeel dat ten aanzien van het op 26
juli jl. genomen besluit tot de vacaturestop geen instemmingsrecht van
de DOR vereist zou zijn.
Volgens het vonnis van de rechtbank moet de minister de vacaturestop
intrekken, dan wel schorsen en alle gevolgen daarvan ongedaan maken
tot dat alsnog de instemmingsprocedure op basis van artikel 27 in de
Wet op de Ondernemingsraden is gevolgd.
---