Veiligheidsmaatregelen IJtram in Piet Heintunnel vastgesteld
Het college heeft de uitgangspunten bepaald voor de veiligheid van de
tunnelbuis voor de IJtram in de Piet Heintunnel. De IJtram, een snelle
tramverbinding tussen Amsterdam CS en IJburg, gaat vanaf 2004 rijden.
Het tracé loopt onder meer door de trambuis van de Piet Heintunnel,
naast de zuidbuis van de autotunnel. Omdat de vluchtmogelijkheden bij
calamiteiten als brand of ontsporing in tunnels beperkt zijn, heeft
het college besloten dat ten aanzien van de veiligheid de volgende
uitgangspunten moeten worden gehanteerd:
* In de Piet Hein tramtunnelbuis worden twaalf
veiligheidsvoorzieningen aangebracht, waarvan de vijf
belangrijkste zijn:
+ vluchtpaden aan beide zijden van de tramrails;
+ tunnelverlichting zodanig dat duidelijk is waar de vluchtdeur
zich bevindt;
+ voorzieningen in de tramtunnelbuis voor de Brandweer om een
mogelijke brand te blussen;
+ tunnelventilatie voor de afvoer van eventuele rook;
+ camera's waardoor 24 uur per dag toezicht plaatsvindt.
* De trambestuurder probeert bij een calamiteit de tram de
tunnelbuis uit te rijden. In de passagiersruimte van de tram
worden geen noodremmen aangebracht om ervoor te waken dat de
passagiers de mogelijkheid krijgen de tram tot stilstand te
brengen. Passagiers kunnen bij noodsituaties zelf in contact
treden met de trambestuurder, in de tram wordt een voorziening
voor een spreekverbinding tussen passagiers en bestuurder
geplaatst.
* Als de trambestuurder de tunnel niet uit kan rijden, dan stopt de
bestuurder de tram tussen twee vluchtdeuren. Hierdoor kan het
aantal passagiers zich verspreiden over beide vluchtdeuren.
* Als de tram bij brand in de tunnel stilstaat, kan er altijd via de
naast gelegen Piet Hein autotunnelbuis ontruimd worden. Het
autoverkeer wordt dan met behulp van de matrixborden naar de
linkerrijbaan geleid, zodat de rechterbaan vrij is voor passagiers
en trampersoneel. Tegenverkeer in de zuidbuis wordt om deze reden
in principe niet meer toegestaan.
* De vluchtdeuren van de Piet Hein tramtunnelbuis worden niet
vergrendeld.
Bij de uiteinden van de tunnel liggen vluchtgangen naar buiten, die in
geval van calamiteiten direct toegang geven tot een veilige
vluchtplaats. Overigens zijn de trams gemaakt van brandwerend
materiaal.
De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor het toetsen op
juistheid en volledigheid van het (nog te voltooien) operationele
calamiteitenplan.
Voor meer informatie kunt u terecht op www.ijtram.amsterdam.nl. Op
deze website vindt u onder meer het rapport 'IJtram, Visie op
Veiligheid' en de samenvattende notitie 'IJtram verantwoording
Uitgangspunten'.
De uitgangspunten worden zo snel mogelijk besproken in de commissie
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, onder uitnodiging van de leden van
de commissies Algemene Zaken en Bedrijven.
Amsterdam, 25 september 2002
Marjan Lansdaal/Hugo Warning (dIVV)
---
-
© gemeente Amsterdam - 25-09-2002